V: "He! Wat moet dat daar?"

440 36 9
                                    

Het was koud. IJs- en ijskoud. De takken van de bomen droegen ijspegels, langer dan een hand, geen twee van hen identiek - betoverender dan welk kunstwerk van wie dan ook. Elk takje en elk blaadje van elke boom leek uit niets anders dan sneeuwkristallen te bestaan, de vrieskou drong door het wol en leer van hun handschoenen en kleding heen. De onnatuurlijke, vernauwende mist die om hen heen wervelde en kolkte, deed hen beide denken aan de rookbommen die Malcolm uitgevonden had, maar nooit eerder was die rook zo dik en stevig geweest als deze.

De witte substantie op de grond en in de bomen leek uit vloeibare deeltjes te bestaan, die deden denken aan de maden-achtige tekstuur van de ogen van een dode man, die voor een paar maanden vergeten in zijn appartement had gelegen, klaar om open te barsten bij de minste aanraking. De mist maakte geen geluid en verborg alleen de hoeven van Trek en Abelard terwijl die over de gigantische, dode oogbal van de bosgrond liepen. Het geluid van krakende en dode blaadjes fluisterde vanonder het vel van de mist, oorverdovend in het verder zo stille bos. Vogels floten niet, en er was geen spoor van andere dieren. 

De twee Grijze Jagers reden op hun paardjes over het spekgladde pad, diep in hun mantels verscholen en met de kap ver over hun hoofd getrokken. Ze draafden al een tijdje niet meer, maar stapten in een flink tempo, omdat het gevaar van uitglijden te groot was. En een valpartij zou verschrikkelijke gevolgen kunnen hebben. 

Ze waren twee dagen geleden vanuit Kasteel Redmont vertrokken, en reden dus al twee dagen door deze verschrikkelijke kou, nog zonder dat er iets gebeurt was. Maar dat was niet heel raar. Volgens de route die Crowley had uitgestippeld, zou de groep bandieten pas over een paar dagen in het leen Redmont aankomen. Toch waren Will en Halt al uit het zicht van de gewone mensen verdwenen. 

Als de bandieten dachten dat ze vrij spel hadden, zo luidde Halts redenatie, dan zouden ze misschien onvoorzichtig worden en zouden ze gemakkelijker te vinden en te arresteren zijn. 

Maar die gedachte maakte het weer geen haar beter.

Gelukkig sneeuwde het niet meer, dacht Will. Het enige wat deze omstandigheden nog erger kon maken was het feit dat ze niet alleen koud, maar ook nog eens doornat zouden zijn. Die situatie zou ondraaglijk zijn. 

"Dingen zullen nu dan wel veranderen, niet?" Will keek verrast op, ruw uit zijn overpeinzingen gehaald, toen Halt's stem onverwacht de stilte verbrak. Zo, zonder enige context, wist de jongere Grijze Jager even niet waar Halt het over had.

"Wat?" vroeg hij verbaasd en hij zag hoe Halt vermoeid zuchtte. 

"Alyss. Zwangerschap. Baby?" lichtte hij toe. Will's ogen lichtte op toen hij begreep waar Halt het over had, en hij weer herinnerd werd aan het blijde nieuws dat Alyss hem twee dagen geleden verteld had.

"Oh, ja, natuurlijk!" zei hij, "Ja, ik denk inderdaad dat alles wel anders zou zijn. Ik bedoel, als we op een missie gaan of zo, dat soort dingen."

"Ik vind dat je Crowley een brief moet sturen. Hij vindt het vast geen probleem als je een paar weken vrij neemt rond de tijd dat Alyss zal moeten bevallen, en ik weet zeker dat Alyss het wel een probleem zal vinden als je net dan er niet bent."

Will knikte en grijnsde schaapachtig. "Ja, dat zal ik doen. Alyss wilde sowieso nog een brief naar Cassandra en Arnaut sturen en ik zal daar dan wel een brief voor Crowley bijvoegen. Ik heb er nog geen tijd voor gehad - je had me al gedwongen in deze kou te gaan kamperen voordat ik er goed en wel de kans voor had."

Zijn gezicht verscholen in de schaduwen van zijn kap, zag Will gelukkig niet hoe de oude Jager glimlachte. Halt wist heus wel dat dit het laatste onderwerp was waar Will hem verwacht had over te beginnen. Maar hij had ook het vermoeden dat Will er over wilde praten, en voor deze ene keer was hij bereid een luisterend oor te bieden, en, indien nodig en mogelijk, advies te geven. 

Hij wist uit ervaring dat het leven als Grijze Jager niet altijd even gemakkelijk was. En zeker Will's relatief korte leventje was al gevuld met verschrikkelijke ervaringen die een normaal mens gespaard werden. Hij was blij voor zijn vroegere leerling, dat hij een nieuw lichtpuntje in zijn leven erbij had. En voor Alyss natuurlijk. Het leven als vrouw van een Grijze Jager was al minstens even zwaar, en hij wist dat ze naar dit nieuwe avontuur uitkeek. 

Intussen babbelde Will vrolijk verder. "Het zal wel zwaar worden, denk ik, vooral voor Alyss tenminste. Ik denk dat-"

Hij hield abrupt zijn mond toen Halt zijn hand opstak om hem tot stilte te manen. Hij had iets gehoord. 

Nog geen seconde later beaamde zowel Trek als Abelard dat geluid. Meer dan dat ze het hoorden, voelden de twee Grijze Jagers hoe hun paardjes een rommelend geluid produceerden, ergens diep in hun borstkast. Ze draaiden hun hoofden naar rechts, en toen Will hetzelfde deed rook hij wat.

"Vuren," zei hij zachtjes, en Halt knikte, ten teken dat hij het ook geroken had. Ze stapten nog een paar minuten zachtjes verder, totdat Will iets op de grond zag. Hij boog zich voorover en duwde een paar bevroren takjes aan de kant. Sporen. Van een volwassen man, zo te zien, die wollen kleding droeg, besloot Will, zodra hij een stukje wollen stof aan een van de takjes zag hangen. Hij plukte het uit de bosjes en liet het aan Halt zien. 

Zijn mentor knikte en gebaarde dat hij af moest stijgen. Vanaf hier zouden ze te voet verder gaan.

Stilletjes door het doodstille en witte bos glijdend, bewogen de twee Grijze Jagers zich langzaam naar waar het onbekende kamp moest liggen. Natuurlijk kon het een totaal onbelangrijk en ongevaarlijk kamp zijn, maar het was onwaarschijnlijk. Niemand ging vrijwillig buiten kamperen in dit weer. Na een paar minuten werd de geur van rook sterker, en er waren nu zelfs een paar stemmen te horen. Ze klonken gedempt, en er werd duidelijk geprobeerd zo min mogelijk geluid te maken. Maar het bos was verder verlaten en doodstil, dus elk kleine geluidje was duidelijk hoorbaar. 

Verborgen in de schaduwen van een paar bomen stonden Will en Halt toe te kijken. Hun mantels hielpen niet erg goed in dit witte landschap, maar ze waren warm en comfortabel. Bovendien zouden ze niet minder opvallen zonder, en dus hadden ze ze maar aangelaten.



"Ze zouden hier nog helemaal niet moeten zijn," zei Will zachtjes, "Ze zouden pas over een paar dagen de grenzen van het leen moeten bereiken - en dat was al onmogelijk snel berekend!" Halt knikte instemmend. Ze stonden hier nu al een uur, en het was intussen duidelijk dat dit het kamp was dat ze moesten hebben. Maar niet nu al. 

"Blijkbaar zijn ze sneller en minder opvallend dan we bedacht hadden," zei hij, op even zachte toon. "Ze zijn sowieso erg professioneel - kijk dan naar de constructie van hun kamp!" 

Hij had gelijk. De vuren waren verdekt opgesteld, waardoor ze zo min mogelijk rook verspreidden. Hun tenten stonden dicht bij elkaar, verdekt opgesteld, maar met genoeg ruimte ertussen waardoor ze niet allemaal tegelijk verrast zouden kunnen worden. Ze waren ook met meer dan verwacht. In de rapporten van Crowley had gestaan dat ze men een man of zes zouden zijn, maar hij telde er hier minstens negen. Twee bandieten stonden op wacht, elk aan een andere kant van het kamp. Eentje stond er bij de paarden. De rest hield de vuren in de gaten, ruimde op, of zat zijn wapens bij te slijpen. Al met al een gevaarlijk groepje, dacht Halt. Maar ze langer bekijken had op dit moment geen enkele zin.

"Kom, we gaan," zei hij tegen Will, "Het heeft geen zin hier langer te blijven, en we moeten een goed plan bedenken om ze te kunnen overmeesteren, het liefst morgen nog! Hoe langer we ze de tijd geven hoe moeilijker het wordt, en het weer werkt ook niet lekker mee."

Will knikte instemmend en wierp nog een laatste blik op het kamp. Toen draaiden ze zich om om terug te keren naar Trek en Abelard, toen een zware stem hen onverwachts tegenhield.

"He! Wat moet dat daar?"

>>>---------->

Eeeeen de actie is begonnennnn!!!! Dat zou wat moois zijn, als Halt en Will nu al in de problemen zouden zitten, niet? ;-)

Hopelijk komen jullie er vandaag nog achter...!

Als je het een leuk hoofdstuk vond, vergeet dan niet te stemmen! En laat vooral een reactie achter!

~Rose

De Grijze Jager; Een Emotioneel VerhaalWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu