Hoofdstuk 6

60 10 9
                                    

We volgden het spoor nu al een tijdje. Uiteindelijk hield het op. We hebben ongeveer 3 uur gewandeld. Het begon al donker te worden buiten. Ik vond het best wel eng... Zo met zijn tweetjes in een donker bos terwijl we een spoor van bloed volgden... ach ja, met zijn tweetjes? Zeg maar met zijn drietjes de kidnapper moet hier zeker wel ergens zijn. Het einde van het spoor kwam uit aan een boom. Op de boom hing een briefje. Alweer een briefje, serieus? Deze man of vrouw begon mij echt te irriteren. Ik zocht een zaklamp in mijn rugzak om het briefje te kunnen lezen. Toen ik net op het aan knopje klikte hoorden we iets bewegen... Snel keek ik achterom en zag twee zwarte schimmen staan.
'W w wie is daar?' Stotterde ik.
'We hebben een geweer, dus pas maar op!' Schreeuwde Emma er uit angst achteraan.
'Wow rustig!' Antwoordde een van de twee. Het was een jongen. Ongeveer een kop groter dan Emma.
'Ja inderdaad.' Zei de andere. 'We doen jullie niets hoor.'
Ze stapten wat dichterbij. Ik scheen op hen met de zaklamp. Ze hadden allebei bruin haar de ene net iets langer dan de andere. De grootste van de twee was knap. Hij had sowieso een six-pack. De andere was net iets kleiner, maar wel groter dan mij. Hij had helderblauwe ogen. Ze waren echt zo mooi. Ik kon er wel uren naar blijven staren.
'Wie zijn jullie?' Vroeg ik meteen.
'Ik ben Cameron en deze bangerik naast mij hier is Nash.' Antwoordde hij met een lach op zijn gezicht.
'Hoe noemde je mij?' Zei Nash. 'Moet jij zeggen Cam. Bij elk geluidje dat er was was je direct van "o nee wat was dat?" of "aaaah help!'"
'Dat is niet waar!' zei Cam snel. En zo gingen ze verder met kibbelen. Ze begonnen elkaar na te doen met grappige stemmetjes en vreemde gebaren. Na dat ze waren uitgepraat richtten ze zich terug naar ons.
'Maar wie zijn jullie eigenlijk?' Vroeg Nash aan ons.
'Ik ben Ally en dit is Emma.' Zei ik terwijl ik naar Emma wees.
'Leuk jullie te ontmoeten!' Zei Cameron. 'We wilden jullie trouwens ook iets vragen...'
'Wat dan?' Vroeg Emma.
'Hebben jullie enig idee waar we zijn?' Vroeg Nash.
'Nee...' Antwoordde ik. We lopen hier zelf al een tijdje rond op zoek naar mijn broer.'
'En hoe lang is een tijdje?' Vroeg Nash terwijl hij me aan keek. Hij keek recht in mijn ogen en ik in de zijne. Ze waren echt super mooi.
'Twee dagen.' Antwoordde Emma omdat ik te verwonderd was om te antwoorden.
'Twee dagen!' Riep Cameron met een ongelovige blik.
'Ja.' Antwoordde Emma terwijl ze Cameron aanstaarde.
'Ok, vertel me alles van begin tot einde.' Zei Nash.
Iets later zaten we samen op de grond rond een kampvuurtje. We vertelden ons verhaal over Ryan, de man, het schot, over Bob, het hert en over het spoor.
Opeens herrinerde ik me iets.
Het briefje... met zijn vieren sprongen we recht en renden naar de boom. Op het briefje stond geschreven: "Eigen schuld..."
Eigen schuld? Wat is mijn eigen schuld.
Ik probeer het briefje van de boom te trekken maar het hing vast met een touwtje. Ik trek nog een keer hard en het touwtje breekt af. Opeens valt er een net naar beneden. Ik zit vast onder het net samen met Nash en Emma. Cameron staat naast het net en probeert het uit de knoop te halen. Plots zwijgen we allemaal...
'Cam! Achter je!' Brult Nash de longen uit zijn lijf. Achter hem stond de man. De man met de lange jas en de hoed.
Snel draait Cam zich om en bokst de man in zijn gezicht. Ze beginnen te vechten en plots herinner ik me iets. Mijn zakmes. Ik grijp naar mijn rugzak voor zover ik me kan bewegen onder het net. Ik open het scherpste mesje en begin het net door de snijden.
Cam verzet zich met al zijn moed maar de man houd hem in een wurggreep... Cam doet zijn best om zich los te maken maar het lukt niet. Opeens breekt het touwtje dat ik aan het doorsnijden was. Het net rafelt uit elkaar en Nash springt direct recht. Hij trapt de man in zijn maag en Cam kan ontsnappen. Samen leggen ze de man op de grond en houden hem stevig vast. De man zwaait woest met zijn armen in het rond en haalt snel iets uit zijn jaszak... een mes... Nash gaat snel op de aanval om het mes te pakken maar de man snijdt hem in zijn arm. Cam schiet zijn vriend direct te hulp. Omdat Cam niet oplet staat de man snel recht, klaar om een mes in Cam zijn rug te steken. Dan horen we opeens een knal. De man valt neer op de grond. Ik kijk naar Emma... die met in haar handen haar geweer op de man gericht met grote ogen toekeek.
'Emma....' vroeg ik. 'Heb je zonet... iemand... vermoord?!'
'Dat kan helemaal niet...' Antwoordde ze snel.
'Hoezo niet?' Vroeg ik haar weer.
'Ik heb niet eens geschoten...' Zei ze.
'Maar wie schoot er dan wel?' Vroeg Cam terwijl hij Nash probeerde te kalmeren.
'Ik.' Antwoordde een lage stem opeens.
Opeens komt Bob van achter een boom vandaan en wandelt naar ons toe.
'Bob!' Riepen Emma en ik in koor en we renden naar hem toe.
'Dankje, Bob' Zei Emma. 'Nu heb je ons alweer gered.'
'Graag gedaan.' Antwoordde Bob. 'Maar hij is nog niet dood... ik hou hem wel tegen en dan maken jullie dat jullie wegkomen.'
'Is goed.' Antwoordde ik. 'En nog eens bedankt, Bob.'
'En O ja.' Zei Bob met zijn blik op Nash gericht. 'Dat geneest wel weer.'
Terwijl Cam Nash recht hielp, stopten Emma en ik alles weer in onze rugzakken.
'Ach ja... leuk jullie ontmoet te hebben.' Zei Emma tegen Cam en Nash.
'Maar we snappen dat jullie nu liever niets met ons te maken willen hebben...' Ging ze verder.
'Zijn jullie gek geworden? Wij laten jullie niet meer alleen!' Antwoordde Cam.
'Wij gaan jullie helpen jullie broer terug te vinden!' Zei Nash.
En met die moed gingen we samen verder het bos in...

Far Away Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu