Perspectief van Dalila.
De volgende morgen zit ik aan het ontbijt. Ik heb in tijden nog niet zo lekker geslapen. Mijn telefoon zit vol met gemiste oproepen. Ik schreef de belangrijkste nummers op en brak mijn simkaart in tweeën. Ik wil rust, ik ben niet voor niets naar de andere kant van de wereld gegaan.
Maar ik voel me best alleen zo nu en dan. Er kan van alles gebeuren, Marokko is een gevaarlijk land. Misschien wil ik door, naar Algerije of Libië. Tunesië en Egypte zijn niets voor mij. Het lijkt misschien overdreven dat ik wegga omdat ik niet in Nederland wil wonen. Ik ga niet ergens wonen in een ander land dan mijn moeder. Mijn vader stelt zijn geluk boven die van zijn dochter door te trouwen met de eerste de beste heks die hij tegen komt. Wat moet ik met zulke mensen? Trouwens, in Nederland is mijn reputatie niet al te hoog. Omdat Fouad mijn broer is, oké eigenlijk mijn stiefbroer maar dat woord irriteert me dus noem ik hem mijn broer, gaat iedereen er vanuit dat ik net als hem ben. Nee, nooit nooit nooit.
Ik besluit me maar aan te kleden. Ik heb niet veel moeite met uitkiezen wat ik draag, ik heb een witte huid en ben best wel klein. 1.63 is voor mij klein dan. Ik kies voor mijn Lichtroze jurkje en witte huaraches. Verder doe ik niets, mijn wimpers staan al omhoog en mijn lippen zijn donker roze. Ik ga de stad verkennen, lets go!
Perspectief van Marouane.
We zijn al een aantal uren aangekomen in Tanger. Slapen doen we amper, we zijn hier om Dalila te vinden en ewa ja, dan doen we dat ook. We zijn nu aan het zoeken bij het strand, tot mijn blik valt op het mooiste meisje dat ik ooit heb gezien. Wauw, wat is ze mooi. Witte huid, golvend haar, donkere ogen en donker roze lippen. Ik blijf staren totdat ze wegloopt, en dan besef ik dat ze me echt zwaar bekend voorkomt. What the fuck denk ik allemaal? MOB hier tot de dood, wat ga ik hier staren naar izjen illie chick die aandacht zoekt op het strand. Grappig, laat me doen waar ik voor kwam.
Afijn, Yusuf en Fouad zijn weg gegaan. Ze zijn sowieso nog wel in de buurt. Ik sta op, veeg het zand van mijn broek en loop richting het gedeelte van het strand waar alleen maar rotsen zijn. Ik zie Yusuf en Fouad richting de bergen lopen. Wayemma, wat gaan ze daar doen? Thee drinken? Geïrriteerd loop ik die richting op. Maar voor ik het me kan realiseren knal ik met mijn hoofd op een rots. Lekker handig Marouane. Met moeite sta ik op en kijk waar ik aan ben gebotst.
Perspectief van Yusuf.
Fouad en ik lopen al een tijdje. Tot we bij de bergen zijn aangekomen, dan realiseren we dat we Marouane kwijt zijn. Die komt wel terug , hij liep net nog achter ons.
'Ewa broer, denk je niet dat Marouane perfect bij Dalila past?', zegt Fouad. Hij zet me wel aan het denken.
Als Marouane uit is op die verliefdheid ding.
Maar ik hoef die verliefdheid shit niet. MOB van hier tot de dood. Wollah die man die dat heeft bedacht verdiend gewoon een standbeeld.
'Sowieso gaat hij haar leuk vinden.'
'Ewa is toch goed. Dan gaan ze trouwen krijgen ze kinderen en worden we oom.'
'Fouad a junk je bent wat vergeten.'
'Ewa wat nu weer?'
'We moeten haar eerst vinden.'