Wanneer ik me heb omgekleed zit ik voor mijn spiegel om mijn wallen te verbergen met concealer. Nou ja, ik doe een poging tot. Tijdens het uitsmeren zie ik vanuit mijn ooghoek iemand bij de boom staan waar Rein een paar weken geleden ook stond. Ergens hoop ik dat het Rein weer is, zodat ik alles uit kan praten. Maar ik wil hem ook zo graag achter me laten, ik heb nu een nieuw leven. Als ik me omdraai zie ik dat er helemaal niemand bij de boom staat, het was slechts mijn verbeelding.
Deze verbeelding wijst me er wel direct op dat ik Rein nog mis, anders zou ik hem niet zien. Alleen dit had ik helemaal niet nodig om te weten dat ik Rein mis, dat wist ik allang al. Misschien ga ik vanmiddag wel naar Sofie, dan kan ik gelijk vragen aan het gevangenispersoneel naar welke gevangenis Rein is overgeplaatst.Op school zie ik Nicolas als eerste, die duidelijk ook erg moe is van de avond ervoor.
'Moet je naar mevrouw Klaver?' vraag ik wanneer we naar binnen lopen.
'Ja, ik zie je in de pauze oké?'
'Tot dan.' Ik geef hem vlug een kus op zijn wang en ik loop dan richting de C-vleugel, waar ik les heb.
Wanneer ik bijna bij mijn lokaal ben voel ik de misselijkheid opkomen die ik gister ook voelde. Vlak daarna verschijnen er allemaal zwarte vlekken voor mijn zicht, totdat ik alleen nog maar een zwart vlak zie en het geruis in mijn oren stopt.
Als ik wakker word is de hal nog net zo leeg als voorheen, waaruit ik kan concluderen dat ik niet erg lang buiten bewustzijn ben geweest. Ik ga langzaam rechtop zitten en ik kijk op mijn horloge; nu ben ik een kwartier te laat, ik zal me morgen moeten melden.
Ik trek de deur van lokaal C061 open en ik zie dat iedereen druk aan het schrijven is; waarschijnlijk hebben we een huiswerkopdracht gekregen en mogen we daar nu aan werken. Nog voordat ik op mijn gebruikelijke plek kan zitten gebaar de man die mij natuurkunde geeft dat ik naar hem toe moet komen.
'Na de les wil ik je even spreken.' zegt hij zonder verdere uitleg te geven. Ik wil de les niet nog verder verstoren dus ik vraag niet waarom ik na moet komen en ik ga rustig op mijn plek zitten.Als de bel dan eindelijk gaat heb ik precies twee dingen opgeschreven:
Opdracht 6
a.)
Ik heb de hele les aan niets anders gedacht dan Rein, de laatste tijd spookt hij steeds vaker door mijn hoofd. Ik mis hem elke dag meer, ondanks dat ik verder zou moeten gaan met mijn leven. Het is niet zo dat ik graag iets met hem zou willen hebben, ik ben nu met Nicolas en ondanks dat hij er binnenkort niet meer zal zijn, zal ik niet gelijk klaar zijn voor een nieuwe relatie. Ik mis Rein als een vriend, ik kon hem altijd alles vertellen en dan begreep hij mij. Maar dat is niet meer zo, we begrijpen elkaar niet meer en dat staat in de weg bij een vriendschap. Ik wilde dat ik hem alles uit kon leggen zodat hij me wel begrijpt.
'Laura, waarom kwam je te laat?' vraagt mijn natuurkunde leraar waardoor ik uit mijn gedachten ontsnap.
'Goed, dit is iets dat u misschien niet gelijk gelooft, maar ik was flauw gevallen.'
'Vanwege je Menière?' zegt hij dan tot mijn verbazing. Ik wist niet dat alle leraren ingelicht zouden worden toen ik dit vertelde tijdens mijn toelatingsgesprek voor deze school.
'Uhm, ja dat klopt. Ik wist niet dat het algemeen bekend was dat ik Menière heb.'
'Dat is al je docenten verteld toen je bij ons op school kwam. Op die manier kunnen we in dit soort situaties rekening houden met je Menière.'
'Dat is erg fijn, maar ik hoef geen speciale behandeling.' Ik heb juist bijna niemand verteld over mijn tijd in de gevangenis zodat ik niet anders behandeld zou worden. Ik wil al helemaal niet dat ik anders behandeld wordt omdat ik Menière heb.
'We geven je ook geen speciale behandeling, we houden rekening met je Menière.'
'Goed, bedankt.'
JE LEEST
Een nieuw begin 2
أدب المراهقينOndanks dat Laura niet meer vast zit in de gevangenis komt ze er nog elke week op bezoek. Nu ze weer vrij is moet ze wéér opnieuw beginnen, ze gaat weer naar school en ze bouwt de band met haar ouders langzaam opnieuw op, maar zal ze alles weer wegg...