2. Shadows

957 26 24
                                    

2. Shadows

Uren leken dagen, dagen leken maanden, maanden leken jaren. De tijd tikte langzaam voorbij net zoals het besef. Er raasden geen gedachten door mijn hoofd en ik verdeed mijn tijd met staren. Nutteloos staren.

Als mensen vaak zeggen dat je iets bent, ga je het ook geloven. Jenny noemde me 'haar popje'. Ik ging het ook geloven. Ik was nu niets anders meer dan een pop. Nutteloos, van plastic. Niets.

Ik een jaar kan veel gebeuren. Jenny was in het gekkenhuis opgenomen en had ons, als dierbaarste bezit, meegenomen. Als ik al depressief kon worden zou ik dat nu zijn.

Ik wilde dit niet. Wat had ik dat mens ooit aangedaan?

Antwoorden kreeg ik niet. Raadsels stapelden zich op in mijn hoofd. Mijn leed leek oneindig.

Jenny lag te slapen. Met haar ogen dicht leek ze veel rustiger. Ze had een witte nachtjapon aan wat haar nog kinderlijker maakte. Haar witblonde haren lagen om haar hoofd heen als een soort Halo. Ze zag er zo normaal uit, zo ongevaarlijk. Niets wees erop dat deze gek vier mensen hun ziel had weggenomen. Niets leek erop dat ze een moordenaar was. Ik had zicht op haar bed dat tegen de witte muur stond. Alles in haar kamer was trouwens wit, wat me gek maakte.

Voor zover ik dat nog kon, aangezien ik al gek was. Maar niet zo gek als zij.

Nog niet. 

'Jenny!' dit keer kwam er geen oud wijf, die haar vaste verzorgster was, binnen. Die had zeker vervroegd pension genomen. Ik kon geen ongelijk geven. Jenny was net een klein kind. Alleen dan monsterlijker, gekker en nog veel irritanter.

En vrouw van een jaar of twintig kwam binnen. Ze had lang bruin haar en mooie bruine ogen.

Elke keer als er een verzorgster binnen kwam had ik haar in mijn gedachten gesmeekt om me te helpen. Help me, alsjeblieft. Ik ben hier, in het poppenhuis.

Stiekem geloofde ik dat ik misschien een telepatische gave had. Nee dus.

Ik was moe van alles. Van dit leven, van het gesmeek.

Toch probeerde ik het nog een keer.

Help me, smeekte ik naar de vrouw. Ze keek om zich en schudde haar hoofd.

Werkte het? Erica, las ik op haar naamplaatje. Help me, Erica. Waarschijnlijk klonk mijn stem net zoals in een horrorfilm. Zacht, iel en eng. Ze keek om zich heen, alweer, maar toen ze zag dat er niets was, niets levends tenminste, ging ze naar Jenny's bed toe.

Ik voelde hoop. Dit keer was het wel gelukt.

Ik hoopte dat het werkte. Er waren twee opties:

Optie een: ze zou me redden. Op welke manier dan ook.

Optie twee: ze zou gek worden en geen verzorgster meer zijn.

Ik hoopte op optie een, ik vreesde voor optie twee.

'Ga weg!' snauwde Jenny tegen Erica. Ze deinsde even achteruit. 'Opstaan, Jenny,' haar stem beefde een beetje. Wat voor verhalen zou ze gehoord hebben over deze zieke persoon?

'Weg!' gilde Jenny en ze stond op. 'Laat me!' en ze begon te huilen.

'Laat me, laat me!' Erica pakte Jenny's arm beet. 'En nu moet je luisteren,' haar stem klonk gevaarlijk kalm. 'Ik ga je helpen Jenny. Helpen.' Ha! Helpen! Jenny had geen hulp nodig.

Ik, zond ik naar haar, ik heb hulp nodig. Erica trok Jenny mee en lette niet op haar stem.

Maar ik zag de blik in haar ogen. De vraag in haar ogen.

De vraag of ze ook gek was.

Ik voelde weer hoop. Maar hoe moest ik weg? Hoe moest ik weg uit dit lichaam?

Het antwoord was simpel: Ik wilde niet weg.

Ik wilde verlost worden.

Ik wilde niet meer dit zijn.

En als ik niet mezelf weer kon worden, wie ik ook was. Dan wilde ik niemand meer zijn.

Soms is de dood de beste oplossing.

Zelfmoord, schoot er door mijn hoofd. Zelfmoord, heet dat.

Het klonk zo ruw zo nep. Maar dat was wat ik was, toch? Nep. Plastic.

Als je op me zou staan zou ik kapot zijn.

Of nee, niet ik. Mijn lichaam. Dit lichaam.

Ik was niet goed in emoties omdat ik ze niet kende. Of niet meer wist. Ik had ze ooit eens gekend.

Woede. Dacht ik. Woede en wanhoop. Zo voel ik me dus. En angst. Angst voor wat er komen ging.

Ik keek naar de lege kamer. Naar de spullen die er stonden. Opeens voelde ik een vlaag woede over me heen komen. Zo fel dat het glas waar ik naar keek uit elkaar spatte.

Dat kon ik dus ook. Geweldig. Ik was een telepatische, paranormale (voor zover dat kon) pop.

Ik besloot dat ik er wel iets aan zou hebben.

Ooit.

Erica was mijn enige hoop. En ik moest me met beide handen aan haar vastklemmen.

Figuurlijk dan, sinds ik niet kon bewegen.

Ik wil gewoon weg hier. Gewoon weg!

Natuurlijk werd mijn wens niet vervuld.

Hi,

Dit is een beetje erg kort. Sorry.

Volgende hoofdstuk wordt beter. Ik denk trouwens niet dat dit een lang verhaal wordt maar I'll see. Ik weet het niet :P.

Vote, Comment & fan please! Het zou erg veel voor me betekenen. :)

Lots of love,

Isabel

P.S: Ik ga dit hoofdstuk denk ik nog een beetje langer maken dus wees niet verbaasd als er nog een stuk bij komt. Hou het dus in de gaten, anders mis je iets :P

A doll's house (ON HOLD)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu