Chapter 5

314 13 5
                                    



|| Sawyer ||

Het fascineerde me altijd hoe de dames zo gemakkelijk om de vinger te binden waren. Een paar complimentjes hier, een paar complimentjes daar en ze gingen zo met je mee naar huis. Ook dit keer. Het meisje, Erin, was zenuwachtig. Ze droeg het masker van verveeldheid. Ik zag het in haar blauwe ogen. Alleen haar manier van bewegen en handelen lieten me een keer extra keer nadenken voor ik mijn woorden sprak.

Haar lichaam was niet perfect. Ze was niet abnormaal mooi. Het waren haar woorden en blik die me lieten verstijven. Ook nu weer als ze door mijn appartement liep in haar zwarte jurk en donker blonde krullen. Helaas voor haar, had ze te veel gehoord. Ik had wel door dat ze mijn gesprek had afgeluisterd. Ze was een seconde verstijft na de woorden van de man aan de andere kant van de lijn. Alleen ze herstelde zich, en dat verbaasde me. Het trok me op een vreemde manier aan.

Ze draait zich zenuwachtig naar me om en glimlacht. Zij weet niet dat ik degene ben die zo haar leven ga beëindigen. "Mooi appartement." Zegt ze terwijl haar ogen de kamer scannen. Ze draait zich weer terug om naar de meubels in mijn appartement en laat haar handen over elke bank en kast glijden.

"Dankje." Langzaam maar zeker breng ik mijn hand naar het pistool in mijn zak. Het is tijd. Ik trek het wapen eruit en maak het klaar om een kogel te schieten. Allemaal zonder mijn ogen van haar af te halen.

"Speel je piano?" Vraagt ze plots. Haar blauwige ogen kijken op en ik weet niet waarom, maar ik verberg het wapen achter mijn rug.

"Nee, het staat gewoon mooi." Reageer ik kort. Ik snap niet wat ik dacht. Ik heb geen controle over mijn lichaam en kan mezelf niet overhalen het moordwapen op haar te richten. Onzichtbare krachten weerhouden me ervan de trigger over te halen.

Ze glimlacht weer. "Jammer. Vind je het goed als ik iets speel?"

Voorzichtig knik ik terwijl ik me probeer te herinneren of ik in de piano nog ergens een wapen heb verstopt.

Ze gaat zitten, haalt een keer diep adem en laat haar vingers over de toetsen glijden. Er spoelt een gevoel door me heen dat onmogelijk te beschrijven is. De noten van de muziek grepen mijn keel bij de eerste toon en de klanken die het instrument maakt, laat een golf van klamheid door me heen spoelen. De waas van rust die over me heen viel, voelde ik mijn hersenen aantasten en mezelf doen dwingen het wapen terug te stoppen in mijn jaszak.

Wat doe ik? Waar ben ik mee bezig? Maar er is geen einde aan mogelijk. De beslissing is genomen. Ik ga haar niet vermoorden. Nog niet. Vanavond gaat haar leven niet eindigen. Niet vanavond.

Onbewust glimlach ik vaag. Geen echte glimlach. Ik glimlach al lang niet meer. Er is niks om blij om te zijn. De wereld zit vol ellende en dood. Wat doe ik dan om hier te zitten en naar het meisje voor mijn neus te staren. Waarom haar als ik veel betere en knappere meiden kan krijgen? Ik weet het niet. En ik haat het wanneer ik iets niet begrijp. Ik haat onbekende gevoelens waar ik mijn vinger niet op kan leggen.

Ze eindigt het liedje met een grote glimlach rond haar lippen en kijkt op. "Mooi?" Vraagt ze. Haar oceaanblauw ogen hebben een tikkeltje onzekerheid, maar die is moeilijk te zien. Ze draagt een masker waar maar weinig mensen door kunnen kijken.

Om niet te zwak over te komen, haal ik mijn schouders op. Wat. Ben. Je. In. Hemelsnaam. Aan. Het. Doen? Wat is de bedoeling hiervan? Waar leid dit heen? Tig vragen tollen door mijn hoofd.

"Wil je misschien wat drinken?" De vraag heeft mijn lippen al verlaten voor ik er erg in kan hebben.

"Ja, lekker." Ze neemt plaats op een zwarte leren bank in het luxe ingerichte appartement. "Wat heb je?"

Mijn hersenen draaien op volle toeren. Ik weet niet eens wat ik allemaal heb. Waarschijnlijk een paar flessen wijn en bier. Misschien ook nog sinaasappelsap maar voor de rest niet veel. Ik ben hier maar weinig. "We kunnen een wijntje nemen?" Stel ik voorzichtig voor. Ik kijk naar haar gezicht om haar gedachten te raden. Alleen het masker dat ze draagt is ondoordringbaar. Er is geen emotie te bekennen, behalve degene die ze wil dat ik zie.

Het is een tijdje stil voordat ze langzaam haar mond open trekt en een klein piepgeluidje haar lippen verlaten. "Tuurlijk."

Ik knik en loop naar de keuken. Snel verstop ik het reusachtige mes dat veel te groot en scherp is voor een keukenmes, in de kast met glazen die nog nooit gebruikt zijn. Zo, die zit voorlopig ook even goed daar.

|| Erin ||

Het appartement was groot. Nee, wat zeg ik. Het was gigantisch. Het leek bijna op een penthouse. De woonkamer was groot en ruim en werd versiert door een zwart glanzende vleugel. Ik snap niet wat je aan een piano hebt als je er toch niet op speelt. De piano was zeker niet vals dus hij moest er ooit wel een keer op hebben gespeeld en het laten stemmen. Maar dat was niet waarvoor ik hier was. Ik was hier om deze crimineel te vangen.

Saywer komt terug met een glas wijn. Slikkend pak ik het glas aan en ga zitten op de luxe witte bank. Ik ben nog maar zestien en heb nog nooit alcohol gehad. Wel eens een slokje maar niet een heel glas. Ik ben doodzenuwachtig. Verwacht hij dat ik een paar glazen wijn op drink zoals Veronica altijd doet? Zou het opvallen als ik gewoon niks drink?

"Zo... Erin." Begint Sawyer met een melodieuze stem. Zijn ogen hebben de glans van nieuwsgierigheid en verwarring. "Wat bracht jou naar het hotelfeest?"

Shit. Ik ben erin getraind snel smoezen te verzinnen en verhaaltjes op te maken alleen door mijn zenuwen en de gedachten dat er nu geen back-up is, laat me al mijn trainingen vergeten. Één verkeerd woord of verkeerde beweging en er is geen weg meer terug.

Ik laat een mierzoete glimlach op mijn gezicht verschijnen. "Een kennis van mij." Dit gaat echt slecht. Wat zijn dat voor antwoorden? Waar zijn de omheen draaiende tegenvragen gebleven als je ze nodig hebt?

"Die vriendin die jou in de steek liet?" Vraagt hij met gefronste wenkbrauwen. Hij slaat zijn handen over elkaar en kijkt me met een inschattende blik aan.

"We zijn geen vriendinnen." Weer ik snel tegen. Ik bedenk me dat ik dit al eens eerder heb gezegd. Maar het idee dat Veronica en ik vriendinnen zijn wekt de kriebels van afgunst in mijn ruggengraat weer op. "Ik bedoel..." Nee er is geen ontkennen aan. Ik faal enorm. Waarom heb ik het werk niet gewoon laten doen door een ervaren zwaarder getrainde agente?

"Jullie zijn... zussen?" Vraagt Sawyer twijfelend. Alleen in zijn ogen is te zien dat hij zelf niet eens geloofd dat dat een mogelijkheid kan zijn. En daar heeft hij gelijk in. Veronica is lang, blond en enorm slank. Ik daarentegen, heb donker blond haar en ben minstens een kop kleiner dan Veronica. En ik heb dan ook nog eens brede schouders.

Ik pers een geforceerde glimlach op mijn gezicht. "Het ligt ingewikkeld." En weer bedenk ik me dat ik dat ook al een keer gezegd heb. Wat heb ik toch?

Sawyer glimlacht. Alleen er ligt een diepere betekenis in zijn glimlach. Hij is zwaar en donker en verbergt meer dan hij wil laten zien.

The mafia bossWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu