XIV. Phonecall

272 30 8
                                    

"Prins er is telefoon voor u" hoor ik aan de andere kant van de lijn. "Wie is het Samira?" vraag ik haar. "Het is de directeur van de gevangenis." Ugh fijn. "Zet maar door" zeg ik met een nep vriendelijke toon. Even wordt de lijn stil en hoor ik een toon van het doorverbinden.

Dan hoor ik duidelijk achtergrond geluiden. "U wilde mijn spreken?" vraag ik, op een manier alsof het klinkt dat ik geen idee heb waar dit over zal gaan. "Ja en je weet al te goed waar dit over gaat, dus haal die toon maar uit je stem Nathan." "Het is nog altijd Prins voor u." zeg ik geïrriteerd.

"En vind een Prins het normaal om gratie te verlenen aan een drugsgevangene?" vraagt de man met een boze ondertoon. "Wel als mijn vader daar een regime op toepaste die nog strenger was als in Dubai zelf" zeg ik met een felle toon terug. "Omdat ze dat verdienen" zegt de man duister.

"In Dubai was hij allang doodgeschoten met nog negen anderen wist je dat? Hij zou er hier nog veel beter vanaf komen." zegt hij. "Door hem langzaam dood te martelen? U weet toch wel dat hij tienduizend stokslagen toegekend heeft gekregen van mijn vader?" "Ja, hij heeft een serieuze daad verricht Prins."

Even ben ik stil. Er valt met deze man nog minder te onderhandelen dan met mijn eigen vader. Ik krijg ook sterk het vermoeden dat hij zelfs nog erger is voor de gevangenen is dan dat ik de indruk kreeg. "En dan die gratie" zegt hij met een lachende toon. "U verleend de jongste drugcrimineel van het eiland gratie om uw eigen personeelstekort op te lossen. Denkt u nou echt dat dat de beste oplossing was voor dit probleem." zegt hij.

Weer ben ik stil, ik weet niet wat ik er op moet antwoorden. "Ik denk ook niet dat u een eiland als deze kunt regeren. Iemand die zo zwak is om geen strenge gevangenisstraf uit te kunnen spreken kan al helemaal niet beginnen aan een eiland als deze." zegt hij met een bijna hoorbare grijns.

Iemand die zo zwak is... Iemand die zwak is. Mijn bloed begint langzaam te koken van plotselinge woede. "Nog één zo'n beledigende opmerking en u kunt uw baan gedag zeggen" grom ik door de telefoon. "Gevoelige snaar geraakt?" vraagt de man. "Hoe durft u mij zo te beledigen" roep ik door de zwarte telefoonhoorn.

"Het was niet de bedoeling te beledigen, ik spreek alleen mijn mening uit." zegt de man. Ik hoor hem duidelijk grijnzen. "Oh trouwens nog even over Michael, nu we het er toch over hebben. Het heeft heel wat te weeg gebracht dat er op de parkeerplaats geschoten is. Was dat nou echt nodig?"

"Het is door mijn lijfwacht gebeurt, en zoals u weet voeren lijfwachten alleen acties uit als ze echt noodzakelijk zijn. Michael heeft geprobeerd te ontsnappen en mijn lijfwacht zag geen andere keus dan hem op die manier tot stoppen te brengen." lieg ik. Fijn Amir, bedankt dat ik dit ook moet gaan uitleggen aan de meest vervelende man op het eiland.

"Oh dus Michael is ook nog eens vluchtgevaarlijk? U weet wel wat u binnen haalt hè als het gaat om nieuw personeel.". "Okay zo is het genoeg!" roep ik door de telefoon. "Ik leg u per direct twee weken verplicht verlof toe. U moet maar eens na gaan denken of het wel of niet zo handig is mij te blijven beledigen! Ik heb net twee weken het zeggenschap over uw werkplaats en als we deze samenwerking nu al zo gaan beginnen, weet ik niet of deze nog langer kan gaan duren." roep ik door de telefoon.

Woest sla ik de hoorn op het toestel. Mijn kamerdeur gaat langzaam open. "Alles okay Nate?" vraagt Amir voorzichtig. Ik ga met mijn handen door mijn haar. "Nee" hijg ik gefrustreerd. "Wil je praten?" vraagt hij. Ik knik. Ik loop naar mijn kingsize bed toe, en ga er op zitten.

"Die gevangenisdirecteur heeft mij beledigd" zeg ik, terwijl ik het bed naast mij voel verzwaren. Ik blijf naar mijn handen staren. "Hij zei dat als ik zo zwak was om geen grote straffen voor gevangenen durf te geven, dat ik dan ook te zwak ben om dit eiland te gaan regeren."

"Ik snap je gevoelens Nate" zegt Amir zacht terwijl hij een arm om mijn schouder heen slaat. "Ik zit nog maar twee weken op die plek en nu al krijg ik de wind van voren" zeg ik gefrustreerd. "Hee, leg het naast je neer. Van wat ik heb gehoord over dat verlof denk ik dat het hem wel tot inkeer zal brengen" zegt hij.

"Genoeg om op het punt te komen dat de buitenverblijven verdwijnen?" zeg ik terwijl ik hem aankijk. "Ik hoop het" zegt hij met een glimlach. "Het is bijna zes uur, wil je naar het diner of niet?" "Maar doen hè" zeg ik. "Kan ik gelijk aan Samira doorgeven van het onbetaald verlof van die directeur." "Onbetaald? Je bent ook een gemeen mannetje soms hè" zegt hij lachend.

Ik grijns en bedenk mij dat het inderdaad een goede zet is. We lopen mijn slaapkamer uit en ik draai mijn kamerdeur op slot. Mijn slippers piepen over de koude marmeren vloer. We lopen van de ene vleugel de andere vleugel in en ik klop nog even bij de administratie aan. "Dames" zeg ik tegen Samira en Fatima. "Prins" zeggen ze tegelijk.

Ik glimlach even naar de dames. "Ik heb de directeur van de gevangenis met onbetaald verlof gestuurd voor twee weken, als een discipline maatregel, zouden jullie dat in het betaalsysteem willen zetten?" vraag ik. "Is goed, doe ik gelijk en dan komen we richting het diner" zegt Fatima. "Dankjewel" zeg ik.

Ik draai mij om en loop met Amir verder de vleugel in richting de dinerzaal. Amir haalt mij even in en opent de deur voor mij. Het is een soort afspraak die we hebben. Naast dat Amir mij alleen met Prins aanspreekt in het bijzijn van het andere personeel, hebben we ook een afspraak dat hij de deur voor mij open houdt en dat soort zaken die het er op doen lijken dat ik Amir echt nodig heb.

Niet dat ik hem echt heel veel nodig heb, naast dat hij mijn vader tegen houdt als hij naar binnen wilt stormen, maar hij is er vooral voor mijn gezelligheid en hulp.

Ik loop de zaal binnen en voor even valt de zaal wat stiller. Ik kijk langs de tafel en zie dat Michael op de plek zit van de kok die een paar dagen terug wegliep. Naast hem is Lucas gaan zitten. Mijn personeel heeft geen vaste indeling, maar het is goed om te zien dat Lucas hem zo veel mogelijk begeleid.

Even kruist mijn blik die van Michael als hij lacht om een grapje die net gemaakt is door de chefkok. Zijn ogen stralen als hij lacht. Het maakt ze net een tikje meer bijzonder. Ik schud de gedachte uit mijn hoofd en loop door naar mijn blauwe stoel.

Ik neem plaats, net als Amir die weer op de stoel die haaks op mij staat gaat zitten. Dan lopen ook Fatima en Samira de zaal binnen en is het personeel compleet. Gelukkig is er een betere sfeer in de zaal te proeven als een paar dagen terug. Misschien komt het omdat ze Michael nu ook hebben kunnen zien.

De chefkok gaat staan en loopt naar de kar met eten die in een hoekje geparkeerd staat. "Vandaag heb ik het simpel gehouden, een stukje vlees, met een mix van sla uit de eigen groentekassen en krieltjes" zegt hij. Hij begint met het neerzetten van de borden en sluit af met het neerzetten van mijn eigen bord.

Zoals altijd valt er niets aan te merken op het voedsel. "Dames en heren eet smakelijk" zeg ik. Van een aantal plekken in de zaal hoor ik "eet smakelijk" terug komen en iedereen begint met eten.

Terwijl ook ik begin vloeit mijn blik richting het einde van de tafel, waar Michael zit. Ik kijk naar hem en merk dat hij er een stuk gezonder uit ziet dan toen ik hem voor het eerst zag. Er is weer kleur op zijn wangen gaan staan. Hij geniet duidelijk van het eten wat op zijn bord ligt.

Iemand maakt een opmerking naar hem en hij gaat in gesprek met die persoon. Terwijl ik nog een hap neem van mijn eten valt Michaels blik in die van mij. Zijn blauwe ogen lijken nog meer te spreken dan een paar dagen geleden. Hij glimlacht licht naar mij.

Je zit te staren Nate, hij heeft het door. Ik schiet uit mijn moment met hem. Ik kijk naar mijn bord en ga verder met eten. Voor een moment zoek ik weer naar de ogen van Michael, maar hij is al weer in gesprek met Lucas.

Ik weet niet wat er met mij aan de hand is, maar het is een continue strijd mijn hoofd er bij te houden in de buurt van Michael. Het zal wel goed zijn, ik zie wel waar dit naartoe loopt.

Misschien heeft hij toch niet zo'n afkeer voor mij als dat ik in het begin had gedacht.

PrinceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu