XVI. Story Time

258 27 2
                                    

Kwart voor twaalf. Ik stop met staren naar de klok in mijn slaapkamer en besluit dan toch maar richting de eetzaal te gaan. Het is zaterdag, twee dagen na het incident met Lucas in de bibliotheek. Hij is vrijdag niet aan het werk gegaan, maar vandaag was hij weer fit genoeg.

Ik heb Michael gisteren uitgenodigd voor een gesprek bij een lekkere lunch. Ik wil meer van hem weten. Sommige dingen voelen zo vaag aan, en er zijn zo veel vragen die ik nog over hem heb. Ik heb daarom besloten in gesprek met hem te gaan. En als hij open is, zal ik dat ook doen als hij vragen over mij heeft.

Ik sta op en sluit de knoopjes van mijn donkerblauwe overhemd, zodat er niet veel te zien is van het zwarte shirt wat ik er onder draag. De kleding die ik draag hangen heel erg af van wat ik moet doen die dag. Mensen buiten de muren zien mij alleen in een gewaad, maar voor alles wat niet officieel is draag ik liever iets als een overhemd of een pak.

Het voelt toch wat losser dan een heel gewaad. Mijn vader ziet dat anders en loopt bijna continue in zo'n ding. Hij wilt het liefste dat ik het ook doe, maar er zijn bepaalde dingen die ik gelukkig altijd nog zelf kan bepalen.

Voor het eerst sinds weken loop ik zonder Amir de gangen van het paleis door. Ik loop van de ene linker vleugel naar de andere. De kantoren zijn leeg, net als de kamers voor het personeel. Er zijn er maar een paar die een kamer hier hebben. Lucas is daar één van, net als mijn kok en een schoonmaker. Het voelt zo gek leeg, maar dat mag ook wel op een zaterdag.

Ik open de gesloten deur naar de eetzaal. De geur van verse broodjes en beleg vult mijn neus. Ik krijg er al direct flinke trek van. "U bent de kok net misgelopen" hoor ik iemand zeggen. Ik kijk naar de tafel zelf, die gevuld is met broodjes en beleg, en zie dat Michael op de plek is gaan zitten waar Amir altijd zit.

"Maakt niet uit, er is voedsel dat is het belangrijkste" zeg ik, terwijl ik naar mijn stoel loop. Ik kijk de tafel rond en zie dat deze gevuld is met volkoren en witte pistoletjes, waar de warme damp nog vanaf komt. Daar bij liggen er geschaafde plakken kaas en wat vleesproducten.

"Tast toe Michael" zeg ik terwijl ik ga zitten. Hij pakt bescheiden twee witte pistolletjes met wat plakjes kaas, en begint met het beleggen van zijn broodjes. Ook ik besluit voor die keuze te gaan. "Waarover wilde u mij spreken Na... ehh Prins" zegt hij nieuwsgierig. Ik negeer zijn bijna verspreking.

"Ik wil wat meer over jou weten, want ik weet erg weinig van je" zeg ik. Zijn blik veranderd. Het lijkt net alsof hij dicht klapt. Ben ik te direct naar hem? "Waar wilt u dat ik over begin?" vraagt hij. "Kan je mij vertellen waar je vandaan komt, en hoe je leven was voordat je de fout maakte om te smokkelen naar Dubai?" vraag ik hem voorzichtig maar zelfverzekerd.

Hij slikt de hap van zijn pistolletje weg. "Ik kom oorspronkelijk uit London. Ik ben er 21 jaar geleden geboren en nooit een andere stad gezien dan London zelf." zegt Michael. "Wat doen je ouders?" vraag ik hem. "Mijn moeder was verpleegster en mijn vader leidde een filiaal van een grote supermarkt keten" zegt Michael, met een kleine trots in zijn stem.

"En wat deed jij om de dag door te komen?" vraag ik. "Ik had geen baantje, maar ik ging wel naar een doorsnede hogeschool." "Maar, hoe verdiende je je geld dan?" "Ik had vrienden die geen goede indruk op mij hadden" zegt hij.

Hij neemt weer een hapje van zijn pistolletje. "Zijn zij de gene die je tot dit hebben gebracht?" vraag ik hem voorzichtig. Hij knikt. Hij is dus te manipuleren. "Maar zo ben ik niet." zegt hij, alsof hij mijn gedachte kan lezen. "Ik wilde helemaal niet zo beïnvloedbaar zijn, maar op ten duur zit je zo in dat wereldje dat zij mijn alles waren. Ik kon niet anders meer."

"Wat heb je dan moeten doen van hen?" vraag ik. Hij slikt even. Hij denkt duidelijk na terwijl hij weer naar zijn pistolletje staart. Hij neemt een hap, waarschijnlijk om zichzelf wat meer tijd te geven om te antwoorden. "Kleine dingen zoals het stelen van een pakje sigaretten uit een supermarkt" zegt hij zacht nadat hij de hap heeft doorgeslikt. "En daar kreeg je geld voor?" vraag ik hem. Hij knikt bevestigend.

"Hoe heb je ooit ja kunnen zeggen op die reis naar Dubai?" vraag ik hem nieuwsgierig. Als hij echt alleen kleine dingen deed, is dit wel opeens een grote stap. "Ik wist het niet" zegt hij zacht. Dat zeggen ze allemaal schiet er mijn gedachtes in. Geen vooroordelen schetsen Nate, was het hele punt van deze lunch niet om die vooroordelen te gaan vergeten? vraag ik mij in mijzelf af.

"Hoe bedoel je Michael?" vraag ik hem. "Zoals ik zei, ik wist het niet" zegt Michael, met een kleine geïrriteerde ondertoon. "Ze zeiden dat ik op vakantie ging naar Dubai voor een weekend om geld op te halen. Het zou gaan om een of andere creditcard van iemand waar ze zaken mee deden" zegt hij.

"Maar uiteindelijk hadden ze iets in je bagage gedaan?" vraag ik. "Ja. Ik wist van een extra bodem in de tas maar ik mocht daar niet aankomen zeiden ze dus ik liet het." Naïef.

"Je werd gepakt, en toen?" "Dat weet je al" zegt Michael zacht en stug. "Michael dat weet ik niet" zeg ik. "Ik dacht dat je alles wist van wat er in de gevangenissen was gebeurt" zegt Michael. Hij kijkt mij aan met een blik die ik niet zo goed kan plaatsen. "Alleen van de cellen hier." "Oh."

Hij buigt zijn hoofd en kijkt naar de tafel. Net in mijn zicht zie ik dat hij op zijn schoot met zijn vingers speelt. "Ik moest strippen" begint Michael. Zijn stem is zacht en fragiel. "En moet dat oranje pakje aan. Ik werd in een cel gestopt met weinig voedsel, en als er voedsel was dan was het bedorven en koud. Ik wist niet waar ik was, waarom ik er was of wat er met mij ging gebeuren" spreekt zijn plots fragiele stem uit.

"Er werd nauwelijks gesproken. Ik werd wel door een man in de cel tegenover mij verteld dat ik er zat voor de export, en dat hij al velen had zien komen en gaan. Maar weer wist ik niet waar naartoe of wat ze met mij gingen doen." hij zucht even.

"Niemand was echt aardig voor mij, tot ik op transport werd gezet naar hier. De man die mij haalde was wel aardig tegen mij, tot ik hier in het busje bij de cellen aan kwam." Het blijft even stil. "De rest weet je" mompelt hij zacht.

Met verbazing staar ik Michael aan. Ik voel de pijn gewoon in zijn stem en zijn blik. Deze jongen is getraumatiseerd en eigenlijk mag hij van geluk spreken dat ik hem hier naartoe heb gehaald en hem heb gered. Nee Nate, je mag geen gevoelens voor hem krijgen schiet er door mijn hoofd heen. Ik heb gelijk, het is fout om gevoelens voor hem te krijgen. Het mag niet.

"Het spijt mij Michael" weet ik met een neutrale toon over te brengen, in de hoop dat hij niet aan mij kan horen dat het mij echt raakt hoe ze met hem zijn omgegaan.

"Mis je je ouders?" vraag ik voorzichtig. Hij haalt zijn schouders op. "Hoe bedoel je?". "Aan de ene kant wel, aan de andere kant ben ik hier veilig en heb ik het hier beter als thuis" zegt hij zacht. Ik glimlach, ik heb het dus toch wel goed gedaan voor hem.

"Ik waardeer je openheid Michael" zeg ik. Hij kijkt mij aan. In zijn helder blauwe ogen staat een waas van verdriet maar ook een gekke hoopvolle blik. "Als je wilt, mag je ook dingen over mij vragen" floep ik eruit.

Ik ben nooit erg open naar personeel, maar op een of andere manier wil ik voor Michael een uitzondering maken. Misschien zal hij mij op die manier nog meer waarderen. Hij glimlacht licht en stelt dan zijn eerste vraag; "Hoe was uw leven voor u Prins werd?".

Daar gaan we dan.

PrinceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu