hoofdstuk 14

600 20 2
                                    

Angstig loop ik achter hem aan door de gang heen, terug naar boven. Wat gaat er met me gebeuren? Zou er echt al een beslissing over mijn leven gemaakt zijn? Ik durf het prins Aiden niet te vragen, bang voor het antwoord. Ik loop liever niet door de gangen heen, wetend dat ik op weg ben naar mijn dood. Laat mij maar liever voor even in onwetendheid.

We komen weer uit in de hal. Hij loopt de hoofdtrap op en slaat dan links af en loopt naar het einde van de gang. Waar gaan we toch naartoe?

Hij opent de laatste deur van de gang aan de rechterkant. Met zijn arm maakt hij een gebaar dat ik naar binnen moet stappen. Ik loop langs hem heen de kamer binnen.

Mijn mond valt open en ik weet niet waar ik moet kijken. Deze kamer is heel anders dan mijn kamer in het paleis van Joyfourt, maar het is hier ook heel erg mooi.

Er is een grote tweepersoons bed, een mega kledingkast, een tafel moet stoelen en er is ook een deur dat naar de badkamer leidt. Ik draai me terug om naar prins Aiden, die nog steeds in de deuropening staat.

'Wat doe ik hier?' Hij haalt zijn schouders op. 'Je klaagde over een bed en ik merkte dat je het koud had, dus ik heb een kamer voor je geregeld.' Zijn ogen staan niet meer kil. Ze stralen wat meer bezorgdheid uit.

'Er hangen kleren voor je in de kast, ze zijn wat warmer dan je pyjama.' Ik staar hem aan. Heeft hij dit echt voor me gedaan? 'Dank je.' Zeg ik oprecht. Ik had niets liever gewild. Een lekker bed en weer wat warmte. Het is echt voelbaar warmer in deze kamer.

Met een verlegen glimlach komt hij de kamer inlopen. 'Ik hoop dat je het fijn vindt.' Ik lach. 'Wat denk jij dan?!' In een opwelling van blijheid geef ik hem een snelle knuffel.

'Sorry.' Zeg ik snel. Het is vast niet gepast voor een prinses om een prins te knuffelen, die haar vijand hoort te zijn. 'Waarvoor?' Hij houdt zijn hoofd een beetje scheef en glimlacht. Ik open mijn mond om te zeggen waarvoor, maar doe hem daarna weer dicht. Het zal ook wel. Hij is niet boos en trok niet terug, dus zo erg zal het ook wel weer niet zijn.

Hij krabt even in zijn nek en kijkt naar de grond. 'Dan laat ik je wel even alleen. Dan kan je jezelf even opfrissen en wat andere kleren aandoen.' Ik knik dankbaar naar hem.

Maar dan schiet me een vraag te binnen die ik eigenlijk al de hele tijd onderweg naar deze kamer wilde vragen. 'Wacht!' Abrupt stopt hij met lopen en draait hij zich om.

'Je gaat me toch niet vragen om je te helpen met het uitzoeken van je kleding hè? Want dat is niet mijn expertise.' Ik kijk hem dom aan. 'Nee, natuurlijk niet. Ik wilde weten wat er nu met mij gaat gebeuren?'

Ik kijk hem van onder mijn wimpers aan. 'Goed dat je me er aan herinnert, want ik was het bijna vergeten te zeggen.' Hij loopt weer terug de kamer in. 'Koningin Alysia heeft besloten om je in deze kamer te laten verblijven. Je blijft gevangene, maar je wordt niet vermoord.' Ik slaak een zucht van opluchting.

Maar waarom zou ze me in zo'n comfortabele verblijfplaats laten? Alsof hij mijn gedachte kan lezen gaat hij verder met praten. 'Ik stelde eigenlijk alleen deze kamer voor in het begin, maar natuurlijk wilde ze het je niet geven. Dus ik stelde voor om je nog steeds gevangen te houden en jouw ouders te laten denken dat we je martelen en je vast houden in die vieze kerker. Ik heb haar uiteindelijk over kunnen halen.'

Heeft hij dat echt allemaal voor mij gedaan? 'Wauw.' Is het enige wat ik kan zeggen. Ik wist niet dat de koningin zo toegevend kon zijn.

Prins Aiden loopt de kamer in en gaat op het bed zitten. Hij klopt naast zich als teken dat ik naast hem moet komen zitten. 'Weet je' begint hij. 'Iedereen vertelt deze gruwelijke verhalen over ons en dat we slecht zijn en al die dingen.' Hij zucht even. 'Maar dat valt echt wel mee. Onze manier van leven is anders, en de opvoeding. Maar we zijn niet slecht. We heten the Dark Court, puur omdat alle gevaarlijke wezens hier gedumpt worden.'

Ongelofelijk kijk ik hem aan. 'Hoe is die reputatie dan gekomen?' Hij haalt zijn schouders op. 'Ik heb meegekregen dat Joyfourt de problemen zat was en al die wezens dus hier dumpte. The Dark Court was het daar niet mee eens en vroeg om een eerlijke verdeling, maar dat gebeurde niet. Uiteindelijk zagen ze geen andere oplossing meer en gingen ze vechten. Ik denk dat we vanaf toen onze slechte naam hebben gekregen. Maar geloof me, dit is puur de kant van het land waar de zon nauwelijks schijnt en waar de donkere en giftige planten groeien.'

Ik kan nauwelijks bevatten wat hij allemaal zegt. Maar ergens geloof ik dat het wel klopt. De mensen hier leken ook niet echt abnormaal gemeen. En de wezens die we hier tegen zijn gekomen, hebben me niet kwaad gedaan, laat staan me een blik waardig gegund. Sommigen keken naar me vanwege nieuwsgierigheid, maar daar bleef het bij.

Hij legt een hand op mijn been. Een tinteling schiet door mijn hele lichaam. Zijn hand is verrassend warm. 'Nu laat ik je toch echt alleen. Ik kom vanavond weer naar je toe om je eten te brengen.' Hij zet zich af met de ene hand op het bed en de ander op mijn been en staat op. 'Ik stuur een kamermeisje om je te helpen.' En dan is hij weg.

Waarmee zou ik geholpen moeten worden? Ik kan toch ook zelf in bad gaan liggen en me aankleden?

Niet veel later komt er een elf binnenlopen in een pak van een dienstmeisje. Zodra ze me ziet maakt ze een reverence. 'Prinses Alina, ik kom u helpen bij het bad en wat schone kleding aantrekken.' Ik knik vriendelijk naar haar.

Ze loopt richting de badkamer en ik besluit om haar te volgen. Er is een gigantische badkuip en alle witte tegels aan de muren glinsteren. Het is hier verschrikkelijk schoon.

'Hoe heet je?' Vraag ik, omdat ik besefte dat ik haar naam niet wist toen ik haar wilde aanspreken. 'Fiona.' Glimlacht ze.

'Fiona, waarom help je me? Kan ik dit zelf niet doen?' Een glinstering verschijnt in haar ogen. 'Ik ben al zo lang niet meer aangesproken bij mijn naam.' Zegt ze blij.

Dan herstelt ze zich en geeft ze antwoord op mijn vraag. 'Aangezien u van een andere wereld komt, dachten we dat het handig is als we u voor de zekerheid even helpen. Dingen zijn hier waarschijnlijk heel anders.' Nu begrijp ik het! Maar het bad is gewoon een bad en kleding zou toch ook niet heel anders zijn?

Niet veel later had Fiona mijn bad laten vollopen met heet water en nu zit ik dus lekker te genieten. Wat heb ik dit gemist zeg. Nu ik hier in het warme water lig, besef ik pas hoe koud ik het al die tijd eigenlijk heb gehad.

Na een klein halfuurtje beginnen mijn vingers te rimpelen door het water en besluit ik het bad uit te stappen. Fiona komt meteen naar me toegesneld om me vervolgens een handdoek aan te geven. Dankbaar neem ik het aan.

Ik droog mijn haren en mijn lichaam. Ik loop de badkamer uit. Maar ik zie hem staan en pak mijn handdoek meteen steviger vast.

The dark prince | ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu