H7 thuis

89 4 2
                                    

De meiden rennen door de uitgang van de droomvlucht, als Annelin ineens blijft staan.

"Wat zouden alle mensen in het park wel niet gedacht hebben?" Zegt ze.

"Hoe bedoel je, waarover?" zeggen de meiden niet-begrijpend.

"Nou, al die tijd dat wij daar in de attractie waren kon niemand anders erin, dus wat zouden ze gedaan hebben?"

"Ooooooh zo, tja...misschien staat er wel iets bij de ingang..." Zegt Raisa.

Ze lopen naar buiten en kijken even achterom naar de ingang, ze zien een bordje staan:

"verboden toegang, er is iets mis met de atractie, excuses hiervoor."

"Dat was het dus.." Zegt Rosanne.

Ze rennen zo snel als ze kunnen naar de uitgang van het park. Lise heeft de parel in haar broekzak gedaan, maar heeft haar hand erop omdat ze bang is hem te verliezen. Ze rennen door de grote ingang naar de parkeerplaats, en ze horen weer het vrolijke parkeerplaatsmuziekje. Het is er erg druk. Alle mensen Lopen op de parkeerplaats en bij de ingang. Daar zien ze de blauwe auto van Annelin's moeder. Ze rennen er naar toe.

"Hoe was het?"  Vraagt ze.De meisjes kijken elkaar even aan, en zeggen dan dat het heel leuk was. Ze stappen de auto in en Lise voelt nog even voor de zekerheid of ze de parel nog heeft.

Langzaam komen ze in de buurt van Dordrecht, de stad waar ze allemaal wonen. Alle meisjes worden thuis gebracht, behalve Rosanne, zei gaat mee naar Annelin's huis, want zij blijft logeren. Annelin en Rosanne mogen beneden in de huiskamer slapen, wat erg handig is om dus uit huis te komen 's nachts. Gelukkig logeren de andere meiden ook bij elkaar, Lise en Dewi, en Puck en Raïsa bij elkaar. Op wathsapp praten ze lang verder, in een wathsapp groep met z'n zessen, genaamd: 6 meiden, 1 opdracht.

Annelin en Rosanne praten met elkaar;

"Rosanne, hoe komen we ooit weg uit huis?"

"uhm, tja...misschien moeten we maar gewoon uit huis gaan, zo stil mogelijk."

"Maar wat nou als m'n ouders zien dat we weg zijn, dan worden ze mega ongerust."

"Ja, dat is ook zo..."

Het is even stil. De meiden denken allebei diep na. Tijdens hun nadenken hebben ze allebei het slechte gevoel in hun alsof ze niet alleen met z'n tweeën zijn, alsof om de hoek van de kamer iemand mee staat te luisteren. Ze voelen zich niet veilig.Annelin draait haar hoofd om en kijkt bang achterom.

"Wat is er?" Vraagt Rosanne.

"ik...ik voel me gewoon niet fijn, alsof we hier niet alleen zijn.." Een rilling glijd over haar rug, brrrrr.

"Dat gevoel heb ik ook, precies wat die wezens zeiden in de droomvlucht, dat we niet alleen zouden zijn zolang we de opdracht nog niet hebben uitgevoerd...brrr."

Annelin is wel een meisje die snel angst heeft, Rosanne iets minder snel, maar toch zitten ze allebei te bibberen. De bbf's gaan dichter tegen elkaar zitten met hun knieën opgetrokken, hun armen erover en hun hoofd erop. De meisjes zijn bang, gewoon te bang. Bij elke schaduw, ookal is het een auto die door de straat rijdt, schrikken ze.

Tegelijkertijd thuis bij Puck en bij Dewi zitten de meisjes ook in de huiskamer op hun matrassen, bang, met angst, wit van angst, voor als er iets mis gaat vanacht en de geesten een van hun zal vermoorden.

BIJ DEWI EN LISE:

"Lise..." Zegt Dewi.

"ja?"

"Heb je de parel nog?"

"Even kijken..." Lise gaat staan en voelt in haar broekzak. Haar gezicht wordt bleker dan bleek.

"Wat?! Ja? Nee!? Heb je hem nog! Dewi kijkt haar met grote ogen aan.

"Ik voel hem niet!"

"NEE HE?!" De meiden kijken met grote ogen elkaar aan. Dan zucht Lise. En ze haalt haar hand uit haar broekzak en voelt in de zak van haar vest.

"Ik heb hem nog!" De meiden zuchten en gaan van opluchting liggen op hun bedden. Ze blijven een aantal minuten stil met ogen gesloten. Niemand zegt iets, geen geluid is er te bekennen in de hele kamer. Totdat Lise ineens de rust verbreekt.

"Hoe zorgen we nou ooit dat we uit huis komen?!" Dewi schrikt op uit haar gedachtes en vraagt wat Lise zei. Ze herhaalt haar vraag.

"Oooh nee he....dat gaat nooit lukken!" Dewi zet haar ellebogen op haar knieën en leunt met haar voorhoofd op haar handen, diep nadenkent. Ze kijkt op wathsapp en ziet dat ze paar berichten heeft uit de groep met hun zessen.

BIJ PUCK EN RAÏSA:

Ze liggen allebei op de banken in het huis van Puck. Raïsa met haar ogen gesloten, diep nadenkend, vermoeid van de drukke dag, en nog natrillend van de spanning. Puck heeft het er een stuk minder moeilijk mee. Ze zet de tv aan en kijkt wat engelse programma's, niet echt bang of zenuwachtig voor vanacht. Ineens begint Raïsa te snikken, ze legt haar armen voor haar gezicht, schokkend van angst en verdriet ligt ze op de bank. Puck merkt het op en gaat bij haar zitten.

"Aawch Raïsa, het komt echt wel goed hoor, denk je echt dat wij niks kunnen doen tegen paar van die wezens waar geen leven in zit? Dat had ze beter NIET kunnen zeggen, want er klinkt een klap op het raam. Ze schrikken, Raïsa begint nu echt te huilen, en Puck kijkt met grote ogen naar het raam.

"Ik kan er niet meer tegen, waarom zijn wij nou de slachtoffers van hun, waarom wij! Waarom moeten wij eronder lijden!

6 meiden, 1 opdrachtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu