Chapter One

509 35 17
                                    

Een klein voorproefje. Enjoy❤️
{ na ieder deel staat er een quote }

--
🌸Puck🌸

De geur van mijn koffie is te sterk, maar trekt mijn aandacht. Mijn blik glijd naar buiten. Het is druk op straat. Mensen lopen van winkel naar winkel. De meeste zonder doel. Het is weer winter. Dikke vlokken sneeuw dwarrelen langzaam naar beneden.

Het is te rustig in de Starbucks voor een zondagmiddag. Het gerinkel van het belletje wanneer er iemand binnen komt irriteert me. Net zoals de geluiden van de koffie apparaten die om de seconden aan lijken te gaan. Ik ben op mijn hoeden. Voor alles. Maar ook voor niks.

Een bekende jongen met groene ogen komt binnen en glimlacht breed naar me. "Hey kleintje," ik glimlach. Ik richt mijn blik weer op de buitenwereld. Het is inmiddels gaan stormen. De sneeuwvlokken vallen harder naar beneden. De sneeuwdeken word dikker en mijn glimlach word groter.

"Waarom glimlach je?" Ik kijk terug naar hem. Simpel weg haal ik mijn schouders op. "Geen idee," ik schuif zachtjes mijn stoel naar achteren zodat ik kan opstaan. "Waar ga je heen?" Opnieuw haal ik mijn schouders op en trek mijn leren jas van de stoel af. "Wandelen,"

Ik doe mijn jas aan en haal de capuchon van mijn trui er uit die ik op zet. "In die storm?" Ik knik. "Waarom niet?" Ik rits mijn jas dicht en schuif mijn stoel aan. Het kartonnen bekertje gooi ik met een boog in de prullenbak. "Het is donker," ik kijk buiten en zie dat hij gelijk heeft.

De lantaarns verlichten de straat. De vlokken sneeuw vallen sneller en sneller naar beneden terwijl ze een schaduw met zich meenemen. "Voorzichtig," ik knik zonder hem aan te kijken. Langzaam loop ik naar de uitgang terwijl de stemmen vervagen.

De krakende deur gaat open en het belletje rinkelt. Ik glimlach. Geen idee waarom. Buiten word ik bedolven met sneeuwvlokken. Mijn zwarte jas ziet binnen No-time wit. Net zoals mijn Nike schoenen. Ik kom in beweging, de sneeuw dwarrelt in mijn gezicht. Even ril ik en twijfel of ik terug moet gaan naar binnen.

Ik schud mijn hoofd en loop verder. De straten zijn inmiddels verlaten. De winkels zijn gesloten en de etalages zijn verlicht. Binnen kort is het kerst. Nog vijftien dagen tot de standaard kerstfilms. De lichtjes en de kerstboom.

Nog vijftien dagen tot de dagen met familie. De dagen dat eten je bij blijft, net zoals de drank en ijsjes. Vijftien dag tot gezelligheid. Vijftien dagen tot een weekend dat ik geen ruzie heb met hem. Ik zucht. Vijftien dagen...

De sneeuw onder mijn gympen kraakt. Ik draai me om. Voetafdrukken zijn te zien in het licht van de sierlijke lantaarns. Opnieuw glimlach ik. Als ik me terug omdraai knippert het licht van de lantaarn boven me. Het teken dat hij er zo mee stopt. Rustig loop ik verder, de hoek om.

Links van me zijn de bekende winkels. De H&M heeft etalages vol kerst truien, nep sneeuw en mini kerstboompjes. De Snipes heeft verschillende schoenen in de etalage staan. Christmas Edition staat er met grote letters boven. Het zelfde verhaal geldt voor de Supra Store.

Achter me hoor ik geritsel. Langzaam draai ik me om, een schaduw staat onder de lantaarnpaal. "Kleintje?" Ik herken de stem meteen. "Louis," beantwoord ik zijn vraag. Hij loopt uit het licht van de lantaarnpaal. "Wat doe je zo laat nog alleen op straat?" "Wandelen," herhaal ik mijn eerdere woorden van deze avond.

"Dat zie ik," hij pakt mijn beiden handen vast en kijkt me aan. "Waarom?" Ik kijk naar hem op. "Gewoon," ik glimlach naar hem. Hij schud zijn hoofd en laat een hand van mij los. "Ik breng je naar huis," ik haal mijn schouders op.

"Heb je ruzie met hem?" Ik knik. "De derde keer in twee dagen tijd," mompel ik toegeeflijk als hij me afwachtend aankijkt. "Weet je nog wat hij jou geleerd heeft?" Opnieuw knik ik. "Dat is iets wat ik niet kan vergeten," hij knikt nu op zijn beurt. We lopen de juiste straat in.

"Is hij thuis?" Ik haal mijn schouders op. "Ik denk het wel," Louis knikt. Thuis aangekomen brand er licht in de gang. De rolluiken zijn gesloten waardoor ik niet kan zie of dat hij thuis is. Met goede moet steek ik mijn huissleutel in het slot. Zodra ik de voordeur open draai komt hij aangewandeld.

Ik verwacht dat hij gaat schreeuwen. Met uitscheld of me kwetst. Maar dat gebeurt niet. Hij kijkt me leeg aan. Hij toont geen emotie. Niks. Ik kan zijn blik niet lezen. Louis kijkt op me neer. "Wat doet Louis hier?" Is het eerste wat hij vraagt, wijzend naar zijn beste vriend.

"Lou heeft me thuis gebracht," mompel ik. "Mompel niet," ik knik. "Sorry," Ik krijg een zetje in mijn rug. "Ik ga maar eens," ik geef Louis dankbaar een knuffel. "Bedankt," glimlach ik terwijl ik mijn capuchon afzet. "Geen dank, ik zie je bij de training," ik knik. Louis verlaat de oprit en ik sluit de voordeur.

"Waar was je?" Ik kijk recht in de blauwe ogen van mijn vriend. "Starbucks," ik denk na over wat Louis tegen me zei. Weet je nog wat hij jou geleerd heeft? Zijn vraag blijft door mijn hoofd spoken.

Minuten lang sta ik in de hal voor me uit te staren. Totdat ik begrijp wat Louis bedoeld. Sloffend loop ik de huiskamer binnen. "Til je voeten op," ik maak mompelend een sarcastische opmerking waarvan ik hoop dat hij die niet verstaan heeft. In de keuken kijk ik naar de twee Latijnse woordjes die ik tegen het magneet bord heb geplakt.

"Carpe Diem, dat is wat ik moet doen,"

---

Enjoy life today
Yesterday is gone
&
Tomorrow may never Come

Carpe Diem 2 {N.H}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu