Hoofdstuk 63

724 56 2
                                    

Allerlei emoties razen door me heen. Boosheid, verdriet, verbazing en verwarring. Wie haalt het in godsnaam in zijn hoofd om een graf te vernielen? En waarom zou je dan zo'n schijnheilige tekst achterlaten. Dit kan niet anders dan het werk van een weerwolf zijn geweest. Dan valt mijn oog op een stel rood gespoten takjes in de vorm van een pijl. De pijl wijst naar het noorden. Twijfelend zet ik een stap in de richting. Dan kijk ik achterom. Zou ik Dakota er niet bij moeten halen? Maar hij zou het me sowieso verbieden om de pijlen te volgen. En wat als de pijlen me richting Connor leiden? Die laatste gedachte geeft de doorslag en ik begin mezelf door het dichtbegroeide bos te werken. Al gauw kom ik de volgende pijl tegen. Deze keer gespoten op een boom. Dwars door de pijl is een klauwspoor te zien. Een rilling trekt door me heen als ik besef hoe kwetsbaar ik nu ben, maar ik blijf doorlopen. Tien pijlen verder kom ik uit bij een groot weiland. Het weiland is helemaal leeg, op een tafel en twee stoelen na. Verbaasd kijk ik om me heen. Is dit een grap? Dan begin ik langzaam naar de tafel te lopen. Plotseling hoor ik vlak naast me iets ritselen. Geschrokken kijk ik op en spring achteruit. Een klein konijntje rent haastig weg. Ik leg een hand op mijn borst en probeer mijn adem weer onder controle te krijgen. Zodra die weer onder controle is loop ik verder naar de tafel en neem plaats. Onwillekeurig houd ik mijn adem voor een paar seconden in als ik ga zitten. Als er niks gebeurd ontspan ik me een beetje en kijk om me heen. Ik heb nooit geweten dat dit weiland bestond. Maar ik mocht van mijn ouders ook nooit verder dan de grote boom in het midden van het bos. En nu ik er zo over na denk snap ik wel waarom. Dit is weerwolf territorium. Terwijl ik zo in gedachten verzonken voor me uit staar kom ik er pas later achter hoe er een roestbruine weerwolf het bos uit komt geslopen. Pas op tien meter afstand merk ik hem op. Snel spring ik overeind en spring over de tafel naar de andere kant, zodat de tafel een soort barriere is tussen ons. Dan zie ik hoe er een meisje van ongeveer mijn leeftijd het bos uit komt gerend. 'Kan je voortaan niet even waarschuwen dat je er vandoor gaat?' Vraagt ze tussen twee diepe ademteugen door als ze de jongen heeft bereikt en steunt hijgend met haar handen op haar bovenbenen. Dan pas lijkt ze mij op te merken. Meteen wordt ze rood en ze veegt wat bezwete bruine plukken haar uit haar gezicht. 'Wie zijn jullie?' Vraag ik zacht en moet me inhouden om het niet op een rennen te zetten. Waarom ben ik hier ooit heen gegaan?

Daughter of A Vampire, Son Of A Werewolf (DUTCH)(GEEN TWILIGHT FANFICTIE)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu