Hoofdstuk 30

26 7 0
                                    

Er is niks meer. Gewoon niks. Ik kijk rond en zie alleen maar leegte. Een groot blauwig gat. Er is geen lucht of grond te bekennen. Verbijsterd kijk ik terug naar het pretpark. Het is ook verdwenen, als sneeuw voor de zon. Alleen de muur waar ik op sta is er nog, zwevend in het niets.

De stilte word doorbroken door een luide piep, regelmatig krast hij door de leegte. Licht hoor ik geroezemoes, maar ik kan het niet plaatsen. Na elke piep schiet er een een lichtflits door het niets. Ik voel mijn voeten loskomen van de muur en als ik naar beneden kijk zie ik alleen maar blauw. Alles heeft het niets opgeslokt. Ik voel mezelf gewichtloos wanneer de piep veranderd in een lange toon.

Pieeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeep.

Mijn ogen vallen dicht en ik voel alleen nog maar intense rust.

POV onbekend

Ze was er bijna, even dacht ik dat ze sterk genoeg was maar toen viel alles weg. Het werd haar te veel en ik weet niet hoe ze het gaat overleven. Ik hoor gepiep uit het apparaat en bedenk me dat het misschien beter is als ze geen pijn meer gedaan zou worden. Even overweeg ik om de stekker er uit te trekken, maar dat heeft ze niet verdient. Voorzichtig veeg ik het straaltje bloed dat uit haar neus loopt weg. "Het komt wel goed met jou," fluister ik bijna. Alsof de wereld mij meteen op mijn leugen wil wijzen veranderd de gelijkmatige piep in een lang toon. Misschien is het maar beter zo. Ik kijk Charlotte weer aan, maar kan het niet over mijn hart verkrijgen. Ik ren de kamer uit en roep voor hulp.

POV Charlotte

Alles is zo heerlijk rustgevend, genietend van de stilte zweef ik rond. Ineens lijkt het alsof er een vulkaan ontploft binnen in mij. Pijnscheuten schieten door mijn hele lichaam en ik schreeuw het uit. Het rustgevende blauw veranderd ineens in een fel wit licht. In kijk verschrikt om mee heen zie dat er recht boven mij een tl-lamp hangt die de rest van de spierwitte kamer belicht. Ik schrik als ik een vrouw aan mijn voeteneind zie zitten. Ze huilt en heeft haar handen voor haar gezicht. Mijn keel voelt droog aan, elke keer als ik slik voelt het als schuurpapier daarom is het enige wat ik kan fluisteren:"Mam," Verschrikt kijkt de vrouw die mij al mijn hele leven heeft opgevoed op. "Ow liefje, ik dacht dat je dood was," zegt ze met een bibberende stem.
"Mam wat doe ik hier?" Meteen krijg ik er spijt van dat ik wat zei want een brandende pijn gaat er door mijn keel. "Een man bracht je hier, ze wisten wenst niet wie je was, maar toen de man ineens om hulp riep toen je hart er mee stopte vertelde hij er meteen bij dat ze mij moesten bellen. Hij is daarna verdwenen," ze zucht ,"Ow ik ben zo blij dat je er nog bent! Je bent twee maanden spoorloos geweest.."

Rollercoaster (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu