Hoofdstuk 5

98 8 0
                                    

Zenuwachtig sta ik buiten de school te wachten tot Evi komt. Ze had nog een half uur bijles Engels en die bijles is 5 minuten geleden afgelopen. Vanmorgen heeft ze met haar tante geregeld dat we vanmiddag langs konden komen. Gelukkig gaat ze zelf wel mee, want anders zou ik helemaal niet durven. Maar ik moet! Ik moet erachter komen wie mijn ouders waren en wat er is gebeurd. 'Hey Noo, ik pak m'n fiets ff!' Schreeuwt Evi als ze de school uit komt en ik knik. Even later staat ze naast me. 'Let's go!' En ze springt op haar fiets ik fiets achter haar aan. 'Ben je zenuwachtig?' Vraagt ze als ik na 3 minuten fietsen nog steeds niks heb gezegd. 'Oké stomme vraag, natuurlijk ben je zenuwachtig.' Gaat ze verder. En dan houdt ze haar mond. 

Een kwartier later zijn we bij het huis van Marion. Ik kijk Evi zenuwachtig aan, ze pakt mijn hand vast en knijpt erin. 'Het komt goed, Noo.' En dan loopt ze naar de deur en belt aan. Marion doet de deur open. 'Hallo meiden, kom binnen.' Zegt ze en uitnodigend houdt ze de deur open. Als ik binnenkom ruik ik meteen de geur van chocomel. Ik kijk Evi aan en ze lacht. 'Ga maar op de bank zitten hoor.' Zegt Marion hartelijk en ze schenkt me een geruststellende glimlach. Zou ze die mijn moeder ook vaker geschonken hebben? Maar veel tijd om na te denken heb ik niet, want Marion komt al weer binnen met een dienblad waarop 2 dampende mokken chocomel, 1 mok koffie en 3 stukken vlaai opstaan. Ze zet het dienblad neer op de tafel en gaat tegenover ons zitten in een grote leunstoel. Ze gebaart me haar hand naar het dienblad, dat we iets mogen pakken. Ik pak een mok chocomel in mijn handen en stel de vraag die ik al de hele tijd op mijn tong voelde branden. 'Kunt u me vertellen over hoe mijn ouders waren?

'Eva van Dongen, een prachtige vrouw. Ze was altijd gesloten, niemand kon echt tot haar doordringen, behalve Wolfs. Je vader. Ze had zoveel meegemaakt, zoveel dat geen enkel mens dat had kunnen verdragen. Alleen zij kon dat. Ze was zo sterk, maar toch kwetsbaar. Ze liet niemand toe en was altijd hard. Bang om haar echte gezicht te tonen, er waren zoveel mensen die haar bedrogen hadden. Je vader ook. Maar dat wat er tussen hen was, was niet zomaar iets. Het was echte liefde. Samen tot de dood hen zou scheiden. Zo zeiden Romeo en ik dat altijd tegen elkaar.'

Ik laat de informatie op me inwerken, dus Romeo was haar collega.

'En dat gebeurde ook, maar ik zal bij het begin beginnen. Wolfs kwam naar Maastricht, hij werkte eerst in Amsterdam. Maar hij had zijn vriend bedrogen, door een affaire aan te gaan met de vrouw van diezelfde vriend. Zijn vriend pleegde zelfmoord. Hij vertrok naar Maastricht om opnieuw te beginnen, niet van plan ooit nog iets met een vrouw te beginnen. Hij moest samenwerken met Eva. De meeste agenten hadden medelijden met hem, maar hij zag er de lol wel in. Eva was destijds nog samen met Frank, een aardige man. Helaas werd Frank op hun trouwdag geliquideerd, omdat hij in een conflict was geraakt met witwassers. Eva was er kapot van en Wolfs troostte haar. Ze groeiden steeds meer naar elkaar toe. Op een dag kreeg Wolfs een email van een onbekende afzender. Het was een rouwkaart waarop stond dat zijn vroegere minnares samen met haar zoon zelfmoord hadden gepleegd. En tegelijkertijd kwam er een nieuwe agent op het bureau werken. Het bleek dus dat dat de broer van zijn minnares was. Hij heeft een poging gedaan je vader te vermoorden, maar je moeder kwam nog net op tijd. Ondertussen gebeurde er nog veel meer, maar ik zal niet alles vertellen want dan zitten we hier morgen nog. Die man werd dus opgesloten in de gevangenis, maar later kwam hij weer vrij. Hij begon weer met het stalken van je vader en moeder, maar toen kwam je halfzus, Fleur, ze schoot hem dood. Fleur is ook om het leven gekomen, maar dat is een ander verhaal. Je vader en moeder hadden heel veel meegemaakt, meer dan een mens mag meemaken. Maar ze bleven sterk voor elkaar, door elkaar. Ze trokken elkaar steeds uit het diepe. Toen ze uiteindelijk na al die jaren een relatie kregen, werd je moeder zwanger van je vader. Het was bijna misgegaan, maar uiteindelijk werd je toch geboren. Een week lang leefden jullie vredig en met elkaar, maar toen kregen jullie een dreigbrief van de broer van degene die je halfbroer had vermoord. De rest weet je denk ik wel. Romeo redde je uit de auto, toen hij de tunnel uit kwam zag ik jou meteen. Ik had je nog niet gezien, maar je keek me zo lief aan. Ik hield je stevig in mijn armen. Romeo vertelde me dat je vader en moeder dood waren, hij had ze zelf in de auto zien zitten. Toen zijn we allebei gestopt met het politiewerk. Er was teveel gebeurd. En toen 14 jaar later stond jij opeens voor de deur. Ik zag het meteen; Noa. Je lijkt zo verschrikkelijk veel op je moeder.'

Marion staart zwijgend voor zich uit, verzonken in haar gedachten. 'Wie was degene die mijn ouders vermoord heeft?' Vraag ik. Ik wil het weten, ze moet het me vertellen. Ze kijkt me indringend aan en wend dan haar blik af. Na wat een uur lijkt geeft ze me antwoord op mijn vraag. 'Dat kan ik je niet vertellen Noa, je moet geen slapende honden wakker maken.' 'Maar ik wil het weten!' Schreeuw ik bijna uit. Marion kijkt me aan en zegt: 'Noa, ik zie dezelfde wilskracht in jou ogen als die ik altijd in je moeders ogen zag, maar alsjeblieft. Hij is gevaarlijk, hij heeft je ouders vermoord. Blijf uit zijn buurt en ga niet graven in het verleden. Je ouders zouden het me nooit vergeven als hij jou alsnog zou vermoorden. Hij weet niet dat je nog leeft! We hebben het stil gehouden, zodat hij het nooit te weten zou komen. Zodat hij nooit naar jou op zoek zou gaan. Noa, beloof me alsjeblieft dat je hem niet gaat zoeken.' Ze kijkt me aan. 'Het spijt me, dat kan ik niet beloven. Ik moet hem vinden.' Zeg ik en ik sla mijn ogen neer.

NoaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu