Hoofdstuk 10

105 6 0
                                    

'Ben jij Floris?... Floris Wolfs?... Ben jij... mijn vader?' Vraag ik met bibberende stem. Ik neem hem eens goed in me op. Ik herken hem niet terug van de foto, hij ziet er zo... zo ik weet niet hoe ik het moet omschrijven. Hij ziet er gewoon uit alsof hij al 14 jaar in dit hok leeft. Zijn baard is super lang en smerig, zijn gezicht ziet er heel bleek uit, voor zover ik iets kan zien dan. Zijn ogen staan dof. 'Maar, maar hoe kan dat dan? Je was toch dood?' Vraag ik. 'Ik ben niet dood, nou ja, niet dood, dood.' Ik laat de woorden op me inwerken. 'Ik leef al 14 jaar in dit hok, ik denk dat mijn geest lang geleden al is gestorven.' Vervolgt hij triest. 'Maar ik dan? Ik ben er nu toch? Toch... papa?' Ik zie dat het hem raakt dat ik hem papa noem. Heel even zie ik het zijn ogen oplichten, maar meteen gaan ze weer dof staan. 'Ik kom hier niet uit, Noa. Hij houdt me hier tot ik doodga, mijn leven is hier al geëindigd. Hij doet dit om me te martelen, om mijn leven tot een hel te maken.' Zegt hij zonder ook maar een enkel spoor van levenslust. 'En ik? Moet ik dan ook mijn hele leven hier blijven zitten? Alleen door jou fucking conflict met die psychopaat?! VAN JOU WISTEN ZE NIET DAT JE NOG LEEFDE, MAAR IK ZIET HIER NAAST JOU EN MIJ GAAN ZE ZOEKEN! ZE WETEN DAT HIJ ME HEEFT ONTVOERD!!!' Schreeuw ik tegen hem. 'WORDT WAKKER! MARION EN EVI KOMEN ONS ZOEKEN! EN ZE ZULLEN ONS VINDEN!' Hij kijkt me aan en zijn ogen lichten weer op... en ze blijven stralen! 'Noa, je lijkt zo verschrikkelijk veel op je moeder. Die was ook zo'n doorzetter.' Hij houdt zijn armen open en buigt naar voren, ik ren naar hem toe en hij drukt me dicht tegen zich aan. Ik ruik de vieze geur die van hem afkomt, maar het boeit me helemaal niks. Mijn vader leeft nog en is bij me. 'Maar pap, wat is er nu echt gebeurd? Tussen jou en die man?' Vraag ik en hij begint te vertellen. Hij vertelt hetzelfde als Marion, nog gedetailleerder. Ik ril en kruip dichter tegen hem aan, ik wordt steeds banger. '.... Je moeder leeft niet meer, Noa. Maar ik weet zeker dat ze wil dat we gelukkig zijn.' Eindigt hij zijn zin. Ik huil in zijn armen en fluister dan: 'Papa?... Hij wil me verkrachten, Bram. Dat heeft hij net gezegd.' 'Noa?... Kijk me eens aan?' Zegt hij en ik draai mijn gezicht naar hem toe. Ik zie de kracht en wil in zijn ogen. 'Ik zal je beschermen. Ik zal je beschermen, omdat ik je moeder en Fleur niet heb kunnen beschermen. Er zal jou nooit, maar dan ook echt NOOIT iets gebeuren. Jij bent het enige dat ik nog heb!'

NoaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu