Proloog

10 3 0
                                    

Blauwe leegte. Zo noemt mijn papa het.
Ik sta op het strand wanneer ik me realiseer dat het eerder blauwe vol is.
Want de zee is verre van leeg...
Mijn kleine teentjes graven zich in in het warme zand, terwijl ik over het water staar.
Ik staar zo ver mogelijk, maar de overkant komt niet in zicht.
Een diepe stem onderbreekt mijn gedachten.
"Ik wist wel dat ik je hier zou vinden."
Ik draai me om en kijk mijn opa in de ogen, die samengeknepen zijn tegen de wind. Hij doet zijn ogen weer open en komt naast me staan. "Mama zoekt je. Je moet naar huis meis."
Ik kijk naar mijn opa en steek mijn armpjes uit. Opa tilt me op en kreunt.
"Ik wordt hier te oud voor... En jij te groot." Lacht hij.

"Mare! Daar ben je!" Mijn mama komt op me afgelopen en neemt me over van opa.
"Dankje pa. Ik had nog uren naar haar kunnen zoeken..." Zegt ze met haar zangerige stem.
"Geen probleem hoor."
Mama geeft opa nog snel een kus voor ze me meeneemt naar binnen.
"Mare, kleine meisjes horen niet alleen op het strand rond te zwerven... Vraag opa volgende keer mee."
Ik knik en neem een hapje spaghetti.

Opa woont in het kleine, groene huisje over het onze. Ons dorpje is niet heel groot, dus ken je bijna iedereen.
De kinderen uit het dorp spelen dan ook vaak samen op straat of op het strand, maar ik zit liever alleen.
Mama zegt dat dat "niet normaal is voor meisjes van vijf", maar dat maakt me niet uit. Ik ben een plan aan het maken! Een groot plan!
Ik ga reizen.... Over de grote zee. Ik ga varen tot ik de overkant bereik!
De overkant die tot nu toe altijd onzichtbaar voor me is geweest...

VAAR! (wel)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu