Hoofdstuk 7

3.1K 113 28
                                    

Dag 2C
◇◇◇◇◇◇◇◇◇◇◇◇◇◇◇◇◇

P.O.V Roos

"Ben je gek of zo!? Ze kon zo dood gaan als ze zo nog een beetje langer bleef!"

"Maar ze is niet dood of wel!?"

Hoorde ik mensen schreeuwen.

"Roos?"

Zei iemand en ik werd meer wakker. Ik opende mijn ogen en keek in de ogen van Toni. Ik stond slap in de lucht en probeerde op te staan, maar het was te hoog en mijn spieren deden pijn. Mijn tenen kwamen net op de grond teregt. Toni ging naar de touw en maakte die open. Alleen wanneer hij naast me stond liet hij die los en ik viel als een pop uit elkaar. Hij ving me op en nam me op een bruidstijl op. Ik zat slap in zijn handen en keek naar mijn omgeving. Dean en Riven zaten geschrokken naar me te kijken. Wanneer Toby me boos aan keek en Rowan grijnzde. Toni nam me naar boven en deed de deur open. Hij sloot de deur met zijn voet. Hij legde me zachtjes op het bed en deed de touw los. Ik probeerde vermoeid mijn handen naar boven te halen om te zien hoe ze eruit zagen. Ze hadden rode sneeën in ze en waaren rood. Ik liet ze naast me vallen en hij deed mijn benen los. Hij ging naar ergens weg en kwam terug met een EHBO kistjes. Hij nam een gele fles tevoorschijn en zette de spul op een watje. Hij nam mijn hand zachtjes en trok die naar zich toe. Hij depte het op mijn wonden en ik kreunde. Het deed niet pijn. Het voelde als koud water op mijn huid. Ik trok mijn han
d niet terug. Het voelde goed om deze pijn te voelen en niet de pijn in mijn hart. Ik heb pijn, doordat ik over mijn familie en vrienden dacht. Over de meisjes en alles. Ik wil dat vergeten door pijn te voelen, maar ik ben er zo gehecht aan dat ik de pijn in mijn handen en voeten nouwlijks voel.

"Waarom doet het jou geen pijn?"

Vroeg Toni en keek naar mijn wonden.
Ik keek hem vermoeid aan en zei:

"Omdat ik al gehecht ben aan die pijn. Mijn vader mishandelt me sinds ik klein ben. Als ik gewond raak voel ik alleen maar zachte tintelingen. Mijn beste vriend was het enige van mijn vrienden die dat wist. Hij was het enige die me beschermde."

Hij knikte en zuchtte pijnlijk. Hij verbond mijn wonden en stond op en zette de kistje terug. Hij wilde weg gaan maar ik riep hem. Ik heb geen idee waarom, maar ik wilde dat hij naast me ging liggen.

"Kun je bij me blijven?"

Hij knikte en ging naast me liggen. Hij trok me naar zich toe en ik legde mijn hoofd op zijn borst. Met mijn vingers tekende ik over zijn borst.

"Waarom doe je dit?"

Vroeg ik zacht en zuchtte. Hij ademde diep in en zei:

"Als ik hier niet was, was je nu half dood in de keuken achter gelaten."

"Zoals de drie meisjes in de kelder?"

Vroeg ik een beetje boos en keek op om zijn gezicht te zien. Hij keek levenloos voor zich uit en dan naar mij.

"Die meisjes gaan weg binnen een paar dagen."

"En ik?"

Vroeg ik hoopvol.

"Nee, zei worden verplaatst naar een andere groep. Jou zien we als een cadeau die op onze deur klopte. Daarom bewaren we jou en ga je niet met ze mee. Je moet blij zijn dat je niet weg gaat."

Ik knikte en legde mijn hoofd op zijn borst en keek naar mijn pols. Ik wil hier weg. Misschien kan ik op een manier zijn pistool afpakken. Ja, dat zal ik proberen, maar niet nu. Ik zal door mijn benen zakken de seconde dat ik op sta. Ik zuchtte en stond op. Ik hield mezelf vast aan het bed en probeerde te gaan. Toni stond ook op en ging naar me toe.

"Wat doe je?"

Vroeg hij verward.

"Ik probeer te lopen."

Zei ik bot en deed een stap naar voor. In mijn eerste stap zakte ik door elkaar en hij ving me. Hij legde me zachtjes op het bed.

"Ik zal jou wel naar beneden dragen. Goed?"

Ik knikte. Hij hief me op en droeg me naar beneden. Hij zette me op de keuken eiland en ging naar de koelkast. Ik keek naar de woonkamer waar de jongens zaten. Ze speelden en schreeuwden. Rowan keek me aan en ik kreeg kippenvel. Hij grijnzde en dan keek weg toen Toni naar me kwam.

"Hier, eet op."

Er zat een boterham en salade op het bord. Ik wilde niets eten. De meisjes hebben dat harder nodig dan ik.

"Ik wil het niet. Geef maar aan de meisjes."

Hij keek me boos aan en zei:

"Dat was een bevel. Eten!"

Schreeuwde hij en ik schrok. Ik nam de vork en at de salade. Dan ging hij naar de jongens toe. Ik at mijn bord in stilte leeg en toen hoorde ik een geluid achter me.

"Hallo schoonheid."

Zei Riven en kwam tegenover me zitten. Ik slikte het stukje boterham door en legde die neer.

"Wat wil je?"

Vroeg ik bot. Ik kreeg een schok en ik kreunde.

"Niet zo bot praten prinses. Ik wilde jou alleen gezelschap houden."

Ik lachte spotend. Alleen mij gezelschap houden. Dat geloof ik niet.

"Ja, tuurlijk."

Hij kwam naar me toe en boog naast mijn oor.

"Geen zorgen prinses. Ik ben niet helemaal geïnteresseerd in je, maar als je me boos maakt dus krijg je wel wat."

Zijn koude adem tintelde mijn huid en ik heuverde. Hij ging naar de jongens toe en zat naast ze. Ik hoop dat ik morgen weer beter voel. Dan zal het me misschien lukken om hier weg te gaan. Ik ging naar de raam en keek naar buiten. Ik zag een zwarte auto. Op de zetel van de chauffeur was er een telefoon. Misschien zal ik die te pakken krijgen en mam bellen. Ik hoop dat alles goed met haar is.
☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆
Hey! Hoe was deze hoofdstuk? Volgende hoofdstuk zal de Q&A zijn dus jullie kunnen nog vragen stellen.

30 Days In CaptivityWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu