hoofdstuk 24

2.3K 88 27
                                    

18A
♧♧♧♧♧♧♧♧♧♧♧♧♧♧♧♧♧

P.O.V Roos

"Wakker worden roosje!"

Hoorde ik iemand roepen. Ik opende mijn ogen en keek op. Rowan stond met Toni voor de celdeur. Rowan met een vieze grijns en Toni die als een dode leek rond te lopen.

"Wat wil je?"

Vroeg ik moe en geïriteerd. Hij lachtte en opende de deur. Toni kwam naar binnen en trok me er uit. Ik probeerde voor een seconde te stribbelde maar stopte meteen. Er is geen zin. Toni was het enige die me een beetje veilig hield en nu is hij gehersenspoeld.

"Wat ga je doen?"

"Ik wil iets proberen."

Lachtte hij kwaadaardig. Hij ging aan de kant staan en grijnsde.

"Toni sla haar."

"Wat!?"

Vroeg ik bang en deinsde achteruit.
Toni kwam met grote stappen naar me toe. Tranen liepen al naar beneden en de tijd leek te stoppen.

"Toni, alstublieft. Ik ben het."

Probeerde ik te zeggen, maar hij bleef mijn kant op komen. Hij balde zijn vuist en sloeg me. Pijn schoot door mijn wang en ik viel op de grond. Ik keek naar boven en kreeg een trap in mijn maag. Nog eens, nog eens en nog eens. Ik kreeg geen adem meer en draaide op mijn rug. Ik keek naar Toni die me een trap wilde verkopen naar mijn gezicht. Zijn been ging naar beneden en ik sloot mijn ogen wachtend voor de pijn.

"Stop! Genoeg!"

Riep Rowan en ik voelde niets. Ik opende mijn ogen en zag Toni's voet, centimeters van mijn gezicht verwijderd. Hij haalde die van me weg en ik kroop snel aan de kant. Rowan knielde naast me en lachtte.

"Het lijkt er op dat hij nooit terug zal komen."

Tranen liepen in mijn mond en kleren. Sommige van hun waren al droog.

"Neem haar naar de badkamer om wat op te frissen."

Zei Rowan en stond op. Toni nam me bij mijn hand en trok me mee. Ik zag een zakmes in Toni's zak en nam die af. Legde die in mijn zak en bleef gaan. Toen we eenmaal boven waren gooide Toni me in de badkamer. Ik had zo veel pijn. Hij ging buiten de badkamer zitten en keek niet. Als ik hem zal aanvallen zal hij misschien dood gaan of ik word verslagen. Ik kan hem niet doden zelfs als het Rowan was. Ik nam de zakmes uit mijn zak en keek er naar. Legde die op mijn pols en wachtte. Op wat? Weet aik niet. Ik wilde dat doen. Ik weet het. Niet denken Roos gewoon doen. Ik sloot mijn ogen en liet het over mijn pols. Ik voelde een steek in mijn pols maar het ging al weg toen ik de mes al weg zette. Ik opende mijn ogen en zag de bloed eruit komen. Tranen kwamen naar beneden en ik deed nog een sneed in mijn Pols. Ik hoorde voetstappen en draaide om. Toni keek naar mijn pols en dan naar mijn gezicht. Hij kwam naar me toe met grote stappen. Ik sloot mijn ogen. Met een snelle beweging legde ik de mes op mijn keel en wilde die bewegen. Een sterke hand stopte de mijne en ik opende mijn ogen weer. Hij wilde mijn hand er af halen maar ik liet het niet toe. Hij keek naar mijn ogen alsof ik niks was. Ik bewoog mijn hand en sneed een beetje mijn keel.

"Stop!"

Riep hij en ik schrok.

"Toni wordt wakker. Ik kan niet meer. Het doet pijn. Het doet zo veel pijn."

Zijn pupillen werden groter en hij zuchtte en nam de mes van me weg. Hij leunde tegen de muur en kreunde. Het leek alsof hij pijn had. Ik reikte mijn hand naar zijn gezicht en werd door hem gevangen. Mijn schreeuwde door de pijn van de wondjes en hij liet meteen los.

"Waarom deed je dat? Wat is er gebeurt?"

Hij deed de kraan aan en legde mijn hand er onder.

"Weet je het niet meer?"

Hij greep naar zijn hoofd en keek naar mij.

"Het is mijn schuld. Dat heb ik gedaan."

Zei ongelovig. Ik ging naar hem toe en kuste hem. Hij stopte de kus en keek weg.

"Het was niet jou schuld. Rowan deed het."

Zei ik zacht. Toni knikte en keek me aan.

"Ik neem je hier weg."

Niet begrijpend staarde ik hem aan.

"Wat bedoel je?"

Vroeg ik.

"Je gaat hier weg. Ik zal alles doen, maar voor nu moet ik dat je mee speelt."

Ik knikte en glimlachte. Ik ga hier weg. Hij nam mijn pols weer beet en legde die onder de kraan. Hij deed ook mijn nek schoon. Dan zette hij verband op. We gingen naar beneden waar alle andere jongens waren. Haffsa en Corianne waren er ook. We moeten ze ook redden. Rowan zag ons binnen komen en grijnsde. Dan veranderde zijn grijns naar een boze gezicht. Hij kwam naar me toe en ik deinsde achteruit. Hij hield mijn hand vast en met zijn andere hand bewoog hij mijn kin. Hij keek naar de snij wond op mijn keel die ik niet wilde besmettzn. Hij ging naar Toni en gaf hem een klap.

"Wat heeft dit te betekenen!?"

Vroeg hij boos.
Toni keek serieus en antwoordde:

"Ze deed het toen ik niet keek. Ik stopte haar net op tijd."


Zei hij. Rowan ademde zwaar en knikte.

"Goed, zorg dat volgende keer ze geen zelfmoord probeert te plegen."

"Ja baas!"

Antwoordde Toni. Rowan lachtte en ging zitten.

"Zeg Rowan hoe lang zal hij zo blijven?"

Vroeg Riven. Rowan lachte en keek naar Toni.

"Zolang ik maar wil."

Ik werd boos en wilde Rowan aanvallen toen Corianne en Hafssa naar me kwamen. Ze knuffelde me ik sloot mijn ogen. Toen ze me los lieten keek ik ze aan en glimlachte zwakjes.

"Roos jij had ons geleerd om niet op te geven, dus doe het ook niet."

Ik knikte.

"We zullen hier wel weg komen."

Beloofde ik ze. Ze glimlachten en knuffelde me weer.

"Uuhuum, nu dat jullie allemaal hier zijn kunnen we eens feesten."

Zei Rowan grijnzend. Shit dat klinkt niet goed.
♡♡♡♡♡♡♡♡♡♡♡♡♡♡♡♡♡
Hey! Bedankt voor het lezen en 8,9k lezers. Hou van jullie!

30 Days In CaptivityWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu