We lopen met z’n drieën de klas uit, en niemand merkt het. Ook niemand kijkt op als ik bijna over de prullenbak struikel. We lopen de gangen door naar de uitgang van de school. Amy en Ryan zitten te kibbelen over ‘veel te vroeg’ en ‘het was een opdracht’ en dat soort dingen. Niet dat ik dat logisch vind.
Mijn hoofd tolt nog steeds van het bezoek van Ryan. Ik loop, nee wankel achter hun aan. En als ik naar Ryan kijk begint alles een beetje te draaien en worden mijn ogen zwaar. Als ik bijna dreig om te vallen staat Amy ineens naast me.
‘Gaat ie een beetje Saar?’ ze kijkt bezorgd naar me. ‘Ze zit in haar droomstand.’ Zegt Ryan. ‘We moeten haar daar uit krijgen, want anders word alles wat we haar vertellen als een droom voor haar.’ Hij pakt mijn bovenarm vast. Ik voel zijn sterke hand. Ik wil eigenlijk mijn arm terugtrekken, maar dan lijkt het alsof ik niet meer kan bewegen. Hij spert zijn ogen open en kijkt diep in de mijne. Het lijkt alsof ik verdrinkt in de zee van ogen. Dan voel ik een enorme klap op mijn hersenen. Ik val om. Amy vangt me op.
‘Gelukt?’ vraag ik versuft. ‘Dat wilde ik net aan Ryan vragen’ zegt Amy enigszins sarcastisch. ‘Ik heb haar menselijke blokkade vernietigt.’ Zegt Ryan als hij zijn mouwen opstroopt. ‘Toch niet helemaal, oen?!’ vraagt Amy. Ik kijk naar Amy. ‘W-w-wat dan?’ vraag ik bang aan haar. ‘Nee natuurlijk niet helemaal. Wie denk je wel dat ik ben?’ zegt Ryan boos tegen Amy. ‘Leg dan even snel uit wat je met me gedaan hebt.’ Vraag ik aan Ryan als ik probeer op te staan. Ik krijg geen antwoord op de vraag. Amy en Ryan zitten weer te kibbelen. ‘We moeten het haar NU uitleggen. Straks word ze gek.’ Zegt Amy pissig. ‘Nee, we gaan naar het park.’ Ryan trekt me omhoog.
We wandelen weer verder. Ik kan me helemaal niet herinneren dat er een park hier dicht bij is. We lopen door donkere steegjes en langs de weg. Als we bijna uit de stad zijn pakt Amy me bij de arm. ‘We zijn er zo hoor.’ Zegt ze sussend. We lopen naar een gemeentepaviljoen. Ryan loopt voor ons. Hij stapt in de struik. Nee, hij stap niet in de struik, hij loopt er in! Amy pakt mijn arm strakker vast. We lopen de bosjes in. Alles vervaagt en we komen in een enorm park met grote treurwilgen. ‘Dit meen je niet.’ Zeg ik. Ik herken het park uit mijn droom.
We lopen door het park en gaan op het gras zitten. We zijn niet alleen in het park. Mensen in vreemde kleding en hele kleine mannetjes lopen langs ons, zonder ons maar een blik te gunnen. ‘Zo’ zegt Ryan met een zucht. ‘Nu ga ik haar voorlichten.’ Dat laatste was tegen Amy.
Ryan begint te vertellen. ‘Vroeger geloofde men in heksen en weerwolven. Vrouwen werden massaal op de brandstapel gezet en mensen werden uitgemoord die anders waren. De massale slachting onder mensen was te groot. Straks roeide de mens zijn eigen soort uit! Maar de mensen hadden gelijk. Er bestaan weerwolven en heksen en elfjes. Onze voorouders zorgden ervoor dat deze wezens de mens niet aan konden vallen. Onze voorouders waren eerst ook gewone mensen, maar ze hadden meer. Ze ontwikkelden een gehele nieuwe mensensoort: de Dreamers. De benaming is Engels, omdat onze voorouders uit Engeland komen. Ze vochten tegen de wezens die de mens bedreigde, maar dat deden we in het geheim. Ook maken wij dromen. Wij leven door de verbeelding van de mens. We ontwikkelden gaven die de gewone mens niet had. We maakten bronnen voor onze krachten. Hij wees naar zijn hals. De diamand schitterde in de zon. Als Dreamers een bepaalde leeftijd hebben bereikt, mogen ze kiezen tot welke beschermers ze gaan horen. Je kunt ook een opleiding krijgen over dromen en de menselijke fantasie. Als je je opleiding hebt voltooid kleurt je diamand naar je keuze.
Onze mensen lopen nu overal rond op de aarde. Maar niet alleen wij. Ook onze oude vijanden zijn er nog steeds. Ze verschuilen zich. Heksen, trollen, vampieren, weerwolven. Ze bestaan allemaal.’
Nu begon Amy te praten. ‘Wij Dreamers, ik dus ook, leven dus gewoon op aarde. We doen ons voor als mens en leven als mens. Sommige Dreamers weten niet dat ze Dreamers zijn, maar als ze de leeftijd zestien hebben bereikt, moeten ze worden ingelicht en een opleiding kiezen. Als je niet bij de Dreamers wil horen, word er een menselijke blokkade gemaakt in je hoofd. Je bent mens, je denk als mens en ziet de wezens die de mens bedreigen meestal niet. Jonge kinderen hebben nog zo’n grote verbeeldingskracht dat ze onze vijanden kunnen zien. Denk maar aan monsters onder je bed, of enge mensen in je kast. Die bestaan allemaal.’
Amy en Ryan kijken me serieus aan. Alles is zo veel. Ik heb een enorme golf van informatie over me heen gekregen. ‘Ze moet het even verwerken.’ Zegt Ryan zacht. We blijven tien minuten stil zitten.
‘Begrijp ik nou goed dat ik een Dreamer ben met een menselijke blokkade?’ vraag ik aan Amy. ‘Ja, nou nu niet meer. Ryan heeft je blokkade bijna helemaal vernietigd. Ik ben jouw beschermer geweest, totdat je er achterkwam wie je was.’ Amy kijkt me serieus aan. Maar dan begint ze weer te glimlachen. ‘Jouw diamand zit er ook al!’ Ik voel in mijn nek. Inderdaad.
JE LEEST
Dreamers
Fantasy'Ik droomde weer dezelfde droom. Of eigenlijk niet dezelfde droom, maar er is steeds een jongen in mijn droom die ik telkens weer zie. Hij zegt nooit iets tegen mij in mijn dromen. Maar hij is er wel altijd. Op de achtergrond. Ik heb ook een keer ge...