Hoofdstuk 10

247 50 13
                                    

Ilias

Ik was blij toen ik eindelijk thuis was. Ik was moe en verheugde me om weer eens te praten met Nora.

Net toen ik haar wou bellen werd mijn handeling onderbroken. Mohsin belde me. Wat wil hij nou weer?

"Wat?'' Snauwde ik in de telefoon. Het enige wat ik hoorde was gehijg en geruis. ''Hallo?'' ''Ilias, ik heb je nodig.'' Hijgde Mohsin in de telefoon.

Ik zuchtte en vroeg hem wat er aan de hand was. Hij vertelde me een half verhaal over een deal met een paar mannen, hij werd achterna gezeten.

Mohsin was mijn neef en zat in het drugswereldje. Ik heb hem vaak genoeg aangeboden bij mij in het bedrijf te werken, al is het maar mapjes sorteren. Maar hij weigerde elke keer. Als je er eenmaal inzit, kom je er niet meer uit.

Ondanks dat blijft Mohsin mijn bloed en zal ik er altijd zijn om hem te helpen. Nadat hij verteld heeft waar hij is, kleed ik me snel om in een zwarte trainginspak.

Bij m'n ouders hang ik een slap smoesje op over m'n werk. Het voelt slecht om tegen m'n ouders te liegen, maar ik kan ze natuurlijk niet vertellen over Mohsin.

Ik stap in m'n zwarte range rover. Ik scheur naar de straat die Mohsin genoemd heeft. Daar aangekomen zie ik niks of iemand. Het is een afgelegen straat waar geen mens te bekennen is.

Ik stap uit en hoor voetstappen in het steegje tussen de twee flatten. Ik ren ernaar toe en in het zwakke licht zie ik Mohsin aankomen rennen. Drie mannen rennen achter hem aan.

Ik sta aan het begin van het steegje en kom meteen in actie als ik zie hoe Mohsin naar achter word getrokken. Een man zit boven hem en deelt klappen uit.

Ik weet hem met een trap tegen zijn slaap in een keer neer te krijgen. Tijd om te rusten heb ik niet, de andere twee mannen komen op me af.

Andrenaline pomt door m'n lichaam als ik klaar ga staan. Een van de mannen springt meteen op me. Ik ontwijk hem waardoor hij neerkomt. De andere man wil me ook aan vallen maar word van achteren getrokken door Mohsin.

Zijn hoofd klapt hard tegen de grond en het bloed vliegt alle kanten op. Ik keer me om naar de man achter me die inmidddels al is opgestaan. Ik wil hem een klap geven, als ik opeens iets zie glinsteren. Het volgende moment voel ik een stekende pijn in m'n buik.

Mijn vuist maakt contact met zijn slaap waardoor hij in een keer neergaat. De pijn wordt steeds erger en het begint te kloppen. Ik voel aan de wond en merk dat hij niet zo diep is.

Mohsin sleurt me mee naar de auto. Met een hand op m'n buik gedrukt en ondersteunig van Mohsin komen we uiteindelijk aan bij de auto.

Ik neem plaats op de achterbank en vind een handoek op de grond die ik tegen mijn wond aandruk. Mohsin start de auto en scheurt weg.

''Fast & furious eh sahbi!'' Gilt Mohsine terwijl hij maar als een idioot  rondjes blijft rijden om de rotonde . Ik bloed hier gewoon dood op de achterbank.

Nadat ik een kreun loslaat van de pijn, stopt Mohsine met rondjes rijden en scheurt hij naar het ziekenhuis.

*****

En nu kijk ik recht in de ogen van Nora. Ze heeft een verwarrende uitdrukking op d'r gezicht wat haar schattig staat.

''Mohsin, kun je even de kamer uitgaan.'' Zeg ik als ik zie hoe hij naar d'r staart. Ik heb hem nog niets over Nora verteld, dus hij zal ongetwijfeld een poging bij d'r wagen. Hij fronst zijn wenkbrauw maar staat toch op.

En zoals ik al gedacht had gooit hij z'n charmes in de strijd. ''Ik wist niet dat er hier ook knappe vrouwen werken. Zou ik je nummer mogen voor het geval ik ooit een dokter nodig heb?'' Nora knippert ongelovig met haar wimpers.

Ik wil in lachen uitbarsten, maar hou me zwaar in. ''Nee? Oke dan niet. Ander keertje misschien.'' Hij zet z'n pet op en knipoogt naar Nora. Hij verlaat de kamer en Nora keert zich tot mij.

''Ehmmm... Hoi?" Ik lach naar haar en klop op de stoel waar Mohsin net zat. Ze neemt aarzelend plaats en het is te merken dat ze in de war is.

"Wat is er gebeurd? Wie heeft dit gedaan?" Ik hoor de bezorgde toon in haar stem en kan het niet laten om te glimlachen.

Ik pak haar hand vast en kijk haar diep in de ogen aan. ''Ik vertel het je later, oke?'' Ik zie in haar ogen dat ze in een tweestrijd is, maar uiteindelijk knikt ze toch.

''Hoe wist je dat ik hier was?'' Vraag ik aan haar. "Dat wist ik niet. Ik moest je wond komen verschonen.'' Zegt ze zachtjes. Ik zie haar ogen even naar m'n bovenlichaam glijden voordat ze wegkijkt met rode wangen. Ik vind het wel schattig.

''Oow.'' Ik ging overeind zitten en sloeg het deken, dat maar half over m'n bovenlichaam lag, weg.

POV Nora

Ik slikte even toen zijn hele bovenlichaam ontbloot was. Zijn sixpack was gewoon hearteyes. Hij droeg alleen een zwarte joggingsbroek.

Hij had gespierde schouders en armen. Ik liep naar de tafel in de hoek waar ik de spullen pakte.

Ik ademde diep in en uit. Kom op, gewoon z'n wond schoonmaken. Hoe moeilijk kan het zijn? Je hebt dit al vaker gedaan.

Met iets meer zelfvertrouwen liep ik weer terug naar Ilias die iedere beweging volgde.

Voorzichtig haalde ik het oude verband eraf en gooide die weg. ''Het kan een beetje prikken.'' Mompelde ik. Ik boog me over hem heen en ik was blij dat m'n haar los was.

Mijn haar viel als een gordijn langs mijn gezicht. Ik kreeg het bloedheet toen ik zalf over zijn wond heen smeerde.

Zijn borst ging rustig op en neer en zijn spieren spande zich aan toen ik zalf uitsmeerde.

Oh mijn Allah. Mijn hart sloeg op hol en ik wist zeker dat mijn gezicht knalrood was.

Voorzichtig werd mijn haar opgetild en achter mijn oor geschoven. Ik keek naar Ilias die mij met een glimlach aankeek.

''Ik vind het leuk om naar je te kijken.'' Als het kon, was ik nu nog roder geworden. Ik voelde me enorm gevleid.

Nog nooit heeft een jongen zo tegen me gepraat. Maar ja, wie zegt dat hij dat niet bij meerdere meisjes doet?

Ik was blij toen ik eindelijk klaar was. ''Dankjewel.'' Ik vond het raar dat hij me bedankte. Dit is mijn werk. Ik schonk hem een glimlach.

''Blijf je nog even bij me?'' ''En je vriend?'' ''Die red zich wel.'' Ik nam weer plaats op de stoel en ik voelde me goed.

Hij begon een gesprek en al snel vloog de tijd voorbij zonder dat we het merkte. Ik zag dat ik al een half uur geleden vrij was. M'n ouders zullen vast bezorgd zijn.

Ik bekeek mijn telefoon en zag, tot mijn vreugde, geen berichten of gemiste oproepen.

Ik nam afscheid van Ilias en wou net de kamer uitlopen toen Ilias me terug riep. Ik keek hem vragend aan. ''Kom is hier.'' Op trillende benen liep ik naar hem toe.

Toen ik bij hem was opende hij z'n armen. Met een glimlach omhelsde ik hem. Hij hield me stevig vast. Ik zou hier uren kunnen blijven. Zijn geur, zijn armen, gewoon alles.

Ik wil gewoon bij hem zijn. Het gevoel is moeilijk uit te leggen.

''Doei.'' Fluisterde hij in m'n oor. Hij liet me los en ik vertrok. Onderweg naar de auto kwamen de vragen weer.

Ik was wel heel erg bezorgd. Wie zou hem neergestoken hebben? En waarom? Het feit dat hij me niet verteld deed ergens wel pijn.

Maar ja, hij had gezegd dat hij het zou vertellen, dus daar vertrouw ik hem in. Ik zal geduldig moeten wachten tot hij het me wil vertellen. Ik moet niet te bezitterig over komen.

De laatste tijd denk ik ook vaker aan een toekomst met hem. Ik wil ongetwijfeld een toekomst met hem. Maar of dat gevoel wederzijds is? Ik zou het niet weten.

Misschien ben ik maar een van de duizenden. Ik zette die gedachten opzij, Ik moet hem gewoon vertrouwen.  

Ik stapte in mijn auto en reed naar huis.

------

ik heb het gevoel dat niemand dit boek leuk vind, bij 10 stemmen ga ik door met schrijven ( niet gelet op spelfouten (1412 woorden)

Hate or love?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu