Proloog

982 45 7
                                    

De trein was gestopt.

Diana was uit het raam aan het staren naar de voorbijrazende bomen en het spectaculaire gebergte in de verte, tot alles plots stilstond. De bomen bewogen niet meer. Het gebeurde zo plotseling dat ze er zelfs even van schrok.

De trein had niet geremd, en als hij was gebotst, dan had ze dat vast en zeker wel gevoeld. Het irritante gesnurk van de slapende man tegenover haar was ook opgehouden. Ze leunde naar voren en porde tegen zijn bovenarm, maar hij verroerde geen vin. Onbeweeglijk.

Wat is dit nou weer? dacht ze gefrustreerd. Alsof iemand doodleuk op een knop had gedrukt en alles gepauzeerd had.

Diana sloot haar ogen en telde tot twintig. Ik ben vast nog niet goed wakker, dacht ze. Toen ze ze weer opende, was er niets veranderd.

Diana hoopte dat iemand een flauwe grap met haar uithaalde, maar ze geloofde zichzelf niet eens. Dit was echt, ze verbeeldde het zich absoluut niet.

De trein was gestopt. Alles was gestopt. Behalve Diana.

De Laatste TreinWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu