Our curse as humans is that we are trapped in time; we are forced to interpret life as a sequence of events, a story, and when we can't figure out what our particular story is, we feel lost somehow.
~ Douglas Coupland
Gabe en Diana hadden beslist om eerst alle baby's en kinderen naar de achterste wagon te brengen, en dan op die manier van jong naar oud. Het knaagde een beetje aan Diana dat het wreed was om de oudste mensen pas als laatste over te brengen, maar ze hadden nou eenmaal niet veel keus op dit moment.
Diana droeg twee baby's in haar armen en Gabe een baby en een kleuter die in zijn neus peuterde. Ze liepen al een tijdje door de gangen, toen Gabe vroeg: 'Heb jij een broer of een zus?'
'Nee, maar wel een heel lieve kat,' antwoordde Diana. 'En jij?'
'Een oudere broer, maar ik zie hem niet zo vaak omdat hij altijd op reis is nu hij niet meer naar school hoeft te gaan,' zei hij. 'Was die man tegenover je in de coupé je vader?'
'Nee, er ging niemand met me mee,' zei ze, terwijl ze de deur naar de volgende wagon opzijschoof.
Gabe liet haar voorop gaan.
'Waarheen?' vroeg hij.
'Waarom wil je dat allemaal weten?' vroeg Diana.
Gabe keek haar onschuldig aan. 'Om je beter te leren kennen, aangezien jij wel misschien de laatste persoon bent waarmee ik ooit zal praten.'
Diana wilde antwoorden, maar toen zei Gabe: 'Volgens mij is dit de laatste wagon.'
Diana merkte ook dat deze wagon anders was. Er waren geen coupés, alleen een grote opslagruimte. Overal stonden dozen en kratten, dichtgeplakt met Duct Tape en in grote letters de naam van de bestemming.
Diana legde de baby's voorzichtig op een van de kratten. Aan de andere kant was er nog een grote, dubbele deur. Ze liep erheen, achtervolgd door Gabe, en probeerde de deuren open te duwen. Toen dat (natuurlijk) niet lukte, tuurde ze door het raampje. Ze moest op de tippen van haar tenen staan om iets te kunnen zien. Gabe was wel groot genoeg en keek ook mee. We zagen de rails, die doorliepen tot ze samen in een punt kwamen. Het leek wel oneindig door te gaan, en dat gaf Diana dan weer het gevoel dat ze oneindig ver van de rest van de wereld verwijderd waren. Het had iets afstandelijks en verafs, buiten haar bereik. Maar tegelijkertijd ook hoopgevend; ze hoefden alleen maar een manier te verzinnen om de deuren open te maken, om daarna iedereen buiten te brengen en dan zouden ze veilig zijn.
Diana zuchtte. En toen sloop een donkere gedachte haar hoofd binnen.
Hoe zit het met die andere trein?
Zelfs als ze erin slaagden om iedereen in deze trein in veiligheid te brengen, zouden de mensen in de andere trein nog steeds in gevaar zijn. De botsing zou nog steeds plaats vinden. En Gabe had eerder al gezegd dat hij de tijd niet eeuwig kon tegenhouden, dat er misschien niet eens genoeg tijd zou zijn om in onze eigen trein...
'Wat is er?' onderbrak Gabe abrupt haar gedachten.
Diana keek hem even bijna geschokt aan, maar draaide toen haar hoofd een beetje weg. 'Niets. Ik... Ik was aan het denken.'
'Maak je je zorgen?' vroeg hij, bijna alsof hij haar gedachten kon lezen.
'Een beetje,' gaf ze toe, want het had geen zin om te liegen. 'Over alle mensen in die andere trein.'
'Dat is een goederentrein,' zei Gabe. 'Daar zullen ook wel mensen zijn, maar heus niet zoveel als in deze. De andere trein is niet onze grootste zorg.'