Hoofdstuk II

384 36 5
                                    

   Time takes it all, wether you want it or not.

~ Stephen King, The Green Mile.

   Diana kon haar ogen niet geloven, waardoor ze een paar seconden ongelovig naar de jongen bleef staren. De jongen keek ook naar haar, maar dan eerder op een bestuderende, bijna gefascineerde manier.

   'Hallo,' zei de jongen, met een vragende ondertoon, alsof hij wou weten of ze hem kon horen.

   'Weet jij wat er hier aan de hand is?' vroeg Diana rechtuit. Het verbaasde haar toen hij knikte.

   'Alles staat stil,' bevestigde hij. 'Maar wij niet.'

   'Wel... Hoe kan dat?' vroeg ze.

   'Dat heb ik gedaan,' zei hij, opnieuw onverwacht. 'Ik heb de tijd stil gezet.'

   Diana kon haar oren niet geloven. Hij houdt me voor de gek, dacht ze. 

Ze was altijd al heel realistisch geweest. Als kind had ze nooit geloofd dat ze later een prinses zou worden, of dat ze op een eenhoorn naar school zou kunnen rijden. Geen monsters onder haar bed, geen tandenfee, zelfs geen kerstman. Dan hoefde deze vreemde jongen haar ook niet te vertellen dat hij met de tijd aan het klooien was.

   'Dat kan niet,' zei Diana. 'Denk je dat ik dom ben, ofzo?'

   'Dan ben ik benieuwd naar jouw verklaring,' zei hij uitdagend.

   Diana wou antwoorden, maar ze vond de woorden niet. Ze had helemaal geen verklaring.

   'Dat dacht ik al,' glimlachte de jongen. 'Ik ben trouwens Gabe.' Hij stak zijn hand uitnodigend uit.

   Diana pakte hem niet aan. 'Ik ben Diana.'

   Gabe knikte even en liet zijn hand naast zijn zij vallen.

   'Hoe bedoel je dat jij dit hebt gedaan?' vroeg ze dan.

   'Ik heb de tijd stil gezet,' zei hij opnieuw. 'Gestopt, versteend, afgeremd, noem het wat je wil.'

   'Maar dat kan toch niet?' vroeg Diana gefrustreerd. 'Dat kan niet.'

   'Hoezo niet? Kijk om je heen, je zit er middenin. Je hebt de andere passagiers toch gezien?'

   Aangezien ze niet op een antwoord kon komen, vuurde ze maar haar volgende vraag op hem af.

   'Waarom blijf je hier zo kalm over? Ben je dan niet bang dat je hier vastzit?' vroeg ze. Zijn kalmte frustreerde haar nog het meest van al.

   'Nee, daar ben ik niet bang voor. Ik kan het elk moment weer opheffen en voort laten gaan,' zei Gabe.

   Diana gaapte hem verbaasd aan. 'Waarom doe je dat dan niet?'

   Gabe's glimlach verflauwde en werd ineens doodserieus. 'Dat zal ik je laten zien.'

   Hij draaide zich om en liep de bestuursruimte weer in. Diana volgde hem op de voet. Het viel haar meteen op dat het grote raam aan de voorkant dat zicht gaf op de treinrails, bedekt was met een groot doek. Het doek was nergens aan vastgemaakt, wat er nogal vreemd uitzag. 'De zwaartekracht speelt hier niet echt een rol. Om op de grond te vallen heb je tijd nodig,' legde Gabe uit toen hij haar blik zag, zoekend naar iets dat het doek omhoog hield.

   'Ben je klaar?' vroeg hij dan, met een hand om de punt van het doek geklemd.

   'Klaar voor wat?' vroeg Diana, maar dat was overbodig geweest omdat Gabe het doek al had weggetrokken.

   Diana's hart sloeg een slag over toen ze het zag. Een andere trein, nog geen meter verwijderd van de plek waar zij stonden. De trein stond op het punt om in de onze te rammen en een zwaar treinongeval te veroorzaken.

   Diana's ogen werden groot en ze sloeg geschokt een hand voor haar mond. Bij de gedachte dat ze zo dicht bij die andere trein waren, zo dicht bij een frontale aanrijding - Gabe hoefde alleen maar de tijd weer door te laten gaan - werd ze misselijk. Nu begreep ze waarom hij alles had stilgezet. Nu geloofde ze hem. Hij had het zien aankomen.

   Tegelijkertijd voelde ze ook woede opborrelen. Waarom liet hij haar dit zien? Zodat ze mooi op de eerste rij haar eigen dood en dat van wie-weet-hoeveel-anderen kon meemaken? Dan was ze liever versteend, zoals alle andere passagiers. Een vredige, directe dood.

   'Ziet er niet goed uit, hè?' zei Gabe. 'Daarom heb ik dat doek opgehangen. Ik werd er nogal depri van.'

   Was hij nou serieus? Alsof hij niet besefte hoe ernstig de situatie was. Ergens dacht (en wilde) Diana nog steeds dat ze zich alles verbeelde. Dat ze in de trein in slaap gevallen was en een vreemde droom - nee, nachtmerrie - had. Maar hoe langer ze naar de trein staarde, des te meer het tot haar doordrong dat dit harde realiteit was.

   Gabe keek haar afwachtend aan. Ze had al een tijdje niets meer gezegd.

   'Waar is de treinbestuurder?' vroeg ze dan maar, gewoon om even niet aan die trein te hoeven denken.

   'Die zit daar,' zei Gabe, wijzend naar iets in en donker hoekje. Diana liep erheen en herkende de vorm van een ineengedoken man op de vloer. Zijn ogen waren griezelig wijd opengesperd en zijn handen trokken aan zijn eigen haar. Het zag er pijnlijk uit. Naast hem lagen wat grijze plukken.

'Toen ik hier kwam, zei hij dat hij een grote fout had gemaakt en dat we zouden verongelukken,' legde Gabe uit terwijl ze de man bekeek. 'Hij begon helemaal te panikeren en te schreeuwen en dook in dat hoekje. Ik vroeg me af wat er zo hopeloos was misgelopen, en toen zag ik de andere trein.'

   Diana wendde haar blik weer af van de arme man en keek Gabe aan.

   'Waarom sta ik niet stil?' vroeg ze. 'Waarom laat je me dit zien?'

   Gabe sloeg schuldbewust zijn ogen neer. 'Ik wilde er niet alleen voor staan. Ik had iemand nodig om - nou ja - een oplossing te bedenken. Ik had je op het perron al opgemerkt, en... en je zag er slim uit.'

   'Hier bestaat geen oplossing voor. We staan verdorie op het punt om te sterven!' Diana merkte dat ze schreeuwde en verzachtte haar stem een beetje. 'Het maakt niet uit of je de tijd kunt stil zetten of niet, we kunnen niets doen.'

   Gabe keek haar droevig aan en plots voelde ze zich toch even schuldig.

Wat zou ze zelf gedaan hebben in zijn plaats?

   'Wil je terug naar je coupé?' vroeg hij.

   Diana knikte. 'Ik wil hier niets meer mee te maken hebben.'

De Laatste TreinWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu