Time. You can spend it, but you can't keep it. Once you've lost it, you can never get it back.
~ Audrey Niffenegger, the time travellers wifeDe trein was niet heel erg modern. Het was onderverdeeld in coupés, kleine kamertjes die door een schuifdeur afgesloten werden van de gang. Diana stoorde zich er niet aan; deze soort treinen vond ze persoonlijk veel gezelliger. Het had iets ouderwets, op een goede manier.
De deur van de coupé gleed open en Diana stapte de gang in. Ze wilde controleren of zij echt de enige was die nog kon bewegen. In de coupé naast de hare las een oude man de krant. Ze ging naast de man zitten op de leren bank en zwaaide haar hand voor zijn gezichtsveld. Geen reactie. Zijn ogen bleven als versteend naar de woorden op de bladzijde staren. Zijn wijsvinger volgde mee onder de woorden. Diana zuchtte en stond weer op.
Op naar de volgende coupé.
Daarin vond ze een gezin. De twee ouders zaten op de linkerbank. De vader had een jongetje op zijn schoot en speelde samen met hem Angry Birds op een tablet. De moeder gaf haar baby fruitpap en het meisje op de rechterbank liet net een flesje water vallen van het tafeltje in het midden. Het flesje zweefde midden in de lucht. Diana bukte en gaf een tik tegen het plastic. Het flesje bewoog langzaam in de richting die ze had geduwd, maar viel niet op de grond.
Zelfs de zwaartekracht stond stil.
Nadat Diana de hele wagon had doorzocht, drong het tot haar door. Ze was alleen. Ze zat vast in een onbeweeglijke trein met een al net zo onbeweeglijke inhoud.
Diana begon wanhopig te rennen door de gang en riep: 'Is daar iemand? Hallo?' Het bleef stil, op de echo van haar stem na. 'Niemand?'
Ze rende verder naar de volgende wagon. Ze riep opnieuw, maar hier was er ook niets. Deze keer nam ze niet eens de moeite om in de coupés te kijken.
Plotseling zag ze een klein meisje staan, midden in de gang. Als ze niet had opgelet, was Diana vast tegen haar aangelopen.
'Hallo? Kan jij me zien?' vroeg Diana hoopvol. Het meisje staarde alleen maar naar een onzichtbaar punt in de verte. Diana zuchtte gefrustreerd en ging wandelend verder.
De volgende wagon was totaal anders. Er lag een magnifiek, bordeaux tapijt over de volledige lengte van de gang en er hingen elegante, goudkleurige gordijntjes voor de ramen van de coupés. Midden in de gang stond een formeel geklede man met een karretje. Daarop stonden zilveren schalen van verschillende groottes, het klassieke soort dat je vaak in tekenfilms zag als iemand een gerecht presenteerde. Zelfs de lampen aan het plafond leken op kleine kroonluchters.
Dit moest de wagon van de eerste klasse zijn. Aan deze wagon grensde normaal gezien ook de keuken - want de man met het karretje bediende de mensen in de coupés - en uiteindelijk ook de bestuursruimte. Althans, dat leek Diana wel logisch.
Ze wilde de deur van de eerste coupé open schuiven, maar die zat op slot. De volgende kon wel open. Binnen vond ze een handjevol oude mensen, twee mannen en drie vrouwen, die opgelaten enkele gezoute koekjes aten. Diana zag nergens ook maar een eenzaam kruimeltje liggen en zelfs de thee werd deftig gedronken; met de pink omhoog, zoals het hoorde. De vrouwen droegen sierlijke, pastelkleurige, maar toch ouderwetse jurken met bijhorende hoedjes. Hun polsen zagen er zwaar uit door alle schitterende ringen en armbanden die ze droegen, en hun oorbellen waren zo groot dat hun oorlellen wat uitgerokken waren.
De mannen droegen zwarte bolhoeden en hadden allebei een keurige grijze snor en baard. Eentje had een goudkleurige monocle en de andere een wandelstok die hij tussen zijn gevouwen handen hield.
Diana vond het maar een vreemd stel mensen. Ze zwommen waarschijnlijk in het geld en kleedden zich alsof ze naar een 18de eeuwse bijeenkomst gingen.
Diana spitste alert haar oren. Ze wist zeker dat ze zojuist iets gehoord had. Voetstappen!
Diana sloop behoedzaam de gang weer op. Ze luisterde goed en volgde het geluid. Ze moest zich tussen de muur en de karretjesman wurmen om langs hem te komen en bijna had ze gevraagd of hij even kon opschuiven, maar toen besefte ze dat dat zinloos was.Diana trok de eerstvolgende deur open en kwam uit op de keuken van de trein. Ze negeerde de hongerige grol in haar maag toen ze ergens een taart opmerkte en liep door.
Uiteindelijk bereikte Diana de deur naar de bestuursruimte. Daar was dat geluid weer. Haar hand reikte naar de klink, maar de deur werd aan de andere kant al door iemand geopend. Ze keek verward op.
Een jongen. Pikzwart haar, blauwe ogen, ongeveer even oud als Diana. Maar het allerbelangrijkste: bewegend.
