In het duister van de nacht was buiten het haast geruisloze geklapwiek van een roofvogel vlak boven hun hoofd, niets te bespeuren. Dorre takken kraakten onder hun blote voeten. Ze spraken niet. Vooraan de groep die zich steeds meer verspreidde, was Astro zichtbaar. Hij hield zijn dolk losjes vast en speurde voor zich uit, op zoek naar slaven.
Ook Cleomenes, de broer van Astro bevond zich in het groepje. In tegenstelling tot de anderen voelde hij zich niet opgelaten of hardvochtig, enkel gespannen. Cleomenes' dolk trilde mee met zijn gebalde vuist.
'De eerste houden we voor Cleomenes,' zei Astro plotseling. Hoewel hij niet luid sprak, konden de vier andere jongemannen hem uitstekend horen. Ze wilden protesteren, maar zagen daarvan af na een blik op hun sterk gebouwde metgezel. 'Cleomenes heeft nog nooit een slaaf vermoord.'
Astro had alles waar Cleomenes alleen maar van kon dromen, variërend van succes bij zowat elke vechtpartij tot gezag waar zelfs meerderen stil van werden. Na de krypteia, deze overlevingsproef, zou hij deelnemen aan de Olympische Spelen. Iedereen had grote verwachtingen.
Een vrij lange persoon versnelde opeens zijn pas en kwam naast Astro lopen. Het was Cimon. Ze raakten in een gesprek verwikkeld en wezen naar rechts. Cleomenes volgde Cimons uitgestrekte arm en zag lichtpuntjes flakkeren in de verte. Het looptempo steeg. Cimon was uitgepraat en raakte opnieuw achterop, waar Cleomenes hem gezelschap hield.
'Misschien vinden we daar slaven,' zei Cimon. 'Hopelijk meer dan één, we hebben afgesproken er elk zoveel mogelijk neer te steken.'
Paniek borrelde in Cleomenes op. Hij probeerde de angst van zijn gezicht te houden en vroeg, terwijl zijn stem trilde: 'Was het niet de bedoeling dat we enkel opstandige heloten aanpakten?' (1)
Panos, de trouwe volgeling van Astro, snoof. 'Er zijn meer dan genoeg slaven. Lig maar niet wakker van die ene die jij misschien zal doodsteken.'
De fakkel die daarnet een klein stipje in de verte was geweest, was nu duidelijk zichtbaar. De Spartanen schoten meteen in actie. Ze renden regelrecht op de hoeve af en schreeuwden de longen uit het lijf. Meteen sloegen deuren open en tuimelden uit de ramen slaven die elkaar verdrongen in hun haast te vluchten.
Cleomenes gruwde inwendig van hun domheid. Wie van hen had de fakkel laten branden? Ze hadden geweten dat de krypteia was aangevangen en iedereen het recht had slaven te dode-
Cleomenes was zich meteen terug bewust van de situatie toen een vrouw hysterisch huilde en met haar armen en benen in het rond sloeg. Ze was geen partij voor de jongeman die enkel een losse mantel over zijn ontblote lichaam droeg. Voordat ze de kans kreeg haar tranen uit haar ogen te wrijven, was de dolk al doorheen haar lichaam geweest en zakte ze op de grond. Panos gaf nog een trap tegen haar hoofd en wachtte niet meer om te zien hoe haar hoofd in een vreemde knik naar achter hing.
Ook Cimon, Cleomenes' beste vriend, duwde zijn uitgekozen slachtoffer van zich af. De heloot strompelde naar achter en staarde met grote, haast ongelovige ogen, naar de bebloede dolk die Cimon nog vasthield.
'Ik kon haar niet aan je geven, Cleomenes,' zei Panos. Zijn ogen glansden. 'Het gaat mijn eer te boven. Kies er zelf een uit, voordat ze allemaal weggevlucht zijn.'
Voordat Cleomenes zich ook kon wegdraaien van de gehavende lijken of de minuscule stukjes brood die hij te eten had gekregen kon uitbraken, botste een tegenspartelend lichaam tegen zijn borst aan. Hij duwde het in een reflex met beide handen weg.
'Het spijt me dat ik je vergeten was,' zei de diepe stem van Astro, 'maar hier is je slaaf.'
'Doe het snel,' moedigde Panos hem aan. 'Dan kunnen we de rest opsporen.'
'Vooruit, Cleomenes,' mompelde Cimon. 'Ik wil zoeken of er hier voedsel is. Mijn maag rammelt.'
Cleomenes' hart hamerde ruim vijf keer te snel in zijn borstkas. Hij ademde gejaagd en voelde de dolk uit zijn bezwete handen glijden. Zijn blik kruiste die van Astro. Hij vond er geen medelijden, enkel ongeduld.
Als hij ooit een volwaardige burger van Sparta wilde worden, moest hij het doen.
Terwijl hij zijn dolk naar voren stootte, kneep hij zijn ogen dicht. Cleomenes viel weg in een grijs gat zonder tijd of ruimte. Toen hij zijn ogen opende, waren er naar zijn gevoel uren verstreken. Hij was alleen, omringd door levenloze lichamen. De deur schommelde in haar hengsels, Astro's stem was in de verte hoorbaar.
Op zijn been droogde het bloed langzaam op.
▒▒▒▒
(1) De Spartaanse staatsslaven werden ook heloten genoemd.

JE LEEST
Cleomenes
Ficción histórica5e eeuw v.Chr. Een maand voor de start van de Olympische Spelen, breekt een hevig onweer uit in Olympia. Verschillende aanwezigen met een onzuiver geweten, vrezen meteen de toorn van Zeus. Verscholen onder de tienduizenden toeschouwers, komen ze elk...