Hoofdstuk 1
Het begon allemaal op een winterse ochtend. De kinderen van de familie Deijers komen naar buiten. Ze gaan een sneeuwpop maken. Bo heeft het aan hun ouders gevraagd en het mocht. Nu staan ze in de tuin. 'Weet je wat?' zegt Minoen. 'Als jij nou de onderste bol maakt, dan doe ik de bovenste.' 'Laat je mij zeker het meeste werk doen.' moppert Bo. Daarna gaan ze beginnen. Bo rolt bijna de hele tuin door. Er blijft weinig over voor Minoen. Toch kan Minoen er nog wat van maken. Als de sneeuwman af is, is het al bijna bedtijd. Als de familie Deijers binnen is, komt er een heksje uit de struiken. Het heksje heette heksje Ochtenddauw. Ze was in de struiken beland met haar elektronische bezem. 'Bah, bah, bah. Die stomme bezem toch.' zegt ze. 'Hij luistert nooit naar mij.' Meestal landt het heksje in de ochtend. Daarom ook de naam Ochtenddauw. Maar nu was ze in de avond geland door de elektronische bezem. Opeens ziet ze de de sneeuwpop staan. 'Ah, aah.' zegt ze met een grijns. 'Als ik die sneeuwpop nou eens...' mompelt ze. Ze geeft een tikje met haar toverstaf en de sneeuwman opent zijn ogen. De nieuwe wereld is voor hem begonnen.Hoofdstuk 2
De volgende ochtend gaan Bo en Minoen naar hun sneeuwman kijken. Maar hij is verdwenen!!! Ze zien voor de rest nog wat voetsporen in de sneeuw, maar voor de rest niets. Bij de sneeuwman is het een drukte van belang. Hij wringt zich tussen alle mensen door. Hij gaat naar meneer Uil, vragen voor een naam. Opeens klinkt er een gil. Het is achter hem. Hij draait zich vliegensvlug om. Het is mevrouw Schrikkertje. Ze schrikt echt overal van. 'Help, help!' roept ze. 'Een wandelende sneeuwman.' Iedereen draait zich om. De blikken gaan van mevrouw Schrikkertje naar de sneeuwman. De sneeuwman blijft stokstijf staan. Het blijft even stil. Daarna klinken er allemaal gemopper en geroezemoes. Sommige hoofden kijken nog naar mevrouw Schrikkertje. Daarna loopt iedereen weer rustig door. 'Pfieuw.' zegt de sneeuwman. 'Nog net op tijd.' En hij gaat verder met zijn reis naar meneer Uil. 'Ding, dong, dang, dong!' luidt de bel bij meneer Uil. 'Meneer Haas, kunt u even op mij wachten?' vraagt meneer Uil. 'Is goed.' zegt meneer Haas. Als meneer Uil de deur opendoet schrikt hij zich een hoedje. Daar staat een sneeuwman voor de deur!!!Hoofdstuk 3
'Hallo, ik ben een sneeuwman.' zegt de sneeuwman. 'Komt u binnen, komt u binnen.' zegt meneer Uil met een nog verbaasd gezicht. 'U hoeft niet zo verbaasd te kijken hoor, Wijze, meneer Uil.' 'U kan me ook gewoon meneer Uil noemen hoor.' Langzaam gaan ze naar binnen. 'Hallo meneer Haas.' zegt de sneeuwman. De haas schrikt zich als wat. 'Een sneeuwman op bezoek. Dat is speciaal.' zegt hij. 'Kom bij mij aan tafel zitten. We zaten net een beetje te kaarten.' 'O, geen zin in.' zegt de sneeuwman en hij gaat aan tafel zitten. 'Wat mij opvalt.' zegt meneer Uil. 'Hij heeft nog geen enkele keer gelachen. Zelfs geen glimlach.' 'Ja inderdaad.' zegt meneer Haas. Opeens zegt de sneeuwman: 'Meneer Uil.' 'Ja.' zegt meneer Uil. 'Ik kwam u vragen voor een naam.' Weet je wat, denkt meneer Uil, ik ga hem eens aan het lachen maken. 'Ukkie vind ik een perfecte naam voor jou.' zegt meneer Uil lachend. Meneer Uil en meneer Haas lachen hard. Maar de sneeuwman lacht niet. Meneer Uil denkt: Waarom lacht hij nou niet? Ik probeer het met wat anders. 'Robert.' zegt hij. 'Dat is een leuke naam.' 'Dat vind ik ook goed.' zegt de sneeuwman en hij wil weggaan. 'Nee, wacht even!' roept meneer Uil. 'Wat is er?' vraagt de sneeuwman. 'Ik heb nog een verassing voor je.'Hoofdstuk 4
Meneer Uil rommelt in De Doos voor Feesten. Hij haalt er een hele lange slinger uit en doet hem om de sneeuwman. Meneer Haas en meneer Uil lachen, maar de sneeuwman niet. Weet je wat, denkt meneer Haas. Ik laat hem in de spiegel zien. En dat doet hij. Langzaam komt er een grijns in de sneeuwmans mond. En toen opeens: 'Ha, ha, ha, ha. Ha, ha, ha, ha!' barst de sneeuwman in lachen uit. Hij zegt: 'Bedankt dat ik nu weer eens mag lachen, meneer Uil en meneer Haas.' Daarna gaat hij weer naar huis. De volgende morgen gaan Bo en Mimoen een nieuwe sneeuwman maken. Maar... Wat is dat? Hun sneeuwman is terug!! 'Joepie!!' roepen ze. Maar het enige rare is: hij heeft nu een lach op zijn gezicht. Maar ze merken het niet. Die avond is het heksje er weer. Ze is weer in de struiken beland. Maar dit keer laat ze de sneeuwman met rust.
~Einde~2014, 9 jaar
Groep 6 / 4e leerjaar
JE LEEST
Mijn Verhaaltjes van Vroeger
HumorDe verhaaltjes in dit boek, heb ik geschreven toen ik klein was. ~Punk_Girl_2005 Hoogste rang: #266 in Humor (09-04-18) #7 in Kind (24-05-18)