H3- Een tien voor Frans

190 10 6
                                    

'September! Op staan!' zegt Aprils stem. Ik voel dat er iemand op mijn bed neerploft. Langzaam open ik mijn ogen. Ik kijk naar mijn voeteneind, in de veronderstelling dat April daar zit. April zit er ook, maar het is toch April niet. Ze ziet er hetzelfde uit, op één ding na. Haar ogen. Die zijn niet meer groen, maar felblauw. Ik schrik. 'April, wat is er met je ogen?' vraag ik. Ze lacht, maar het is niet de April-lach. Bij de April-lach krijg je altijd een warm gevoel vanbinnen, dit is eerder een spottende lach. Wat me ook opvalt is dat ze niet met haar eigen stem lacht. Terwijl ik naar haar ogen kijk, krijgt ze ook een andere huidskleur. Haar lichte huid wordt langzaam donkerder, totdat ze een olijfkleurige huid heeft. Haar haar verandert ook. Het is niet langer stijl en caramelbruin, maar het is zwart. Het stijle haar verandert ook in krullen, en wordt korter. Haar kleren veranderen mee. Haar lichaam ook. Haar romp verandert van een mooie vrouwelijk bovenlijf in een gespierde borstkas. Haar kleren worden een wit T-shirt met een V-hals en een spijkerbroek. Haar ballerina's, waar ik al van houdt sinds ik heel klein ben veranderen in grote, witte adidasgympen met een vooruitstaande tong. Het zijn de zelfde kleren als.. Benjamin droeg op zijn eerste dag. Mijn ogen worden groot. Ik kijk toe hoe mijn zus verandert in Benjamin. 'April!' gil ik. Dan kijk ik woedend naar Benjamin. 'Verander weer terug!' Hij grijnst alleen maar. 'Pak me dan, als je kan, je kan me toch niet pakken!' zingt hij. 'Pak me dan, als je kan, je kan me toch niet pakken!' Ik sta op. Ik zet mijn voet op de grond, maar het voelt niet als mijn gewone, tapijte vloerbedekking. Het voelt zachter en nat. Ik kijk naar beneden. Hetgeen waar ik op sta is zwart. Het klimt via mijn voeten omhoog naar mijn benen. Ik wil lopen, maar het lukt niet. 'Pak me dan, als je kan, je kan me toch niet pakken..' zingt Benjamin verder. De zwarte substantie kruipt steeds verder omhoog, tot het zelfs mijn hoofd bedekt. Ik probeer te gillen, maar ik krijg geen lucht meer. Ik voel het leven uit mij trekken, en probeer het tegen te houden. Tevergeefs. Ik stoot mijn laatste adem uit.

Ik open mijn ogen. Ik voel me koud. 'Sssst,' zegt April, die over mijn been aait. Ik kijk haar verschrikt aan, maar haar ogen zijn gewoon groen, zoals altijd. 'Had je een nachtmerrie?' vraagt ze. 'Hoe weet je dat?' vraag ik. 'Ik hoorde je gillen,' zegt ze. Ik knik. 'Wat droomde je? Je riep: "verander terug!" en je riep mijn naam,' zegt ze. Ik sla mijn ogen neer. 'Wil je het niet vertellen?' vraagt ze. Ik knik. 'Dat is ook goed.' Ze glimlacht. 'April?' 'Ja?' 'Mag ik bij jou?' Ze glimlacht opnieuw. 'Ja hoor, kom maar.' In de warme armen van April val ik uiteindelijk in slaap. Ik open mijn ogen en bedenk dat er iets mist. Maar wat? Dan draai ik me om en zie dat April er niet meer ligt. Ik zucht. Dan sta ik op. Ik loop naar de badkamer en stap onder de douche. Als de eerste waterstraal mijn been raakt, geef ik een gil. De snijdende pijn die erdoorheen gaat is bijna niet te verdragen. 'Benjamin!' grom ik. Ik leer hem nog wel eens een lesje. Ooit. Ik was me zo snel mogelijk en stap dan snel uit de douche. Ik slaak een zucht van verlichting. Ik pak uit mijn kast een losse joggingbroek in verband met mijn benen, en een oversized sweater. Ik ga met een borstel door mijn natte haar en laat het dan gewoon hangen, het boeit me niks dat mijn kleren dat worden.  Ik trek mijn adidasgympen aan en loop naar beneden. Ik pak een boterham en leg er drie plakken kaas op. Dan ga ik aan de tafel zitten en eet mijn boterham op. Na nog een glaasje fruitsap poets ik mijn tanden. Ik ga naar de garage en pak mijn fiets. 'Ik ga!' roep ik. Dan slinger ik mijn schooltas over mijn schouder en fiets naar school.

'September!' roept Hanne als ik mijn fiets in de stalling zet. Ik kijk glimlachend op. 'Hé!' zeg ik. Ze haakt haar arm door de mijne. 'Weet je wat, September?' vraagt ze. 'Nee?' 'We gaan een vriendje voor je zoeken!' zegt ze vrolijk. Ze ploft met mij neer op een bankje en bekijkt de jongens op het plein. 'Nick? Nee, die is te lang. Sven? Nee wacht even, die heeft al een vriendin. Joerie? Nee, die is te bleek.' Haar ogen gaan over het plein en blijven hangen bij een persoon. 'Wat dacht je van Benjamin? Ja! Jullie zouden zo perfect zijn samen!' zegt ze opgewonden. 'Nou..' begin ik, maar er is geen houden meer aan. 'En als jullie gaan trouwen, ben ik getuige!' Ik leg een hand op haar mond. 'Ophouden, oké? Ik ga helemaal met niemand trouwen, en al helemaal niet met Benjamin. Ze fronst. 'Waarom?' 'Omdat hij een arrogante zak is!' zeg ik. Meteen sla ik een hand voor mijn mond. Hanne's frons veranderd in opgetrokken wenkbrauwen. 'Waarom mag je hem niet?' vraagt ze. Ik word rood. Ik heb Hanne niet verteld over het getreiter. 'Gewoon niet, het ligt niet zo goed,' zeg ik. Hanne gelooft het niet, maar ze zegt er gelukkig niks over. 'Kom,' zegt ze, 'Frans begint zo.' En met die woorden, trekt ze me richting het franse lokaal.

'Froid is koud, chaud is warm, wat raar klinkt, want chaud klinkt meer als koud. Argh! Ik ga dit nooit uit mijn hoofd leren!' roep ik geërgerd. April komt binnen. 'Natuurlijk wel,' zegt ze. 'Kijk. Froid is koud. Wat is koud?' 'Froid, dat heb je net gezegd,' antwoord ik. 'Oké,' zegt April. 'Chaud is warm. Wat is warm?' 'Ja dûh,' zeg ik. 'Dat is Chaud. Dat heb je net gezegd.' 'Dat klopt. Wat is froid?' 'Koud.' 'Goed zo! Je begint het te leren! Weet je, zo moet je het doen,' zegt ze. 'Hoe?' vraag ik. 'Zoals we het net deden.' Ik kijk haar vragend aan. 'In kleine stukjes,' legt ze uit. 'Als jij je nu de hele tijd gaat concentreren op deze woorden: froid, chaud, neige, pluie en soleil, kan jij ze over een kwartiertje. Dan kun je beginnen met de volgende vijf,' zegt ze. Ik knik. Klinkt logisch. 'Oké, dankjewel April,' zeg ik. 'Graag gedaan, Tembertje,' zegt ze. Dan loopt ze de kamer uit. 'Oké,' zeg ik tegen mezelf. 'Froid is koud. Chaud is warm. Neige is sneeuw. Pluie is regen. Soleil is zon. Koud is froid. Warm is chaud...' Na een kwartiertje kan ik ze inderdaad allemaal uit mijn hoofd. Ik voel me trots. Ik begin aan de volgende vijf, en die avond rond tien uur, ken ik alle woordjes uit mijn hoofd. Ik dans door het huis. 'Mijn eerste tien voor Frans!' zing ik. April kijkt lachend toe en mijn ouders alleen maar bevreemd. 'Wat heb je met haar gedaan?' fluistert mijn moeder tegen April. 'Lang verhaal,' lacht April, en ik steek mijn tong naar haar uit. 

Ik lig in bed en durf niet te slapen. Stel dat de droom terug komt? Mijn deur gaat open. Ik trek snel de deken over mijn hoofd. 'Tembertje? Er is niks aan de hand. Ik ben het maar,' zegt April. Ik zucht. 'April, jij bent het maar,' zeg ik. Ze glimlacht. 'Ja, ik ben het,' zegt ze. 'Ben je bang?' vraagt ze dan. Ik wil mijn hoofd schudden, maar April heeft het al gezien aan de kleine aarzeling. 'Is niet erg hoor. Komt het door je nachtmerrie?' Ik knik. 'Het komt allemaal goed. Het was maar een boze droom,' sust ze me. Ze aait over mijn haren. 'April?' 'Ja?' 'Wil je mijn elleboogje aaien?' Ze glimlacht. 'Natuurlijk, mijn kleine Tembertje. Natuurlijk wil ik je elleboogje aaien.' Ik stroop de mouw van mijn pyjama op en ga zo liggen, dat ik nog lekker lig, maar dat April goed bij mijn elleboog kan. Van de zachte streling word ik rustig, en het duurt niet lang voor ik in slaap val.

Zoals ik reeds had voorspeld, krijg ik een tien voor Frans. Als ik mijn nagekeken toets in mijn handen gedrukt krijg, kijkt Hanne mij bewonderend aan. 'Hoe heb je dat voor elkaar gekregen? Serieus, vertel mij die manier! Bij mij merkt ze mijn spiekbriefjes altijd op,' zegt ze. Ik kijk haar beledigd aan. 'Ik heb geen spiekbriefje gebruikt, ik heb gewoon goed geleerd. April heeft me geholpen.' Hanne trekt sceptisch haar wenkbrauwen op. 'Ja tuurlijk. Tegen mij hoef je niet te liegen hoor.' 'Wat? Het is geen leugen!' zeg ik een beetje boos. 'Natuurlijk. Jij leert namelijk altijd voor je toetsen,' zegt ze sarcastisch. 'Alle rozenblaadjes nog aantoe! Ik heb eindelijk eens goed voor een toets geleerd, en heb een tien gehaald. En dan gelooft mijn verdomme beste vriendin me niet! Ik kan ook leren, hoor!' roep ik boos. 'Zo, kan ons nerdje leren?' vraagt een stem achter me. 'Rot op, Benjamin,' zeg ik zonder me om te draaien. 'Wat is er, Augustus?' vraagt hij. 'Niks hoor,' sis ik. Dan slinger ik mijn tas over mijn schouder, pak mijn toets en loop het lokaal uit. 

Ik zit alleen bij biologie. Ik heb Hanne geen blik waardig gekeurd. Vanmiddag is de ruzie weer over, dat weet ik, zo zijn wij gewoon. Alleen gaan we nu wel echt even ruzie hebben. Serieus, waarom gelooft zij mij niet? Mag ik ook voor een toets leren? O my smelling boterbloem! De rest van de schooldag blijf ik boos op Hanne, maar na school vliegen we elkaar weer om de nek. 'O mijn dansende petunia's! Ik heb je zo gemist!' gil ik. 'Ja, ik jou ook!' zegt Hanne. We snikken even in elkaars nek en laten elkaar dan los. Ik veeg de mascaravlekken van mijn gezicht en snuif. 'We maken nooit meer ruzie,' zeg ik. 'Ja, en ik zal je voortaan aaaaaaaltijd geloven!' zegt Hanne. 'Mits dat het geloofwaardig is, natuurlijk,' voegt ze er snel aantoe. 'Jammer,' zeg ik. 'Ik wilde je net vertellen dat ik in mijn achtertuin een tuinkabouter met een pioenroos heb zien zoenen.' Ze kijkt me aan en trekt een wenkbrauw op. 'September?' 'Ja?' 'Je woont in een flat. Je hebt geen achtertuin.' Ik word rood. 'Zei ik niet de achtertuin van de buren?' piep ik. 'Nee. Je zei je eigen. En bovendien, je buren hebben ook geen achtertuin.' Ik word nog roder. 'Maar buiten dat is het best wel geloofwaardig,' zegt ze blij, voordat ze me mee naar onze fietsen trekt. 'Kom! We gaan naar Starbucks!' 'Ehm... Hanne...' zeg ik. 'Hm?' 'Er is in een straal van tien kilometer geen Starbucks te vinden. Dus tenzij je meer dan tien kilometer wil fietsen...' Ze kijkt geschokt, maar dan bekruipt haar eeuwige lach haar gezicht weer. 'Oja, die kwam er pas over drie maanden. Dan gaan we naar de McDonalds!' En voor ik het weet, zit ik weer op de fiets achter een halve garen. 

Hello everybody!! :D Weer een nieuw hoofdstukje!!!!!!!!!!! xD Oké, er gebeurt niet zo veel in, maar alsjeblieft, ZEG OF JE EEN A/N VERVELEND VINDT OF NIET!!!! (ik vraag me trouwens af of jullie de A/N uberhaupt lezen...) Maarja!! 

X A Little Princess

 

Genoeg! {On Hold}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu