H4- Een paar gekneusde ribben en een verminkt gezicht

172 12 6
                                    

'Hanne, ik kan echt niet meer!' zeg ik. Ik heb op het moment al vier grote friet, twee frikadellen, een kroket, drie kaasoufflé's, een bakje kipnuggets, vijf glazen cola en een McFlurry op. 'Oké, we hebben ook wel een beetje veel besteld..' zegt ze met een blik op maar McChicken. 'Nou ja, nu hoeft mijn moeder minder te koken,' zeg ik breedlachend. 'Zo, heeft mevrouw de Herfst iets te veel gegeten?' vraagt een stem achter me. 'Benjamin, opdonderen!' snauw ik. 'Zo, heeft onze Februari nog praatjes?' vraagt hij. Ik pers mijn lippen op elkaar en draai me om. 'Ga weg, Benjamin. Ik heb je hier niet gevraagd.' Hij lacht. 'Ze heeft dus duidelijk praatjes. Daar is geen twijfel over mogelijk. Nou, ik zal je geruststellen, December, nadat ik klaar met je ben, hou je je mond wel,' zegt hij. Een kille klomp angst pakt zich samen in mijn buik. 'September, wat is dit?' vraagt Hanne achter me. Ik geef geen antwoord en blijf naar Benjamin staren. 'Ben je klaar met staren, September?' Hij spreekt mijn naam uit alsof het het ergste schelwoord ter wereld is. 'Kijk nog maar eens goed. Als ik klaar ben zal jij niet zo goed meer uit die groene kijkers kunnen staren.' Mijn keel knijpt dicht bij dit dreigemend. 'Waar denk je wel dat je mee bezig bent?' vraagt een stem achter me. Ik draai me om. Hanne is opgestaan en komt dreigend voor Benjamin staan. 'Ga weg. Dit zijn jou zaken niet, trut,' zegt Benjamin. 'Dit zijn wel degelijk mijn zaken!' zegt Hanne. 'Zie je, je hebt zonet mijn beste vriendin bedreigd. Dat pik ik niet. Dus flikker op.' Benjamin haalt zijn schouders op. Dan haalt hij uit. Te laat besef ik wat hij gaat doen. 'Hanne!' gil ik. Ik kijk naar mijn vriendin, die zo hard op haar kin wordt geslagen dat ze een stukje omhoog vliegt en dan achterover valt met haar hoofd op een stoel. Haar kaak wordt onnatuurlijk blauw. Ik ren op haar af. Met mijn hand ga ik over haar kaak. 'Auw!' gilt ze. 'Hanne!' zeg ik opgelucht. 'Die idioot...' sist Hanne. Dan worden haar ogen groot. 'Pas op!' gilt ze. Ik wil me omdraaien, maar ik ben te laat. Een sterke hand grijpt me in mijn kraag en tilt me op. Iemand gooit me over zijn schouder en loopt de McDonalds uit. Even later word ik tegen een muur aan gesmeten. Gelijk daarna volgt een klap. En nog een. Ze komen overal. Ze komen niet meer van een iemand, maar van meerdere. Minstens drie. Overal is pijn. 'Benjamin! Hou op! Wat heb ik je ooit misdaan?' huil ik. Benjamin antwoordt niet maar blijft maar doorslaan. Als ik uiteindelijk bijna het bewustzijn verlies, houden de klappen op. 'Het is genoeg, jongens,' zegt hij. 'Al verdient deze bitch nog meer.' Ik moet huilen, maar ik heb er te veel pijn voor. De voetstappen sterven weg. Door een waas van tranen en bloed blijf ik voor me uit staren, niet in staat om me te bewegen. Na iets wat uren lijkt te duren (misschien is dat ook wel zo) hoor ik eindelijk stemmen. 'Daar is ze!' klinkt een jongensstem. Benjamin? 'Ik vond haar. Er waren een paar jongens bezig haar helemaal in elkaar te slaan. Als ik ze niet had gestopt, was ze nu misschien wel dood geweest,' zegt hij. Ik weet nu zeker dat het Benjamin is. Wat doet hij hier? En waarom loopt hij te liegen tegen... Wie daar ook staat? Ik voel twee sterke armen om me heen. Een onbekende mannenstem zegt: 'Wij nemen haar mee naar het ziekenhuis. Bedankt, jongen.' Dan verlies ik het bewustzijn.

Met een paar gekneusde ribben en een verminkt gezicht wordt ik de volgende dag uit het ziekenhuis ontslagen. Ik heb zalfjes voor mijn verwondingen gekregen, dus ze zullen geen pijn meer doen, zegt de zuster (ik geloof er by the way niks van). Ik zit op mijn kamer een boek te lezen, als April binnenkomt. 'September, je kunt niet meer tegen mij liegen. Je vertelt me nú wie je dit heeft aangedaan,' zegt ze. Ik schud mijn hoofd. 'Tember, zeg het.' 'Nee.' 'Jawel.' 'Verdomme, April! Waarom moet je je altijd met mijn zaken bemoeien?' schreeuw ik. 'Omdat ik om je geef.' Ik zucht. 'Dat je om me geeft betekent niet dat je mijn leven moet runnen!' zeg ik boos. 'Onee? Mag ik niet weten wie mijn zusje bijna doodslaat?' vraagt ze. 'Nee, blijkbaar niet,' zeg ik. 'Best,' zegt ze. Ze is boos. Ik heb April nog nooit boos op mij gezien (behalve die keer met die taco's, ja, ik weet het, een lang, en triest verhaal). Ze staat boos op en loopt mijn kamer uit. Met een enorme klap smijt ze de deur dicht. Ik plof op mijn bed neer, maar slaak dan een kreet van pijn. Mijn gekneusde ribben. Die was ik even vergeten. 

Ik zit op bed met Narcis op mijn schoot. Ik aai haar wollige vachtje en staar naar het gordijn. Een streep maanlicht valt er door heen. Ik denk aan wat er gebeurd is. Waarom haat Benjamin mij zo? Heb ik hem iets misdaan? Blijkbaar wel. Ik zucht en kijk op de wekker. 4:36 uur. Morgen ga ik niet op mijn bed komen. Maar so what? Ik ga toch niet naar school. Ik zucht. Narcis blaft zachtjes. Ik til haar op en geef haar een kusje op haar natte neus. Dan zet ik haar in haar mandje, die ik op mijn kamer heb gezet. Ik ga liggen en ik staar naar het plafond. Er zit een scheur in. Het lijkt een kloof tussen de glow in the dark sterren. Rond zeven uur 's morgens, worden mijn ogen zo zwaar, dat ze vanzelf dichtglijden.

Ik open mijn ogen en kijk op de wekker. Vier uur. 's Middags. O. Mijn. Pioenroos. Ik heb echt lang geslapen! Ik sta op en loop naar mijn kleerkast. Ik trek een joggingbroek, een bh en een vest aan. Ik loop naar beneden en smeer een boterham. Met de boterham en een glas langhoudbare melk ga ik op de bank liggen. Ik grijp naar de afstandsbediening en begin te zappen. Als ik eindelijk op een leuke zender uitkom, ga ik nog iets verder onderuit gezakt liggen en begin te eten. Na een tijdje krijg ik het warm. Ik doe mijn vest open. Je kunt nu mijn bh zien, maar er komt toch niemand. Mam en pap zijn werken en April is naar haar opleiding. Als ik mijn boterham op heb, slof ik weer naar de keuken en smeer ik nog een boterham. Een kreet van pijn ontsnapt uit mijn mond als ik de hagelslag hoog boven mijn hoofd probeer te pakken. Oja, ik had een paar gekneusde ribben. Dat was ik even vergeten. Ik besef ineens dat ik nog geen zalf heb gebruikt. Ik staak mijn pogingen om de hagelslag te pakken en besmeer mijn boterham met pindakaas. Met de boterham in mijn mond loop ik naar boven. Ik pak de zalfjes en smeer die op mijn gezicht er ribben. Dan wandel ik weer naar beneden. De boterham is ondertussen al op, en tot slot pak ik nog een grote, dikke plak peperkoek met een dikke laag boter. Ik veeg net mijn handen af aan mijn broek als de deurbel gaat. Zuchtend sta ik op. Wie kan dat nu zijn? Mam, pap en April zijn er nog lang niet. Ik slof naar de deur en wil hem openen, maar hij geeft niet mee. Ik denk even na wat de oorzaak kan zijn en besluit dan dat hij op slot zit. 'Een momentje!' roep ik door de brievenbus. Dan slenter ik naar het laadje waar de sleutel altijd ligt en vis hem eruit. Dan loop ik weer terug naar de deur. Ik open hem, en kijk in de blauwe ogen van... 'Benjamin,' zeg ik. 'September. Wat zie je er... Ehm... Fris uit vandaag,' zegt hij met een blik op mijn lichaam. Ik kijk naar beneden en zie dat mijn vest nog steeds open staat. Mijn lichtblauwe lievelings bh is duidelijk te zien. Met een rood hoofd doe ik mijn vest dicht. 'Wat wil je?' vraag ik. 'Als je me nog meer make-upbehoefte wil bezorgen,' zeg ik wijzend op mijn gezicht, 'dan kun je weggaan. Dit is mijn huis. Ik kan de deur zo in je gezicht dichtslaan.' Hij grijnst. 'Mag ik binnenkomen?' vraagt hij. Ik schud mijn hoofd. 'No way.' Hij zucht. 'Dan moet ik hier maar met je praten,' zegt hij. 'September, Hanne zal dit door vertellen. En dat heb ik liever niet. Dus, ik wil dat je me gaat verdedigen. En omdat dat een beetje raar overkomt omdat ik je net bijna dood heb geslagen, wil ik dat je mijn vriendin wordt.' Ik staar hem aan. 'Je vriendin, in de zin van vrienden, of...?' vraag ik verbijsterd. 'Mijn liefje,' zegt hij. Even ben ik uit het veld geslagen. Dan zet ik mijn benen iets verder uit elkaar en kijk hem strijdlustig aan. 'Dat gaat niet gebeuren,' zeg ik. 'O jawel,' zegt hij met een gemene grijns, die mij het idee geeft dat wat hij van plan is niet bepaald gunstig voor mij is. 'Waarom?' vraag ik. 'Omdat, als je het niet doet, ik je vriendinnetje met groot plezier een ernstig hersenletsel toebreng. En die zus van jou, May...' 'April,' onderbreek ik hem. '....April, zal ook wel een leuk doelwit zijn.' Ik word bleek. 'D-d-dat, dat kun je niet doen!' zeg ik. 'O jawel, heel graag zelfs,' zegt hij. 'I-i-i-ik k-kan naar de p-p-politie gaan,' stotter ik. Hij knikt. 'Ja, maar dat doe je niet. Dan kan ik July zelfs wel...' Hij haalt een hand langs zijn keel. Een koud gevoel bekruipt mijn lichaam. 'Dus, word je mijn vriendinnetje?' vraagt hij. Langzaam knik ik. 'Mooi zo,' zegt hij. Dan zoent hij me. Als hij zijn lippen van de mijne heeft gehaald, draait hij zich om, en loopt weg. Ik blijf bedonderd in de deuropening staan.

Omygoshhhhhh, hij staat freaking op nummer twintig in humor! Bedankt! <33 Ja... Waar is Benjamin in godsnaam mee bezig? Tja... Je zult het zien!! :) Ik heb besloten een minimum reacties erop te zetten. Na vijf reacties ga ik verder. Dan zie ik ook gelijk wie de A/N leest :)

X A Little Princess

 

Genoeg! {On Hold}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu