H9- Wiffiewoef

89 7 2
                                    

'September?' klinkt een stem. Ik draai me om. Mijn moeder staat in de deuropening.'September, wat is er?' Ik haal mijn gezicht uit mijn kussen. Ze komt naar me toe gelopen. 'September, vertel eens,' zegt ze zacht.

'Waarom heet ik September?' vraag ik snikkend. Mam lijkt even te schrikken. Dan zucht ze.

'September, dat hebben we je toch al verteld?' zegt ze. Ik knik. 'Maar Hanne's ouders zijn in februari getrouwd, en zij heet geen Februari!' zeg ik.

Mam zucht opnieuw.'Het ligt wat ingewikkeld,' zegt ze.

'Nee!' gil ik. 'Nee! Het ligt niet ingewikkeld! Ik wil geen September heten!'

Mama aait over mijn haar. 'Sorry,' fluistert ze. Ik druk mijn gezicht in haar schoot. 'Er is nog een rede waarom je September heet,' zegt mijn moeder opeens. Ik blijf stil. Mama ook.

'W... Waarom?' vraag ik.

Mama zucht. 'Omdat... Wil je het echt weten?' vraagt ze.

Ik knik.

Opeens gaat de deur open. Mijn vader komt binnen. 'Sorry dat ik stoor, maar, er is iemand voor September.'

Ik kijk op. 'Wie?' vraag ik.

'Een jongen.' Ik sta vlug op en veeg de mascaravlekken van mijn gezicht. Dan loop ik naar beneden. In de deuropening staat iemand waarvan ik niet verwacht had hem ooit nog te zien.

'Abel?' vraag ik.

Hij kijkt me koud aan. 'September.'

'Wat is er?' vraag ik.

'Ik wilde je dit zeggen: Je bent een bitch. Van de ergste soort.'

Ik schrik. 'Hoezo?' vraag ik.

Abel wordt woedend. 'Doe niet alsof je van niets weet! Kijk, dit is wat je doet: eerst ben je aardig, heel aardig. Je zorgt ervoor dat jongens verliefd op je worden, en dan dump je ze als oud vuil. Dat noem ik nou echt een bitch.'

Ik kijk hem sprakeloos aan.

Hij vat mijn stilzwijgen verkeerd op. 'Zie je wel. Ik had het moeten weten. Dit is de laatste keer dat we elkaar zien, September.' En met die woorden vertrekt hij, mij gebroken achterlatend.

'April!' Ik gil en ren naar boven. 'April help!' De tranen stromen over mijn wangen. Ik word gek. 'April! Help! Ik heb mezelf niet meer in de hand! Dadelijk ga ik mezelf nog wat aandoen!' Maar April komt niet. Ze is naar college. In een waas van verdriet bonk ik met mijn hoofd tegen de deur. Ik haal uit en sla met mijn vuist de spiegel kapot. Er blijven een paar scherven in mijn hand steken, maar ik duw ze er nog verder in. Ondertussen schreeuw ik moord en brand. Plotseling gaat de deur open. Mam staat in de deuropening.

'September! Wat ben je in hemelsnaam aan het doen?!' vraagt ze geschrokken.

Ik zak in elkaar en begin heel hard te snikken. Mam slaat haar armen om me heen. 'Wat is er allemaal met je?' vraagt ze.

'Alsjeblieft, mam,' snik ik. 'Ik kan het onmogelijk zeggen...'

'Sst, dit is al de tweede keer vandaag dat je jezelf niet bent.' Plotseling valt haar blik op de gebroken spiegel en daarna op mijn hand. 

'September! Wat ben je allemaal aan het doen? Dit is... Dit is vreselijk! Je móét ons zeggen wat er is! Anders kan het zo niet verder,' zegt ze geschrokken.

'Nee!' gil ik. 'Nee! Dat kan niet! En als je dat niet wil begrijpen kan ik hier niet blijven! Het spijt me.' Met die woorden ren ik overstuur het huis uit.

Na iets wat uren leek te duren plof ik neer in de berm van een verlaten landweg, net buiten de stad. Tussen het natte gras begin ik opnieuw te snikken. Het is vreselijk wat er allemaal gebeurt. Hoe kan mijn leven tot zo'n hel gemaakt zijn? Ineens voel ik een likje op mijn hand, die om mijn knie heen ligt. Ik kijk naar wat er heeft gelikt. Narcis. 

Genoeg! {On Hold}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu