Hoofdstuk 5 ☆

22 0 0
                                    

Hebben jullie ook wel eens dat je zolang naar iets kan staren en dat er zoveel gedachtes door je heen gaan? Nou dat heb ik nu dus. Ik zit nu voor mijn moeders graf. Een paar bewakers staan voor het hek van de begraafplaats. Op deze begraafplaats ligt heel mijn familie die overleden is. 'Ik probeer niet meer te huilen maar ik heb van zulke momenten dat ik gewoon niet kan stoppen met huilen en soms kan ik gewoon niet meer stoppen met lachen'. Ik kijk naar de grafsteen. 'Gister had ik een van die momenten dat ik niet kon stoppen met huilen'. Ik plaats het bosje bloemen, die ik de hele tijd in mijn hand had, voor mij. Ik ga tegen de steen aanzitten. 'Ik wil niet meer huilen, Maar soms word het gewicht te zwaar dat ik het niet meer vol kan houden' Vertel ik. 'Weet je? Mensen breken niet omdat ze zwak zijn maar omdat ze veel te lang sterk waren' Hoor ik plots achter me. Net als ik me wil om draaien, komt er iemand naast me zitten. Ik kijk naar de persoon. Een jongen met donker bruin haar en blauwe ogen zit naast me. Ik glimlach kort naar hem. Uit het niets knuffelt hij mij. Ik schrik kort maar knuffel hem toch terug. Mijn hoofd leg ik op zijn schouder. Ik heb geen idee, hoezo ik dit doet maar het voelt goed. Voor even lijken al mijn gedachtes en gevoelens weg te gaan. Hij laat me weer los en ik kijk hem vragend aan. Hoezo deed hij dit? Al snel krijg ik een antwoord op mijn vragende gezicht. 'Soms heb je gewoon een knuffel nodig in het leven. Geen advies, Geen woorden, alleen maar een knuffel om je beter te voelen'. En hij heeft gelijk ik voel me al wat beger5. Ik denk nu niet meer aan de gebeurtenis van gister. 'Bedankt' Glimlach ik. Hij glimlacht terug en staat op. Hij steekt een hand uit, die ik aan pak. Hij trekt me omhoog en samen lopen we naar de uitgang, nadat ik gedag heb gezegt tegen mijn moeder. Ik geef een knikje naar mijn bewakers dat het goed is. We lopen naar Starbucks met de bewakers achter ons. We lopen in stilte. Geen gepraat, geen gefluister, alleen maar de wind die langs ons ruist en het gefluit van de vogels. 'Hoe heet je?'. 'Tori, jij?'. 'Aiden, maar wacht ben jij Victoria, DE Victoria?'. Ik knik langzaam. Ik hoop niet dat hij me nu gaat gebruiken omdat ik "bekend' ben. 'Wil je een liedje voor me zingen?' Vraagt hij verlegen en schamend. Lachend knik ik toch maar, hij heeft me net getroost dus dit is wel het minste wat ik kan doen. Tegenover ons zie ik een bankje, waarop ik hem mee trek, hem erop trek en ik ga zitten. Nieuwsgierig kijkt hij me aan. Ik sluit mijn ogen, alles om me heen vergetend, niks dat me nu nog kan tegenhouden.

'I've heard there was a secret chord
That David played, and it pleased the Lord
But you don't really care for music, do you?
Well it goes like this
The fourth, the fifth
The minor fall and the major lift
The baffled king composing Hallelujah

Hallelujah, Hallelujah, Hallelujah, Hallelujah

Your faith was strong, but you needed proof
You saw her bathing on the roof
Her beauty in the moonlight overthrew you?
She tied you to her kitchen chair
She broke your throne, and she cut your hair
And from your lips she drew the Hallelujah

Hallelujah, Hallelujah, Hallelujah, Hallelujah

Well maybe there's a God above
But all I've ever learned from love
Is how to shoot somebody who outdrew you?
And it's not a cry that you hear at night
It's not some one who has seen the Light
It's a cold and it's a broken Hallelujah

Hallelujah, Hallelujah, Hallelujah, Hallelujah

Hallelujah, Hallelujah, Hallelujah, Hallelujah'.

Als ik de laatste zinnen af heb, open ik pas mijn ogen. Ik had niet eens door dat ik opgestaan ben. Een groep met mensen staan om mij heen. Mason, die ook natuurlijk bij mijn bewakers hoort, staat mij met grote ogen aan te kijken. Hij is niet de enige. Sommige mensen hebben een telefoon in hun handen. Ik glimlach.

~~~

Ik lig op mijn bed starend naar mijn gitaar. Na een tijdje ga ik rechtop zitten en heb ik de gitaar in mijn handen. Ik speel een paar akkoorden. Na een tijdje dit te doen hebben, leg ik de gitaar weg en ga op mijn bed liggen, starend naar mijn witte plafond.

Ik hoor een harde klap van beneden, wat mij laat opschrikken uit mijn gedachtes. Ik ga langzaam rechtop zitten. Ik kijk de kamer rond, op zoek naar iets hards of scherps, want ja ij ben nu alleen in dit huis. Ik pak de grote kaarshouder en loop op mijn tenen naar beneden. De krakende traptredes, die ik uit mijn hoofd ken, sla ik over.

Ik loop de woonkamer in en sla dan recht op iemands hoofd.

Hee, eindelijk weer is een hoofdstukje. Ik heb al een tijdje niet meer geupload, sorry daarvoor.

Vote! :)

Comment! :)

Chiau! :)

The GuitarWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu