2 The one with the place.

23 1 3
                                    

"Waarom zit daar een meisje?" Hoor ik iemand zeggen. Ik sta op en loop naar de jongens die aan het kaarten waren. Ik steek mijn hand uit naar de jongen die net binnen kwam rennen. "Ik ben Andersson." Zeg ik terwijl hij mijn hand schud. "Webster." Zegt hij terug. Het is even stil en je ziet dat niemand daar echt op te wachten zit.

"Wat is eigenlijk je voornaam Andersson?" Vroeg Liebgott. Ik draai me om zodat ik hem aankijk. "Gwen." Antwoord ik. Zijn ogen worden groot. "Wat?" Vraag ik. "Niks. Het is gewoon een leuke naam." Zegt hij en lacht. "Oh Okee Dankje." Zeg ik en bloos een beetje.
Een paar minuten later lopen er een paar jongens naar buiten. Ze vroegen of ik me ging, maar ik had geen zin. Maar omdat iedereen buiten was uit mijn barak ging ik ook maar. Ik liep naar het grote veld dat voor de barakken lag. Terwijl ik bij Bill, Joe, webster en liebgott op de grond ging zitten kwamen er wat andere jongens het veld op die ook bij easy zaten. "Toch gekomen Gwen?" Vraagt Bill. "Jup ik dacht anders zit ik daar zo alleen." Antwoord ik. "Ja ja. Onzin je miste mij gewoon." Zegt liebgott. "Ja natuurlijk miste ik jou. Ik bedoel kijk naar je. Wauw." Zegt ik op de meest sarcastische manier en steek mijn tong naar hem uit. Hij slaat een arm om me heen en trekt me naar zich toe. "Weet ik schat. Weet ik." Zegt hij lachend. Ik wring me uit zijn armen maar het lukt me niet. Dus heb ik er maar vrede mee.

"Waarom ben je eigenlijk het leger in gegaan?" Vraagt liebgott. Ondertussen is het al een uur later en Bill, Joe en webster zijn met de jongens mee gaan doen ik weet niet wel spel ze speelde naar het is met een bal. Ik leg mijn hoofd op zijn schoot neer en kijk hem aan. "Om eerlijk te zijn, ik heb geen idee. Ik heb de oorlog altijd al interessant gevonden toen ik kleiner was dus dit was eigelijk een perfecte kans voor mij." Antwoord ik. Hij knikt en kijkt me lief aan. "En jij. Wat is jou verhaal?" Vraag ik. "Ik werd gedwongen door mijn pa." Zegt hij en kijkt de lucht. "Oh." Is het enige wat ik weet uit te brengen.

"Kom mee ik wil je iets laten zien." Zegt hij opeens. Ik sta op en loop met hem mee. Geen idee wat hij me zou moeten laten zien maar ik zie wel. We lopen een bos achtige opening in het ziet er naar mijn menig leek het een beetje op het bos uit de disney film Sneeuwitje. ( ja ja die bestond toen al. Blijkbaar komt ie uit 1937). "Waar gaan we eigelijk naar toe?" Vraag ik maar ik krijg geen antwoord. Hij pakte mijn hand en begint te rennen. Wat niet echt de perfecte optie is aangezien ik geen goede conditie heb. Eigelijk best dom om dat in het leger te gaan maar dat boeit niet. Hij sleurt me achter een bosje en gaat daar heel stil zitten. Maar natuurlijk moet ik weer zo lomp zijn en van een Bergje achter de bosjes zo in een klein beekje te rollen. Terwijl ik zeik nat naar boven klim kom ik ook nog een kei groot spinnen nest tegen bij mijn hand. "Iel iel iel." Fluister ik zacht. Ik maak een klein omweggetje om het nest te vermeiden. Maar dan kom ik met mijn hand in een hoopje poep. Ik heb geen idee van wat, en eerlijk gezegt hoef ik dat ook niet te weten. Ik ren al half jankend naar beneden terug naar het beekje. Want kom op wie wil er nou poep aan zijn handen. Eenmaal ik weer boven ben aangekomen huild liebgott van het lachen. Maar die lach is al gauw veranderd naar een grote grijns als hij ziet dat mijn bh door schijnt. Want ik had namelijk een wit T-shirt aan en een zwarte bh. "Haal die grijns van je smoel." Zeg ik en ga naast hem op de grond zitten.

"Waarom trok je me eigenlijk naar de bosjes?" Vraag ik en pak een takje van de grond. "Omdat er iemand aan kwam." Antwoord hij. Liebgott kijkt achter zich om te kijken of die gene al weg was. Hij staat op en steekt zijn hand uit om mij op te trekken. Ik pak hem vast en word met een slinger zo omhoog getrokken. We lopen achter de struikjes vandaan en Joseph gaat de kant van het kamp weer op. "He waar ga je heen?" Vraag ik. "Terug naar het kamp." Antwoord hij. "Hoezo je zou me iets laten zien?!" Zeg ik weer. "Dat bewaren we wel voor een andere keer." Hij knipoogt en loopt veder.

We zijn alweer bij het kamp aangekomen. Als we de deur van onze barak in lopen kijkt iedereen ons aan. En op dat moment bedenk ik me dat ik nooit Joseph's hand los heb gelaten. Ik trek me los van hem en loop naar mijn bed. Perco wil er iets over zeggen maar liebgott gooit een kussen tegen zijn hoofd en zegt dat hij zijn kop moet houden.

Het is al avond en we hebben net ongeveer een uur geleden met iedereen in een grote zaal gegeten. Iedereen ligt op zijn bed. Sommige roken en sommige praten maar een beetje. Bill is bij me gaan zitten en we praten nu over de raarste dingen zoals: de spellen die we vroeger speelde toen we klein waren of wat ons lievelings eten is. Maar hier en daar praten we over serieuze dingen zoals: wat we later willen doen als we de oorlog overleven. Ondertussen is Joe ook aangeschoven bij ons gesprek. Het word steeds later en later. Bill is al gaan slapen en Joe stelt voor om ook wat rust te pakken. Na een half uur niks anders te doen dan naar het plafond staren en denken hoor ik naast me iemand mijn naam fluisteren. Ik draai met mijn gezicht zijn kant op en zie dat het Malarkey is. "Hey Malark." Fluister ik. "Kan je ook niet slapen?" Vraagt hij ik schud mijn hoofd en kijk om me heen. "Ik snap niet waarom iedereen dit kan." Zeg ik. "Wat kan?". "Dit. slapen op een vreemde plek. Niet weten wat er kan gebeuren." Antwoord ik. "Daar heb je een punt." Zegt Malarkey. Na ongeveer een kwartier gepraat te hebben besluiten we om ook maar te gaan slapen. Want we willen morgen niet te laat zijn voor de eerste training. Want anders moest je 10 rondjes om heel Camp Toccoa rennen en ja met mijn conditie nehh liever niet. Uiteindelijk val ik in een diepe slaap.

Not This war.(NL)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu