10. Bezorgde gezichten

28 0 1
                                    

'Moorden....Moorden, ik moet hem vinden, ik moet ze doden,'fluisterde de stem sissend in Harry's hoofd. 'Ik moet hem vinden, ik moet hem...' Zijn litteken brandde als een gek, waardoor hij bijna van zijn stoel afviel, maar onverwacht tegen Hermelien aanbotste. Ze schrok en schoof opzij waardoor Harry weer bijna zijn evenwicht verloor.'Harry....Harry!' Schreeuwde Hermelien in paniek. 'Ik weet al waar ik zoeken moet, en hij zal de duisternis met open armen ontvangen, als zijn vriend.' Hij kermde van de pijn en zag het bleke slangachtige gezicht van Voldemort, die hem met zijn rode ogen vanuit het donker aanstaarde. Zijn lichaam trilde, en het leek net alsof hij niet kon wakker worden uit een nare droom.' Laat hem niet vallen Hermelien! Ik pak hem wel,' hoorde hij Sirius hard maar van ver af spreken. Hermelien deed wat hij zei en hield hem met trillende handen vast. Hij voelde hoe de stevige handen van Sirius hem omhoog tilde. De extreme pijn die hij net voelde, begon te verminderen. Door de bezorgde gezichten van Ron, Hermelien en de rest van de orde, schaamde hij zich kapot. Het geschreeuw op de gang was gestopt en Sirius nam hem mee naar een andere kamer, weg van de anderen. Harry wilde weten wie er schreeuwde en hij raakte in paniek, maar Sirius had hem stevig vast en ondersteunde hem. Hij voelde zich vertrouwd bij Sirius, alsof hij de vader was die hij nooit gekend heeft. Zijn litteken brandde nog steeds als hete kolen, maar de stem in zijn hoofd nam geleidelijk af.' Ga hier maar zitten,' zei Sirius en hij pakte een stoel uit de hoek van de kamer. Op de muur hing een enorm wandkleed waar verschillende hoofden op stonden met naam eronder. Op sommige plaatsten waren hoofden weggebrand en was er een lelijke zwarte cirkel te zien. Sirius ging op zijn hurken zitten, zodat hij op ooghoogte met Harry kwam.' Harry, kan je precies omschrijven wat je voelt,' vroeg Sirius bezorgd maar volkomen rustig. Harry voelde voorzichtig aan zijn litteken.'Hij praat tegen mij over...mensen moorden, en dat hij iemand moet vinden...' Sirius knikte.' Wie praat er tegen je?' Er viel een stilte.' V, Voldemort' stotterde Harry angstig. 'Voldemort?' Herhaalde Sirius langzaam en zichtbaar geschokt. Langzaam bewoog Harry zijn hoofd op en neer en liet het tot zich doordringen.
'Eerst dacht ik dat het de Basilisk was, maar toen zag ik zijn bleke huid en zijn rode ogen.' Het zweet droop vanaf zijn nek, zijn shirt in en hij voelde een koude rilling over zijn ruggengraat lopen. Wat wilde Voldemort nou van hem? En waarom zat hij in zijn hoofd?
'W...word ik nu net zoals...hem,' stotterde Harry moeizaam. Hij was lichtelijk in paniek en zijn ogen schoten de kamer door, uiteindelijk terug naar het vriendelijke gezicht van Sirius.' Nee Harry, jij blijft wie je bent en niemand en zelfs Voldemort kan dat niet veranderen, geloof mij maar,' en hij legde van hand op de schouder van Harry. Het voelde zo vertrouwd en gemoedelijk dat Harry zijn armen om zijn nek sloeg en hem in een stevige omhelzing nam. Sirius verzette zich niet, maar drukte Harry juist stevig tegen zich aan, alsof het zijn eigen zoon was. Tranen stonden in zijn ogen, maar hij knipperde ze glimlachend weg en keek Harry nog even aan.' Ik zat dus te denken...wist je dat Lily en James mij tot je peetvader hebben benoemd?' Harry's mond viel open van verbazing.

' Zou je het misschien is iets vinden om bij mij...nouja ik snap als je het niet ziet zitten en dat je misschien liever bij je oom en tante wilt blijven, maar zou je het iets vinden om bij...mij te komen wonen?'

Sirius keek verlegen naar de grond en toen weer naar Harry. Hij zou het liefst ja willen zeggen, maar er zat hem nog iets dwars.' Waarom zat je in Azkaban en hoe ben je ontsnapt?' Sirius beet even op zijn lip, maar stond al snel weer rechtop en ijsbeerde door de kamer.' Wat ik je ga vertellen is de waarheid en ook alleen de waarheid.' Sirius vertelde alles wat er gebeurd was van dertien jaar geleden, Zoals over de verrader Peter Pippeling en zijn tijd in Azkaban. Toen hij klaar was met praten viel er een stilte waarin Harry de informatie die hij net gehoord had moest verwerken.' Hoe kan je bewijzen dat je onschuldig bent?' Harry hoopte zo erg dat Sirius gelijk had en Peter Pippeling de schuldige was.' Je vrienden en familie hebben mij niet voor niets in vertrouwen genomen, ook Perkamentus heeft geholpen, want ze wisten dat ik onschuldig was toen we Pippeling vonden. Hij is een animegus net zoals mij en was getransformeerd in een rat, wiens eigenaar jouw vriend is als ik het goed heb.' Harry keek Sirius verbaasd aan.' Ron?' 'Ja hij! Ik vond die rat op het terrein van Molly en Artur toen ik op mijn weg naar Zweinstein rende. Ik wist dat Pippeling samen met je vader, Remus en mij een animegus besloot te worden, dus toen ik de rat met mijn bek oppakte om wat te eten zag ik dat er een teen miste.'
'Wacht even... Met je bek?' Sirius lachte waardoor er grote kraaienpoten naast zijn ogen verschenen. ' ja dat klopt Harry, mijn animegus is een zwarte hond. Op de avond dat ik jouw vond rook ik de dode geur van Dementors en toen ik je zag heb ik die Dementor gelijk beet genomen en jouw vervolgens hier veilig heengebracht.' Harry keek met grote ogen naar Sirius. Hij was de hond die hem gered had van de Dementor. Het liefst zou hij meteen bij hem intrekken als het kon en de Duffelingen achter laten in Klein Zanikem. Ze zouden zelfs blij zijn als ze hoorde dat Harry niet meer terug zou komen.' Ik geloof je,' zei Harry zacht. Sirius legde zijn hand op zijn schouder en keek hem gerust aan. Plotseling schoten er flarden van zijn droom voorbij. Voldemort die het duistere teken op zijn arm brandde en de dooddoeners die met hem mee lachten.' Sirius toen ik wakker werd had ik -' In de deuropening verscheen opeens Remus die buiten adem leek te zijn. Waarschijnlijk had hij zich de trap op gehaast. Sirius draaide zich om en liep naar hem toe .' Het is Dolleman die op de deur bonkte, waardoor je moeder wakker werd en begon te schreeuwen,'.
'Oké goed om te horen en is ze nu weer stil?'
'Ja gelukkig wel zeg!' Lachte Remus, maar zijn lach zakte snel weer weg tot een neutrale blik. Harry stond nu ook op en liep langzaam naar de twee mannen toe.' Ben je oké Harry?' Vroeg Remus met een kleine bezorgde glimlach. De manier waarop hij zich kleed en zijn gezichtsuitdrukking, gaven de indruk dat hij ooit op straat heeft gestaan als bedelaar.' Goed' Remus keek vertwijfeld.' Nee serieus het gaat weer oké.' Hij keek nog bedenkelijk maar negeerde het en liep samen met Sirius naar beneden.' Je hebt rust nodig Harry,' zei Sirius als laatst voordat hij de trap af liep. Harry negeerde zijn opmerking en liep naar de kamer waar hij als eerst vandaan kwam. Onderweg zag hij een merkwaardig wezen met een lappendoek over de grond zeulen. Hij leek op Dobby, alleen was deze ietsje groter en norser. De elf keek hem smerig aan en volgde zijn passen. Harry opende snel de kamer deur, zodat hij de elf uit het zicht verloor.'Harry! Ben je oke?!' Hermelien kwam in een duikvlucht naar hem toe en omhelsde hem stevig. Ron zat op bed en leek hem geïrriteerd aan te kijken.
'Wat gebeurde er net met je?' Hermelien liet hem los en keek hem doordringend aan. ' Geef die jongen wat ruimte om te ademen Hermelien.' Toen Hermelien weg stapte zag Harry dat de gezichtsuitdrukking van Ron milder werd. Hermelien vouwde haar armen over elkaar heen en bleef hem aankijken. Op deze manier had ze veel weg van tante Petunia, wanneer ze ongeduldig of chagrijnig was. Harry begon te vertellen wat er allemaal gebeurd was, over de stem in zijn hoofd en over Voldemort die naar hem keek.' Jeetje Harry, dat is niet niks,' zei Ron die een bange blik in zijn ogen had.' 'Misschien probeert hij een connectie te leggen,' mompelde Hermelien alsof ze hardop dacht.' Connectie?' Ron huiverde bij het zeggen van de woorden.' Maar dat betekent' - ' Dat Voldemort probeert te communiceren,' maakte Hermelien zijn zin af.
' Ik weet het niet zeker...het klonk meer als een soort slang...' Ging Harry daarop in. Ron wreef met zijn handen over elkaar en Hermelien ijsbeerde nadenkend heen en weer. ' wacht eens even.' De hoofden van zijn vrienden schoten zijn kant op. Harry voelde in zijn zakken en in zijn vest, maar voelde alleen een plakkerig snoepje wat vastgeplakt zat in de binnenkant van zijn zak.' 'Waar zijn mijn spullen Hermelien?' Ze wees op een plaats naast het bed waar een koffer en een kooi met daarin Hedwig zich bevonden. Harry liet zich op zijn knieën vallen en zocht gretig tussen zijn spullen.' Waar is het nou?'
'Wat zoek je Harry?' 'Die brief.' Zijn kleding lag intussen verspreidt over de vloer, waar zijn vrienden merkwaardig naar keken. 'Welke brief?' Hoorde hij de meisjesachtige stem van Hermelien zeggen.'IK HEB HEM!' hij stond energiek op met die crème kleurige brief tussen zijn vingers.' Deze vond ik tussen mijn spullen aan het einde van het tweede jaar op Zweinstein.' Hij gaf de brief aan Hermelien en Ron kwam achter haar staan. Nadat ze het gelezen hadden wisselde ze een blik met Harry.
'Van wie heb je hem gekregen?' Vroeg Hermelien
'Geen idee, er staat een afzender bij.' Harry staarde naar de brief en bedacht zich iets.' Misschien is hij wel Sirius!' Opperde Harry opgetogen.' Maar Harry, Sirius is toch helemaal niet in de buurt van Zweinstein geweest. 'Hij heeft Pippeling bij het huis van Ron gevonden en het zou dom geweest zijn naar Zweinstein te vertrekken, terwijl hij nog steeds gezocht wordt.' Hermelien had een punt, maar Harry kon niet bedenken van wie de brief met de lieve boodschap anders afkomstig was.' Mijn moeder is het ook niet, want haar handschrift is niet te lezen,' bracht Ron lachend. De krakende deur ging plotseling langzaam open en Harry zag het wezen wat op een norse Dobby leek de kamer in schuifelen.' Knijster komt post brengen voor Harry Potter,' murmelde hij moeizaam. Hij had een brief vast die hij van een klein afstandje naar Harry reikte, alsof hij niet te dicht in de buurt wilde komen. Er zat een rode zegel op de achterkant geplakt.'van wie is dit?' 'Knijster moest hem geven aan Harry Potter en hem vertellen dat het uiterst belangrijk is om hem nog niet open te maken.'
Knijster schuifelde weer weg en keek nog met een grijns de kamer rond voordat hij de kamer verliet.
'Modderbloedjes en bloedverraders horen hier niet thuis. Wat zal Mevrouw Zwarts met jullie doen als ze dit wist.' Knijster keek met zijn lelijke grijns naar Hermelien en ging uiteindelijk weg zonder de deur te sluiten.' Zo praat je niet tegen haar!' Schreeuwde Ron boos.' Het is oké Ron, laat hem maar,' zei Hermelien schamper en ze haalde haar schouders op. Harry keek ondertussen nog eens naar de zegel en zag de vorm van een kronkelende slang, of was het toch iets anders? 'Er staat iets bovenop geschreven,' zei Ron, die dichter bij hem kwam staan. Harry kantelde de brief en er stond inderdaad iets met inkt op geschreven:

Pas openen bij het zien van de nummers: 09011960

————————
Excuses voor het lange wachten!
Dit hoofdstuk moest tot in de puntjes verzorgd  zijn en dat koste de nodige tijd...Hoop dat jullie verder lezen, want nu begint het zeker interessant te worden...

Als jullie vragen hebben kunnen jullie die mij altijd stellen, maar ik verklap niet al te veel.

Ik ben ook zeker benieuwd naar jullie theorieën. Laat ze achter in comments en tot het volgende hoofdstuk!

N

Harry Potter the HorcruxWhere stories live. Discover now