Hoofdstuk 34

192 11 9
                                    

Het was al vrij laat in de avond toen ik plots werd wakker geschud door Eowyn die mij uiterst enthousiast vertelde dat een groep ruiters was teruggekeerd. Zonder pardon was ik overeind gesprongen van de kruk en rende ik zo snel als mijn benen mij konden dragen naar de poorten toe.

Toen ik aankwam zag ik tot mijn opluchting inderdaad een groep ruiters die net door de poorten heen gereden kwamen: Het waren er niet veel, maar het waren er in ieder geval meer dan ik had verwacht.

Ik zag tot mijn opluchting de koning die net van zijn paard afsteeg, en Aragorn en Gimli die bij hem waren gaan staan. Ik scande vlug de gezichten van de overige ruiters, maar toen ik nergens het blonde hoofd van de Elfenprins zag zakte mijn hart mij in de schoenen.

Tranen waren al in mijn ogen gaan prikken en ik voelde mijn handen trillen. Aragorn keek naar mij op en staarde mij voor enkele tellen spijtig aan. Ik klemde mijn kaken strak op elkaar om het niet uit te schreeuwen van zowel verdriet als woedde, en wilde mij net omdraaien om terug het kasteel binnen te gaan, toen tot mijn schrik Legolas recht voor mij stond— levend en wel.

Hij keek op mij neer met een vragende blik in zijn ogen, zijn kleren vol met modder en bloed. Het kwam niet vaak voor, maar zelfs zijn gezicht en haren zaten vol met bloedvlekken en vuil. Ik zag enkele schrammen op zijn gezicht die nooit eerder oneven heden had vertoond, en een scheur in zijn rechter mouw, waar gelukkig geen open wond was te zien, maar slechts een schram. Hij wilde zijn mond openen, waarschijnlijk om te vragen waarom ik bijna aan het huilen was, maar ik gaf hem daar niet de kans voor doordat ik mijzelf in zijn armen wierp.

"Grace," zei hij ademloos terwijl hij mij overdonderd maar soepel opving en zijn armen stevig on mijn middel heen wikkelde. Ik verborg mijn gezicht in zijn nek en moest moeite doen de drang om in huilen uit barsten te onderdrukken. Ik voelde nu pas hoe gespannen en angstig ik was geweest de afgelopen uren, mij zorgen makend om het welzijn van mijn reisgenoten. Legolas begon geruststellend over mijn rug te wrijven terwijl hij mij lieve woorden bleef toefluisteren. Ik was zo opgelucht dat hij ongedeerd en wel was— dat alle drie mijn reisgenoten veilig waren teruggekeerd...

Na enkele tellen zo gestaan te hebben hief ik uiteindelijk mijn gezicht weer op om hem aan te kunnen kijken. Zijn ijsblauwe ogen haakten zich in de mijne en een warme glimlach sierde zijn prachtige gezicht. Dat was het moment dat ik zonder pardon mijn lippen op de zijne drukte...

Ik was verrast door het feit dat Legolas niet eens het kleinste beetje schrok van het plotselinge contact van mijn lippen op de zijne, en mij simpelweg meteen dichter tegen zich aandrukte en mij vol overgaven terug kuste. Hij omsloot mijn gezicht met één van zijn handen terwijl hij zijn andere arm nog verder om mij heen wikkelde, iedere centimeter tussen ons willen overbruggen en mij onmogelijk nog wilde laten gaan.

De avond in Helms Deep was in eerst instantie erg koud geweest, maar de kus zorgde ervoor dat ik mij plots warm genoeg voelde om mijn gewaad uit te willen trekken. Mijn hart was als een bezetenen gaan kloppen en mijn hoofd voelde licht aan. Mijn knieën waren gaan knikken, en als Legolas mij niet zo stevig had vastgehouden, dan had ik ongetwijfeld door ze heen gezakt.

"Goede genade! Het werd eens tijd!" hoorde ik plots Gimli van achter ons roepen, en ik herinnerde mij toen weer dat wij niet alleen waren en trok beschamend mijn gezicht terug. Ik staarde Legolas met grote ogen aan, alsof ik niet kon geloven dat ik hem zojuist echt had gekust. Was dit niet weer een droom?

Legolas glimlachte echter warm naar mij en streelde met zijn duim kort over mijn wang die nu vast en zeker rood gloeide. Hij plaatste zijn voorhoofd tegen het mijn en ik kon zijn neus langs de mijne voelen strijken, wat er alleen maar voor zorgde dat ik hem opnieuw wilde kussen, maar wist mijzelf ervan te weerhouden.

"Waar heb ik dit aan te danken?" fluisterde hij zacht, zijn stem ervoor zorgend dat mijn lichaam begon te rillen bij het fijne geluid ervan.

"Ik had niet gedacht dat je nog zou terug keren,"

"Nou," mompelde Legolas zacht terwijl hij zijn ogen opnieuw in de mijne haakte, "Dan mag je dat wel vaker denken als dit is hoe je mij vanaf nu zult gaan begroeten."

Ik voelde het bloed opnieuw naar mijn wangen stijgen en wilde beschaamd van hem wegkijken, maar hij weerhield mij daarvan door mijn kin tussen zijn vingers te nemen en mij te dwingen hem aan te blijven kijken, de intensiteit van zijn prachtige ogen ervoor zorgend dat het razende gevoel in mijn borstkas alleen maar heftiger werd.

"Laten wij naar binnen gaan en rusten. De strijd is nog verre van over en ik vrees dat het niet lang meer zal duren voordat Saruman zijn leger nadert," zei Aragorn die een kleine grijns probeerde te onderdrukken en vervolgens samen met de koning voor ons uit het kasteel binnen liep. Ik wilde hem volgen maar Legolas hield mij plots tegen. Ik draaide mij vragend naar hem om.

"Wacht even," mompelde hij en wierp toen kort een blik op de laatste ruiters die langzaam achter de muren verdwenen. Toen wij uiteindelijk helemaal alleen waren op de binnenplaats stapte hij plots dichter naar mij toe, nam mijn gezicht in zijn handen en drukte zijn lippen op de mijne.

Mijn lichaam verstijfde zich onmiddellijk, niet verwacht dat Legolas zoiets zou doen, maar ontspande mij meteen weer toen hij zachtjes mijn wangen begon te strelen met zijn duimen. Ik sloot mijn ogen en begon hem langzaam terug te kussen.

"Ik heb dit al langer willen doen," zei Legolas toen zacht toen hij langzaam zijn lippen van de mijne haalde en mij diep in de ogen bleef aanstaren. "Maar ik was er nooit zeker van of jij hetzelfde voelde als ik."

Overdonderd door onze kus kon ik hem enkel aanblijven staren, niet zo goed wetend wat te zeggen. Toen hij opmerkte dat ik sprakeloos was geraakt begon hij zachtjes te lachen.

"Grace?"

"Hmm?"

"Le melin," fluisterde hij zacht in het Sindarijns en plaatste toen voor een tweede keer zijn lippen op de mijne, ditmaal zacht en kort, enkel om zijn woorden kracht bij te kunnen brengen. Meende hij het? Hield hij echt van mij?

"Maar— dat kan niet?" Mijn woorden kwamen er onzeker uit en ik was in de war door zijn bekentenis.

"Waarom niet?" Legolas liet zijn handen van mijn gezicht zakken en pakte nu voorzichtig mijn handen beet. "Waarom kan ik niet van jou houden? Voel jij niet hetzelfde?"

"Dat is het niet," zei ik vlug toen ik de onzekerheid in zijn gezicht zag. "Maar..." Ik twijfelde kort en haalde toen diep adem voordat ik het toch zei: "Jij bent een prins."

Dit liet hem enkel glimlachen. "En dat betekent dat ik kan doen wat ik wil?" suggereerde hij speels en trok mij toen voorzichtig naar zich toe waarnaar hij zijn armen om mij heen sloeg en mij in een warme omhelzing sloot. "Maak je om mijn titel maar geen zorgen. Die zal niet in de weg gaan staan van mijn gevoelens— dat beloof ik."

Ik knikte enkel en plaatste toen langzaam mijn hoofd tegen zijn borstkas die zachtjes op en neer ging. Ik maakte mij geen zorgen om Legolas zijn gevoelens, want ik vertrouwde hem— maar zijn vader... ik was er haast zeker van dat Koning Thranduil het nooit zou accepteren.

"En maak je ook geen zorgen om mijn vader," zei Legolas toen en ik keek geschrokken naar hem op. Hoe wist hij—?

Hij merkte mijn betrapte blik op en glimlachte. "Ik denk dat ik nu wel ongeveer kan raden waar jij aan denkt," grinnikte hij en drukte toen een kus op mijn voorhoofd. "Kom, laten wij naar binnen gaan. Je zier er moe uit."


***

Na 34 hoofdstukken is het dan eindelijk zover... volgens mij hebben heel veel van jullie hier lang op zitten wachten, hehe ^^

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jul 27, 2021 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

𝐇𝐢𝐝𝐞 𝐚𝐧𝐝 𝐒𝐞𝐞𝐤 [𝐍𝐋]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu