De avond van 17 februari 1943

191 7 0
                                    

Het is een hels lawaai als de mensen van elkaar gescheiden worden. Mensen klampen zich aan mij vast en met een handdruk laat ik ze weten dat het me spijt. Jongens spugen op mij en kijken me niet aan. Salomon wil hetzelfde doen maar trekt me in een knuffel en slaat me op mijn rug. 'Help ons.' smeekt hij me. Tranen willen uit mijn ogen lopen, maar ik weet me te bedwingen. Alle Joden worden naar barakken gebracht en de lucht kleurt oranje. Je kunt de zon in de zee zien zakken. Een officier komt op me afgelopen. 'Herr Rijksman.' Hij maakt een buiging en kijkt dan op. 'Möchte ich dich etwas frägen?' 'Natürlich, mein Freund.' Ik reik mijn hand uit en schud hem. 'Warum bist du hier?' De man lijkt het serieus te bedoelen, alleen snap ik niet waar hij het overheeft. 'Entschuldigung! Was meinst du?' 'Ich meine. Was machst einen Tatsächlichen hier? Zwischen diesem grausamen Männern.' De man bloost. 'Ich möchte weiter zu entwickeln.' Het is een kort maat bondig antwoord. De officier knikt en verdwijnt. Even staar ik weer voor me uit. De lucht kleurt donkerblauw, enkele sterren zijn aan de hemel te zien. De donkere sterrenlucht is een vreugdig tintje aan deze wrede omgeving. Een traan rolt over mijn wang, het doet me pijn om hier te zijn. Maar als ik hier niet was geweest waren er minder Joden gered.

AuschwitzWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu