Casper

309 16 2
                                    

We zijn criminelen. Bijna ons hele leven lang al geweest.

Ja, zware gedachten voor een tiener. Maar ik hoor dan ook bij de zware jongens.
Iedereen heeft zijn eigen verhaal, waarom hij of zij nu net in deze situatie verzeild is geraakt. Maar wat er ook in ons verleden is gebeurd of wat er in onze toekomst nog zal gebeuren, we kiezen er allemaal bewust voor om te zijn wie zijn, te doen wat we doen.
Of dat nu een dief of een vandaal is, dat kan ons niet schelen. Het is onze enige optie. Een opdrachtgever contacteert ons, we maken een deal en wij voeren de opdracht uit. Simpel, een zekerheid. En altijd hetzelfde.

Nee, dat klopt niet. Ja, het is een zekerheid, maar niet altijd hetzelfde. Dan zou ik het ook niet blijven doen. Maar de adrenalinekick, die roes van wegkomen met wat je doet, dat maakt het net zo interessant. Het is een job als ieder ander; we moeten iedere morgen vroeg opstaan, we worden - best goed – betaald, we moeten vechten tegen de concurrentie...
Een ander voordeel is dat je toch grotendeels je eigen baas bent. Vergelijk het met een zelfstandige: hij is zijn eigen baas, kan doen en laten wat hij wilt, maar toch is hij afhankelijk van anderen.
Want als zij zijn diensten niet willen, kan ook hij niet overleven.
Ik kan altijd zelf kiezen of ik een opdracht aanvaard of niet, maar als ik te veel weiger, dan kom ik ook niet aan geld voor eten en onderhoud. Daarom weiger ik nooit een opdracht en zorg ik ervoor dat ik ze allemaal zo snel mogelijk heb afgehandeld. Iedere klus zie ik als een uitdaging, een kans om mensen te bewijzen wat ik kan, om mezelf te verbeteren.
En ja, soms zitten er tussen onze werkgevers een paar vreemde vogels, die ons rare opdrachten geven.

Zoals mijn huidige “baas” bijvoorbeeld: overduidelijk dat hij veel te veel James Bond-films heeft gekeken...
Maar hij had wel gelijk: als het me niet aanstaat dan trek ik me gewoon terug uit de deal, en dan zoekt zich hij gewoon iemand anders.
Hoewel, deze man laat ergens toch wel alarmbelletjes rinkelen. Instinctief voelde ik dat hij meer is dan gewoon een fan van detectives, daarvoor leek hij me te ernstig, te zelfzeker.
Ik weet niet zeker of hij me wel zou laten terugtrekken uit de deal. Ik denk eerder dat hij me zou bedreigen, om naar de politie te gaan of zoiets eerder. Nou dan heb ik ze toch ook heel wat te vertellen. Het is niet alsof het de eerste keer zou zijn dat ik 'bedreigd' word.

Toch geeft het me geen raar gevoel om zijn opdracht uit te voeren; het is iets dat ik dagdagelijks doe, dus waarom zou ik er nu zo'n ophef over maken? Toch kon ik de gedachte aan de man en hoe hij zuchtte voor hij me vertelde dat ik betaald zou worden, de grijns die ik gewoon hóórde terwijl hij tegen me praatte, maar moeilijk uit mijn hoofd zetten.

En toch zal dat alles even moeten wachten, want zo meteen kan ik mijn bestemming zien. Nog maar een laatste hoek omgaan. In het dure, drukke centrum van de stad natuurlijk. Kan een klus nu eens nooit in the middle of nowhere zijn? Ik heb ook altijd pech.

Afdraaien naar links en daar staat het omvangrijke appartementsgebouw. Nu begin ik pas echt op te letten. In een paar seconden heb ik al door dat dit net zo moeilijk gaat worden als ik al had gevreesd. Portier, pasje, in sommige gevallen zelfs begeleiding. Net zoals ik vooral al wist.

De afgelopen week heb ik het gebouw in de gaten laten houden door het nieuwste lid van onze groep; de kleine Lucas.
Alexander bracht hem mee naar huis nadat die kleine zo stom was geweest om te proberen hem te beroven. Het grappige was dat het Lucas nog bijna gelukt was ook. Alex heeft er zwaar de pest in en wij zullen het hem nog lang laten voelen. Het is weer eens wat anders.
Even glijdt er een glimlachje over mijn gezicht, maar ik focus me al snel weer en denk aan wat Lucas me nog meer gezegd heeft.

Ik had veel liever alles zelf in de gaten gehouden, maar dat kost soms weken en we kunnen Lucas toch nog niet veel meer laten doen. Verder heb ik het op dit moment ook verdomd druk. Sarcastisch bedenk ik me dat ik steeds mijn handen vol heb, zelfs met dit onmogelijke beroep. Het was waarschijnlijk de beste oplossing om zo snel mogelijk alles geregeld te krijgen. Alleen is Lucas met zijn 14 jaar een heel nieuwsgierig gastje...
Hij vraagt me de oren van de kop: over onze groep, hoe we aan eten en geld komen, hoe onze opdrachtgevers ons kennen en contacteren, dat alles en nog veel meer. Het lijkt hem niet te deren dat ik zo goed als nooit antwoord; hij blijft gewoon verder vragen, zonder zelfs ook maar adem te nemen. Ik kan hem maar moeilijk volgen. Toch, na verloop van tijd zal het wel beter gaan, dan zal hij alles begrijpen. En wie weet, misschien heeft hij later hetzelfde probleem, met een veel te opdringerige pupil in zijn kielzog.
De gedachte daaraan doet me lachen, maar mijn lach verandert al snel in een grauw wanneer ik mezelf dwing om me te concentreren.

Ik overweeg of ik op een andere manier binnen kan geraken, maar aangenomen dat er geen open personeelsingang is, vrees ik van niet. Geen punt, dan zal ik iets anders moeten uitdenken.
Oké dan, even stap voor stap overlopen. Eerst moet ik voorbij die portier geraken, wat inhoud dat ik hem een pasje moet tonen dat aangeeft dat ik een bewoner ben of een gegronde reden heb om daar te zijn. Zou inbreken in iemands appartement als gegronde reden worden bevonden? Waarschijnlijk niet.
Zuchtend probeer ik wat te bedenken, maar het lijkt me vandaag niet te lukken. Dan begint er zich een plan te vormen in mijn hoofd. Slaagkansen: miniem. Maar iets beters heb ik niet. Als ik Lucas nu eens laat doen waar hij het beste in is, buiten stelen dan: irriteren. Als hij nu gewoon de portier wat dwarszit en daarna het gebouw binnen rent, hoop ik dat die eerste hem achterna gaat. En voordat de beveiliging Lucas te pakken heeft, bevind ik mij in het gebouw. Als ik genoeg geluk heb en de man geen extra versterking oproept met zijn hightech walkietalkie. Al heb ik dan ook nog eens mijn verdachte kop op iedere bewakingscamera staan. Niet echt professioneel natuurlijk.

Ik trap tegen een grote tak die van een van de eiken langs de weg gevallen moet zijn, waardoor er een versleten en half verrot bankje tevoorschijn komt, waar ik me op laat zakken. Het ligt dicht bij het zebrapad dat rechtstreeks naar de ingang leidt. In mijn hoofd overloop ik nog steeds alles, zodat ik zeker niets vergeet. Er moet toch een betere oplossing zijn! Ik verbijt nog een zucht; het zou er maar raar uit gaan zien.
Een plotse klap haalt me uit mijn overpeinzingen en voor me op de grond zie ik een oude vrouw liggen. Haar tassen zijn omgevallen en alles ligt overal. Terwijl ze overeind probeert te komen, merk ik ook waarover ze gestruikeld moet zijn, namelijk de tak die ik even geleden nog weggetrapt heb.
Nu zucht ik toch even en sta op om haar te helpen, gewoon uit principe. Het is niet omdat ik een delinquent ben, dat ik geen hart heb. En daarbovenop heb ik haar ook nog eens op de grond geholpen, niet echt aardig van me.
Ze kijkt me opgelucht aan terwijl ik al haar spulletjes bijeen zoek. En dan zie ik plots het kleine kaartje liggen dat mijn hele probleem oplost!
"Bedankt jongeman," zegt ze opgewekt, "je hebt zonet mijn dag gered!"

En u de mijne...

Together for neverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu