Tussenstuk

205 17 3
                                    

Geloof het of niet mama, maar er is vandaag bij ons ingebroken!
Plots stond hij voor me, met op zijn gezicht nog sporen van de lach die hij kortgeleden op zijn gezicht had. Hij zal waarschijnlijk triomfantelijk geweest zijn, omdat hij onze deur met zoveel gemak had open weten te krijgen.
Hoe hij dat klaargespeeld heeft, weet ik nog steeds niet. Er is aan het slot niets te zien en toch moet hij het geforceerd hebben.
Ik wilde dat ik de kans had gekregen om iets tegen hem te zeggen, want nu kan ik het maar niet vergeten. En dat ligt aan meer dan één reden. Maar ik was zo totaal overvallen door hem dat ik niet veel had kunnen uitbrengen. Eigenlijk door hem en zijn aanwezigheid. Ik bedoel, er staat niet elke dag een vreemde jongen in je hal. Nou, ik bleef hem dus stomverbaasd aanstaren totdat hij begon weg te rennen natuurlijk. Stom, stom, zo verschrikkelijk stom van me!
Ik heb overwogen papa te bellen, maar er is niets gestolen en ik betwijfel of hij er iets aan zou kunnen doen. De vogel is allang gevlogen. Of in mijn geval: alweer een jongen die gemaakt heeft dat hij weg was, ver, ver weg was van mij!
Oké, oké, ik weet hoe je het haat als ik weer eens klaag dat ik een complete mislukkeling ben, dus ik zal er wel weer mee ophouden. Voor nu.
Ik mis het, weet je. Hoe je me steeds troostte als ik weer eens begon. En me probeerde op te beuren. Ik mis het hoe je me knuffelde als ik me gewonnen gaf en je maar gewoon gelijk gaf. Ik wist dat dat de snelste manier was om je tevreden te stellen. Maar ik mis vooral het gevoel dat ik had, die zeldzame momenten, dat je me wist te overtuigen. Me de indruk gaf, het idee, dat ik wel speciaal en mooi ben.
En, om even terug te komen op die jongen: het is niet dat hij iets verkeerd heeft gedaan of zo. Toch niet dat ik het kan bewijzen. Want zomaar binnenwandelen in ons appartement, zonder te bellen of te kloppen en mij de stuipen op het lijf te jagen, kan je moeilijk als misdrijf zien. Al denk ik daar dan anders over.
Bah, dit is zo frustrerend! Ik kan er nog steeds niet bij, wat deed hij hier in godsnaam? Ik kan hem maar niet uit mijn hoofd zetten.
Ik weet wel hoe Femke zou reageren als ik het haar zou vertellen. Ze zou de kwestie dat hij hier was niet echt interessant genoeg vinden, maar zou alles over de jongen zelf willen weten. Ik ook, alleen weet ik dus helemaal niets over hem!
Elisabeth daarentegen zou zich onmiddellijk zorgen beginnen maken over mij. Zij zou zeggen dat ik toch naar papa moet bellen en hem naar de politie moest laten bellen. Of het leger, de CIA zelfs misschien als ik haar door zou laten gaan. Elisa is een beetje paranoïde als het op zo'n dingen aankomt.
Dan blijft Julie nog over. Ik denk dat zij de beste keuze zou zijn, mocht ik het toch iemand buiten jou willen vertellen. Zij zou hier rustig en rationeel over denken. Vermoedelijk zeggen dat het iemand van het personeel was. Ze zou me waarschijnlijk wel zover krijgen dat ik haar geloofde, maar op dit moment wil ik niet overtuigd worden. Ik wil niemand vertellen over die mysterieuze jongen. Hij is mijn geheim. Ons geheim.
En alsof die vorige zin nog niet raar genoeg is, vind ik hem ook nogal knap. Dat kan er nog wel bij.
Ik móét je wel vertellen hoe aantrekkelijk ik hem vind! Ik bedoel, alles aan hem, van zijn witte t-shirt, dat strak om zijn gespierde borst zat, helemaal tot aan zijn afgetrapte sneakers, dat alles en nog zo veel meer was zo, ik weet niet, innemend. Hij zag er zelfbewust en zelfverzekerd uit. Straalde “knap, knap, knap!” uit.
En dan zijn ogen. Verborgen onder het stoere petje dat hij droeg en zijn sluike, bruine haren, maar ik had ze toch gezien. In zijn ogen kon je alles zien. Opende zich een volledig nieuwe wereld, waar ik oneindig nieuwsgierig naar ben. Zijn gedachten, gevoelens, mijn wijd opengesperde ogen weerspiegeld in de zijne, de sterretjes in zijn grijsgroene ogen, als twee flonkerende steentjes jade.
Ze leken me verrast, geschokt.
Ik weet zeker dat ik vannacht niet ga kunnen slapen, niet zonder dat die ogen en hun blik me zullen achtervolgen tot in mijn dromen.
Word ik gek? Want zo voelt het jammer genoeg wel aan.

Ik mis je zo mam.

Je lieve, gekke meisje
Kaylee

Together for neverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu