Casper

159 13 1
                                    

Terwijl ik inwendig mezelf de huid volscheld, maak ik dat ik wegkom. Na twee meter realiseer ik me echter dat ik het niet goed aanpak. Wat een verrassing, echt. Die had ik totaal niet zien aankomen. Ik kijk achterom om zeker te zijn dat ze me niet volgt, wat niet het geval is. Toch iets dat goed gaat vandaag.
Ik had met haar moeten praten, zeggen dat ik bij het personeel hoorde of iets in die aard. Maar door weg te rennen bevestigde ik juist dat er iets niet klopte. Te laat nu.
Top prioriteit is buiten komen zonder tegengehouden te worden. Maar ook dat gaat me niet lukken op deze manier. Ik moet mezelf tot de orde roepen.
Als eerste ga ik trager wandelen. Ik trek mijn gezicht in de plooi en ik druk op de knop voor de lift, terwijl ik er goed op let dat het dezelfde is als daarnet en niet die ernaast. Ik haal een hand door mijn haar en trek mijn shirt weer naar beneden.
Op het moment dat ik het 'ping'-geluidje hoor dat aangeeft dat de lift gearriveerd is kijk ik op en zie dezelfde man als daarnet, dat valt al goed mee. Ik werp hem een verontschuldigende blik wanneer ik zeg: "Het spijt me, ik was enkel hier om die mevrouw van daarnet te helpen. Ik heb dus geen pas bij voor de lift. Ze bood nog aan om mee te lopen, maar ik heb het afgeslagen en gezegd dat ze maar moest gaan zitten en ik wel zou terugkomen als er iets aan de hand was. Ik hoop echt dat dit geen problemen geeft, want ze zag er moe uit." Ik eindig mijn uitleg en kijk de man afwachtend aan, maar hij glimlacht enkel en doet teken dat ik de lift moet instappen.
"We zijn wel meer gewend van Irma hoor. Het mag dan wel de eerste keer zijn dat ze ook daadwerkelijk iemand ontvoerd en hem haar tassen laat dragen, maar het verbaast me niet echt meer. Zoals ik al zei, ze heeft al gekkere dingen gedaan."
Nu begon ik toch nieuwsgierig te worden naar mijn oude 'vriendin' of, nou ja, slachtoffer. Ik had te maken met een heuse bad ass oma. Cool.
"Wil ik het weten?" Vraag ik glimlachend.
Hij lachte eens vrolijk. "Ik kan me voorstellen van wel. Heb je haar voordeur bekeken?"
Kon je ernaast kijken dan?
"Ja, zo wil ik er ook wel een." Grinnikte ik. Jezus, wat haatte ik deze fake gesprekken. Al een geluk dat er niet nog iemand instapte en het gelijkvloers de volgende stop was.
"Dan denk ik dat je je wel een beeld kunt maken van haar. Hoe gekker je denkt, hoe accurater je bent." Ping. "Hier moet jij er uit denk ik." Maakte hij nog snel zijn verhaal af.
Nee er is nog een ander verdiep waar ik even zo nodig heen moet, maar het leek me leuk even een rondje te doen met de lift. Idioot.
"Inderdaad. Heel erg bedankt." Zei ik beleefd glimlachend.
Maar hij wuifde het weg: "Jij bedankt voor het veilig thuisbrengen van Irma. Een ander zou waarschijnlijk haar zakken gerold hebben."
Hallo, ik ben 'Een Ander' en jij bent? Oh ja, meneer Idioot.
Ik nam vriendelijk afscheid en wandelde naar buiten. Ik probeerde de portier te ontwijken, want halleluja, ik had geen zin in nog zo'n gesprek als net. Maar de man knikt me enkel vriendelijk gedag en raakt dan in gesprek met een andere bewoner waardoor mijn verdere vlucht niet meer gehinderd werd.
Een paar minuten later draai ik opgelucht de hoek om, blij dat ik me niet meer in het zicht van de wolkenkrabber bevind. Ik wandel rustig een eindje verder, tot ik me wat meer op mijn gemak voel.
Pas als ik voorbij de poort loop, merk ik het park op. De zwart geschilderde hekken met aan weerskanten een stevige stenen muur, zien eruit alsof ze hun beste tijd gehad hebben, maar boezemen me tegelijkertijd ontzag in. Het is indrukwekkend om ze hier, in het midden van alle drukte van de stad, statig te zien staan. Ik heb pas door dat ik naar de poort sta te staren en zo de doorgang versper als een man in een zwart pak met een lelijke groene das en een koffertje onder zijn arm geklemd, me aan de kant duwt in zijn haast.
Ik grom en in mijn hoofd roep ik hem kwaad toe wat zijn probleem is en dat hij moet uitkijken met waar hij loopt, maar aangezien ik vandaag al genoeg ben opgevallen, hou ik mijn mond maar. Ik draai me naar de poort en zonder verder nog na te denken, wandel ik de hekken door.
De rust van het park overspoelt me en voor ik het besef ben ik helemaal gekalmeerd. Langzaam ga ik voorbij een vijvertje waar ik me op het eerste het beste bankje laat zakken. Ik moet nadenken.
Ik heb echt geen idee wat er net gebeurd is. Of hoe het heeft kunnen gebeuren. Het lijkt wel of dit weer mijn eerste dag is, maar alsjeblieft niet zeg! Daar wil ik niet eens aan terugdenken.
Concentreren nu! Dat was het belangrijkste. Er waren vast wel een aantal manieren om dit op te lossen. Ik kan in ieder geval niet meer gewoon naar binnen glippen en dat ene waardevolle ding stelen, want dan heeft dat meisje natuurlijk meteen door dat ik het heb gedaan. En door mijn enorme stommiteit zou het vanaf daar niet moeilijk meer zijn. Gewoon wat oude camerabeelden opvragen en bingo! Dat was dus uitgesloten. Ik had niet zoveel moeite gedaan om uit het systeem te raken, om onder de radar te blijven, zodat ze me nu zouden vinden. Ook al lijkt het er niet op, ik ben geen beginneling meer.
Na nog een keer mijn handen door mijn haar gehaald te hebben, sta ik op. De tijd zou raad brengen. Er waren andere plaatsen en momenten om dit probleem op te lossen. Ik zou het straks wel een keer met Alex doornemen en als dat niets opleverde had ik altijd B nog. Brianna had me nog nooit in de steek gelaten en ik was er zeker van dat vandaag niet de eerste keer zou zijn.
Opgetogen over  het team dat ik tot mijn beschikking heb, zet ik koers richting uitgang. Ik loop weer door de poorten en voel me dan plots erg klein.
Huiverend schud ik dat zwakke gevoel snel van me af en begin terug te lopen in de richting vanwaar ik gekomen ben. Ik passeer het appartementsgebouw van net nog eens en probeer om zoveel als mogelijk op te gaan in de menigte rond het zebrapad zodat de portier of iemand anders me niet weer ziet voorbijlopen. Ik begin sneller te wandelen als de drukte van de binnenstad me te veel wordt. Na een aantal keren af te slaan en heel wat mensen te ontwijken, kom ik in een rustiger gelegen stadsdeel. Ik wandel alweer een ander park binnen, alleen geeft dit me veeleer een gevoel van thuiskomen dan van de rust die ik in het vorige park ervoer. Hoewel ik me "thuis" ook wel relaxed voel, maar dit is dan ook maar mijn tuin - als je het zo kunt noemen.
Als was het afgesproken zie ik mijn twee beste vrienden op de onderste takken van de boom voor ons thuis zitten. Bij ze zit Lucas, hoewel hij meer hangt; ondersteboven nog wel en aan Alex gezicht te zien zitten ze er al een tijdje. Brianna ziet me als eerste en staat recht om naar me toe te komen terwijl Lucas zich met een plof en een rood hoofd op de grond laat neervallen. Ik weet wat er nu gaat komen en ik kijk er niet naar uit. Het is al lang geleden dat ik met zo'n slecht resultaat van een verkenningsmissie terug kom.
"Casper," begroet Brianna me, "vertel eens: hoe is het geweest? Aan je gezicht te zien gaat dit een goed verhaal worden."

Together for neverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu