24

93 11 2
                                    

Ik plofte meteen neer in het gras. Ik keek naar mijn schouder en zag dat het bloedde. Ik was in mijn schouder geraakt door een mes, maar de wond was gelukkig helemaal niet diep.

Hidde kwam naast me zitten.
'Rebekka, beloof me alsjeblieft dat je dit nooit meer doet.' Ik antwoordde niet en keek naar de huizen. Het eerste huis stond zo'n 20 meter voor ons. Er scheen licht uit de ramen.
'Je had dood kunnen zijn!' riep hij nu. Ik zuchtte en keek een andere kant op. Hidde leunde met zijn ellebogen op zijn knieën en zijn hoofd hopeloos in zijn handen. Hij zuchtte diep en het bleef even stil. Toen draaide hij zich naar me toe.
'Sorry, Rebekka. Ik gedroeg me als een lul,' zei Hidde zacht.
'Het spijt me zo. En toen ik je door de poort zag rennen wist ik niet meer wat ik moest doen. Ik was zo boos op mezelf.' Nu zuchtte ik.

'Ik weet eigenlijk niet wat me bezielde, net. Heel mijn gevoel leek verdwenen te zijn,' zei ik.
'Daar heb ik ook vaak last van. Vanmiddag nog,' zuchtte hij. Hij had het over onze discussie.
'Het kwam net omdat je boos was. Waar je alle redenen toe had,' zei Hidde. Ik sloot mijn ogen en legde mijn hoofd in mijn handen. Hidde legde een arm om me heen. Ik deinsde opzij. Hij keek me vragend aan en keek naar mijn schouder.
'Wow, wanneer is dat gebeurd?' vroeg hij geschrokken.
'Net, in de gang, maar het is niet diep,' antwoordde ik droogjes.
'Had jij die man gestopt?' Ik knikte.
'Je bent echt snel vooruit gegaan, door het trainen,' zei hij.
'Helaas wel, ja.'

Ik snapte nu wat Hidde bedoelde met spijt, dat hij voor dit leven gekozen had. Je lichaam lijkt je talenten te willen gebruiken, ook al wil je dat zelf niet.

'Sorry Rebek, voor alles. Dat ik jou dit liet gebeuren.' Ik hoorde spijt in zijn stem, maar ik voelde nog steeds de pijn van zijn woorden vanmiddag. Maar hij meende het niet, dat was duidelijk te zien aan zijn spijt, en dat wist ik ook wel. Hidde zucht.
'Ik was bang. Doodsbang voor mijn droom. Doodsbang dat jij echt meegenomen wordt. Doodsbang dat ze jou pijn doen. Door mij.' Hidde schudde gefrustreerd zijn hoofd.
'Ik was afstandig omdat ik besefte dat je door mij in gevaar bent, ook al ben je het daar zelf niet mee eens. Maar ik ben er achter gekomen dat er toch geen andere weg is. En het spijt me zo Rebekka, dat ik niet meteen achter je aan ben gekomen. Dat ik je heb laten gaan. Dat zal nooit meer gebeuren, dat beloof ik je. Daarvoor ben ik teveel gehecht aan je geraakt.' Hij pauzeerde even terwijl hij mijn hand pakte en me doordringend aankeek.
'Rebek, ik beloof dat ik je vanaf nu altijd achterna zal komen als je weggaat, dat ik altijd bij je zal blijven en ik beloof je dat ik je nooit meer zal laten gaan.' Tranen vormden zich in mijn ogen. Hij gaf echt om me. Iets wat ik nooit had durven dromen. En toch was het werkelijkheid geworden. Hidde liet me zo speciaal voelen.
'Nooit meer...' fluisterde hij. Ik hield het niet meer, ik voelde de tranen over mijn wangen rollen en huilde. Hidde sloeg zijn armen om me heen, ik beantwoordde zijn omhelzing en leunde mijn hoofd tegen zijn borst. Hidde veegde tranen van mijn gezicht, aaide mij over mijn haar en drukte kusjes op mijn hoofd. Zo suste hij mij totdat mijn tranen gestopt waren. Hij droogde vervolgens nogmaals mijn tranen, stond op en trok mij voorzichtig mee. Met zijn arm beschermend om mij heen liepen we traag terug naar huis.

Ik zat op mijn bed en zag dat Hidde in de deuropening was komen staan. Hij keek even naar de grond.
'Zal ik bij je blijven? Vannacht?' vroeg hij voorzichtig. Ik knikte. Zijn blik viel weer op mijn schouder.

'Eerst dit,' zei hij. Hij liep de kamer uit en kwam bijna gelijk weer terug met een doekje en nog wat spulletjes. Ik grinnikte.
'Je behandelt het als één of andere zware wond.' Hidde negeerde mijn opmerking en kwam achter mij op bed zitten. Hij maakte zorgvuldig de wond schoon, deed er een smeerseltje op toen een soort pleister.
'Dankjewel,' zei ik, en ik keek hem dankbaar aan. Het prikte alleen wel heel erg. Maar dat ging wel weer weg.

We hadden ons al omgekleed en gedoucht. Ik ging in bed liggen. Hidde klikte het licht uit en ging toen naast mij liggen. Ik had het best koud, maar door hem kreeg ik het meteen warmer. Ik dacht terug aan vanmiddag. Aan de ruzie. Aan hoe ik zonder schuldgevoel wapens kocht uit de winkels. Aan hoe ik zonder schuldgevoel een stuk of vijf mensen vermoord had. Aan hoe ik mijn gevoel weer terug kreeg, en niet kon begrijpen wat ik gedaan had. Maar vreemd genoeg voelde ik nog steeds geen spijt, en daar voelde ik me slecht om. Ik dacht terug aan Hidde's nachtmerrie, die vanmiddag al voor een deel werkelijkheid was geworden. En waarschijnlijk was dit nog maar het begin.

HauntedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu