21

124 15 2
                                    

Hidde wilde de film aanzetten maar hij stopte halverwege en kreeg even een frons op zijn voorhoofd.
'Ik heb een beter idee. Komt u met mij mee, madame?' vroeg hij mij terwijl hij de deur voor me open deed. Ik grinnikte en had geen idee waar we heen gingen, maar het maakte me eigenlijk niet zoveel uit. Ik deed wat hij zei en liep de deur uit. Hij liep al snel naast me en pakte mijn hand. Het was al helemaal donker buiten. Na een paar minuten lopen stonden we voor een oud, verlaten en half ingestort gebouw. Ik had het nog nooit eerder gezien. Er stond een ijzeren hek omheen. Ik kreeg er de rillingen van, het was eng. Als ik het geheel moest beschrijven in één woord, zou ik het woord "koud" gebruiken. Het gebouw was ook hoog. Eén van de hoogste hier. Vreemd dat dit gebouw me dan nooit eerder opgevallen was.
'Kom,' zei Hidde met een warme stem. Ik moest het even tot me door laten dringen.
'Eh, je bedoelt dat ik híer overheen moet?' vroeg ik, wijzend naar het beangstigende hek. Hij knikte enkel.
'Mogen we hier überhaupt wel komen?'
'Nope. Maar niemand die het weet, toch?' Ik maakte een klagend geluid. Ik had er niet echt op gerekend dat we zoiets gingen doen; ik had dus geen jas aangetrokken. Verkeerde keuze. Het was koud en het zou mijn armen beter beschermen als ik langs het hek zou schuren, of iets. Gelukkig was het hek niet heel hoog. Het was iets lager dan Hidde.
'Let's go,' zei Hidde. Hij zette mij op zijn rug en maakte een opvallend grote sprong. Zeker voor als je iemand op je rug hebt. Ik klampte me stevig aan hem vast. Hij had zijn handen nu om de bovenkant van het hek geklemd en zat er in een mum van tijd bovenop, om er vervolgens weer voorzichtig af te springen, aan de andere kant van het hek. Inclusief mij. Op zijn rug. Deze jongen was zo sterk als een beer, het begon me steeds meer op te vallen. Hij zette me weer op de grond en lachte naar me. Zijn lach was nog witter dan normaal in het maanlicht en zijn ogen glinsterden. Hij stak mijn hand naar me uit en met een lach op mijn gezicht nam ik hem aan. We liepen in de richting van het gebouw waar ik het liefst zo ver mogelijk uit de buurt zou willen blijven. En sterker nog, we gingen ín het gebouw. Ik vroeg me af waar ik aan was begonnen, maar ik wist dat Hidde me nooit in gevaar zou willen brengen. Oftewel, ik vertrouwde hem.

Het gebouw kraakte. Eigenlijk wilde ik heel hard wegrennen. Maar ik kon mezelf wel wijsmaken dat ik op dit moment liever een film zat te kijken, met Hidde op de bank, maar het was toch echt niet zo. Dit had echt wel iets, vond ik. Maar dat nam niet weg dat het hier eng was. Integendeel, het was verschrikkelijk eng. Opeens flitste er iets in mijn ooghoek voorbij. Ik deinsde achteruit en slaakte een gilletje. En wat deed de persoon naast me? Hij lachte. Om mij. Dat wordt ook wel "uitlachen" genoemd. Ik keek hem met een "hoe durf je" blik aan.
'Het is maar een vleermuis, calm down,' zei Hidde. Ik zuchtte van opluchting.
'Zou je mijn hand wat minder fijn willen knijpen, alsjeblieft?'
'Oeps,' zei ik, en ik lachte schaapachtig. Ik had het niet eens door. Vreemd dat ik dit enger vond dan de moord die ik vorige week gepleegd had. Erg vreemd. Dit werkte echt op mijn zenuwen.

Het gebouw heeft uit houten balken bestaan, waarvan een deel nu voor de helft los zat en nu naar beneden hing. Het was best donker, maar door de gaten in de daken en muren scheen er genoeg maanlicht naar binnen om te kunnen zien waar je liep. Er lag veel puin op de grond. Het leek erop dat dit gebouw ooit in brand gestaan heeft. Alles was zwart en verast. Behalve stenen muren en trappen, die waren nog in tact. Al leek het er nog steeds op dat het elk moment in kon storten.

Hidde begeleidde me voorzichtig door het krot en leidde me naar de trappen. Het was erg hoog, allemaal kleine trapjes die per verdieping weer omhoog gingen. We liepen ze allemaal op. En geloof me, het waren veel treden. Eenmaal op de laatste trap wist ik even niet zo goed wat we hier deden. De trap liep namelijk dood tegen het plafond.

Maar dat had ik blijkbaar verkeerd gezien, want Hidde liep voor me langs, zonder mijn hand los te laten, en opende een luik aan het eind van de laatste trap.

En wauw, dit was echt het mooiste uitzicht wat ik ooit gezien had. Het was het einde van het gebouw, we stonden er nu bovenop, op het dak, en we hadden een prachtig uitzicht op de hemel boven ons.

HauntedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu