Van de regen in de..

858 76 19
                                    

-Romy-

Hijgend en drijfnat van de regen sleur ik mijn sporttas mee over de modderige grond. Ik kan hem gewoon niet meer tillen. Waarom moest ik nou ook precies met dit rotweer besluiten om weg te lopen? Maar dat is niet eens het ergste. Ik heb namelijk geen idee waar ik nu ben. Ja, in een bos, aan al die bomen te zien. Maar ik zie nergens het huis van Adam, en ik loop hier al zeker een uur rond. Ik stop met lopen en ga uitgeput op mijn sporttas zitten. Ik ben moe, vies en ik heb honger. Opeens klinkt er vlakbij een harde klap van het onweer, en ik heb zin om te huilen. Wat een kutsituatie is dit. Ik kan hier ook niet blijven zitten. Het regent nog steeds erg hard. Met een zucht sta ik weer op en sleep mijn sporttas weer mee. Na vijf minuutjes geslof en gesleep, blijft mijn voet achter een tak haken en val ik hard op de grond. Fijn. Ik overweeg serieus om gewoon te blijven liggen. Dan kan ik tenminste slapen. Bevend kom ik weer overeind en kijk naar mijn kleren. Ze zijn helemaal verpest. Boos schop ik tegen mijn tas en vloek. Waarom overkomt mij dit? Waarom was ik zo dom om juist nu weg te lopen? Ik til boos de tas op mijn schouder en loop snel verder. Ik moet hier gewoon snel weg en ergens op straat slapen. Beter dan in dit donkere bos. Ik neem nu een heel andere richting en blijf zo een hele tijd doorlopen. Een stukje verderop zie ik een weg van asvalt en ren er (voor zover mij dat lukt) naar toe. Dit is goed. Nu kom ik waarschijnlijk bij een dorp of stad uit als ik de weg volg. Ik blijf de weg volgen en hoop dat ik de goede kant op ben gegaan. In de verte lijkt het alsof ik wat licht zie, en begin sneller te lopen. Uiteindelijk zie ik dat het een huisje is. Halleluja! Ik begin nu te rennen en zie dat het het huisje van Adam is. Spontaan begin ik te lachen en zou een dansje willen doen. Ik ben er! Eindelijk. 

-Adam-

'Wat een kutweer' Ik kijk op en zie Carmen met samengeknepen ogen uit het raam naar buiten kijken. 'Tja'. Ik let nooit zo op het weer eigenlijk. Zuchtend blaas ik wat rook uit. Carmen draait zich naar mij om. 'En jij zou minder moeten roken, Adam.' Ik haal mijn schouders op en kijk haar ongeïnteresseerd aan. Zo'n blik werkt altijd om mensen weg te jagen, maar niet bij Carmen. Zij kijkt mij net zo aan en draait zich weer om naar het raam. Ik wil het niet toegeven, maar ik ben behoorlijk pissig op de rest dat ik hierzo binnenzit, terwijl ik geen idee heb waar Romy is. Dat is ook nog zoiets. Waarom denk ik zoveel aan haar? Ik heb haar in de problemen gebracht, en nu is ze ''verdwenen''. Boos druk ik mijn sigaret uit in de asbak en sta op. Net als ik naar de keuken wil gaan om iets van eten te halen, slaakt Carmen opeens een kreet. Ik knijp mijn ogen even dicht van irritatie en draai me boos om. 'Wat nu weer?' Carmen kijkt me met grote ogen aan en wappert met haar handen. 'Romy, Romy loopt daarbuiten in de regen.' Ik toon geen emoties, maar vanbinnen kook ik. Carmen is mij gewoon voor de gek aan het houden. Ik draai me weer om en loop verder. 'Hee idioot, hoor je me niet ofzo? ROMY loopt daarbuiten he?' roept Carmen boos en verbaast naar mij. 'Jaja, het zal wel.' Ze moet eigenlijk weten dat ze te ver gaat met deze grapjes. 'Wat nou?' Carmens stem slaat over. Dan hoor ik haar boos en vol irritatie zuchten. 'Goed, ik ga wel. Maar als Romy hier zo drijfnat binnenstaat, moet je niet doen alsof jij diegene was die zo voor het raam stond te gillen van bezorgdheid, terwijl ik dat was.' Ik hoor haar boos richting de deur lopen terwjil ik de koelkast opentrek voor wat drinken. Ik hoor Carmen de deur opendoen en roepen 'We zijn hier Romy, kom snel!' Grommend smijt ik de koelkast dicht. Nu gaat ze te ver. Snel draai ik me om en loop met grote passen naar de open voordeur waar Carmen staat. Ik grijp haar bij haar blouse en houd haar tegen de muur gedrukt. 'Ben je gek geworden? Laat me los!' 'Nee, jij bent gek geworden! Stop hier meteen mee Carmen, of ik zet jou buiten.'

'Kijk dan toch zelf man. Je ziet haar toch?' Carmen zwaait wild met haar armen. 'Waarom moet je mij nou zo boos maken? Vind je dat soms leuk?' Nu schreeuw ik. We regenen allebei nat, maar dat maakt mij niets uit. Net als Carmen weer wat wilt schreeuwen, klinkt er weer een harde klap van het onweer. Geschrokken houdt zei haar mond, en ik kijk naar buiten. Naar buiten waar ik een verregende, door de modder besmeurde Romy zie staan. Ze kijkt ons met grote ogen aan, terwijl ze daar maar in de regen staat, met een grote sporttas naast zich op de grond. Even kijk ik Carmen weer aan, en laat haar langzaam en aarzelend los. Ik heb mezelf echt voor schut gezet. Boos slaat Carmen mij weg en trekt een wenkbrauw op. Ik slik en draai me weer om naar Romy. 'R..Romy?' Ik zie dat ze op haar lip bijt, en ze komt dichterbij. Als ze voor de deur staat, en ik haar met grote ogen aankijk, aarzelt ze even. 'Hee, ehm.. zeg.. even een vraagje, zou ik.. misschien..voor even bij jullie mogen.. ehm....blijven?' Ik blijf haar verbaast aankijken en vergeet te antwoorden. Wat doet zij nou hier? Droom ik? De klap die ik van Carmen krijg op mijn bovenarm, doet mij beseffen dat ik dus niet droom. 'Hee sukkel, je laat haar hier toch niet zo verzuipen in de regen?' Boos trekt ze Romy langs mij heen mee naar binnen. 'Romy, wat is er allemaal gebeurt? Kom maar even mee naar boven. Je moet douchen en warme kleren aandoen. Let niet op Adam, hij is de laatste tijd nogal..vreemd.' Ik hoor hoe Carmens stem wegsterft terwijl ze met Romy de trap oploopt. Ik sta nog steeds in de deuropening en kijk naar buiten. Wat was er nou net gebeurt? Ik pak de sporttas van Romy op die nog steeds buitenstaat en neem hem mee naar binnen. Ik plof weer op de bank neer en kijk voor me uit. Dit is echt heel vreemd allemaal. Na een paar minuutjes komt Carmen weer naar beneden en kijkt me niet aan. 'Carmen.. het spijt me, oke? Ik.' Ze onderbreekt me. 'Laat nou maar, je bent gewoon door de war. Maar waag het niet om ooit nog eens te denken dat ik lieg!' Ik hoor dat ze gekwetst is. 'Het spijt me. Je had gelijk. Maar wat nu?' Ze haalt haar schouders op. 'Romy is nu boven en knapt zich wat op. Ze was zeiknat van de regen en zat helemaal onder de modder. Ze blijft hier trouwens een tijdje, ze was weggelopen van huis. Meer krijg ik niet uit haar. Ze was nogal overstuur.' Ik knik en laat mijn hoofd zakken. Carmen komt naast mij zitten en slaat een arm om mij heen. 'Het komt allemaal goed. Gelukkig is alleen Jim hier nog, anders was het te druk geweest voor Romy. Volgens mij stond ze op het punt om flauw te vallen.' O ja, Jim. Jim die altijd maar op zijn kamer ligt te slapen. Hij had vast nog niets gehoord. Terwijl Carmen en ik zo op de bank zitten, hoor ik dat iemand de kamer binnenloopt. Langzaam kijk ik om, en zie Romy staan in een shirt en joggingbroek van Carmen. Haar haren zijn nog nat van het douchen, en ze ziet erg bleek. Ik wil wat zeggen, maar heb geen idee wat. Ook Romy weet niets te zeggen. Het lijkt alsof ze zich schaamt, maar dat is nergens voor nodig. Ik sta op van de bank, en blijf haar aankijken. Ik hoor niet dat Carmen wegloopt. Na elkaar nog een minuut of 2 te hebben aangestaard, doe ik mijn mond open om ook maar iets te zeggen. Maar voordat ik de kans krijg, loopt Romy naar mij toe en slaat haar armen om mijn middel. Ze begint opeens te huilen. Verbaast door het plotselinge contact kijk ik op haar neer. Wat is er met haar gebeurt? Er zit meer achter dan dat ze weggelopen is van haar familie. Ze heeft meer meegemaakt dan een verhuizing en ruzie thuis. Dat weet ik gewoon. Er is nog iets gebeurt, dat er bij haar heeft ingehakt. Iets heel belangrijks. Ik heb alleen geen die wat, maar daar kom ik nog wel achter. 

Sorryyy mensjes dat het allemaal zo lang duurt. Ik vind het echt erg, maar ik doe mijn best. Ik heb dit stuk snel gemaakt en niet nagekeken, dus er zullen wel fouten inzitten. Maar ik wilde zo snel mogelijk wat posten. Echt super bedankt voor de lieve comments en votes! Die werken heel motiverend! Als jullie nog ideeën hebben voor het verhaal hoor ik het wel :) -xxx-

Away from the Safe SideWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu