met mijn botten
gestapeld als oude brieven
die voor de deur lagen
wachtte je als een spinnende poes
tot ik mijn vingers onder de rand
zou steken
om te graaien en te grissen
en ze daar te vinden
de beenderen die de mijne waren en
die je stal
toen ik even niet keek
omdat ik altijd blind was
voor de leegte die je achterliet
als je eenmaal vertrok
en zelfs nu
als ik ze raak met de toppen van mijn vingers
trek je ze nog terug
tot net buiten mijn bereik
en teer je op ze
maar vergeet niet
oude beenderen
smaken taai
JE LEEST
weerstand
Poetryover hoe een hart geraakt werd en begon te houden van en over hoe een lichaam een gebroken godin werd en leerde wat weerstand bieden was