'Goed geraden, kitten' lacht hij, nu ben ik toch best wel blij dat het pikkedonker is want ik voel mijn wangen al warm worden.
'Wat moet je?'
'Niks, ik wil je gewoon beter leren kennen'.
'Dus dan ontvoer je me maar even?'
'Dat is toch best spannend?'
'Ik wil echt geen vrienden met je worden als je zo gaat doen!' roep ik bot, dan pas ruik ik zijn adem en de alcohol lucht is te overweldigend. Mijn hand leg ik op de deurknop, de klink duw ik een stukje naar beneden maar dan stop ik toch nog even.
'Kom maar terug als je nuchter bent' zeg ik zacht, maar met het gehoor van een wolf moet hij het kunnen horen. Dan loop ik de deur uit, weg bij de dronken jongen die eerst nog zo aardig leek en terug naar het gevecht dat hopelijk nu is afgelopen. Maar natuurlijk verloopt mijn plan weer niet zoals gehoopt, want na een paar stappen loop ik al tegen iemand op en val op de grond.
'Sorry' mompel ik, onhandig sta ik op en wrijf over mijn zere kont.
'Gaat het?' vraagt een mooie stem bezorgt, waarom krijg ik kippenvel van deze stem? En die geur is echt heerlijk!
'H-het gaat wel' antwoord ik, waarom doe ik ineens zo vreemd en onzeker want zo ben ik niet.
'Kijk me aan' zegt de mooie stem, hij klinkt dwingend maar blijft nog steeds even mooi.
'W-waarom?'
'Kijk me aan, kitten'.
Langzaam til ik mijn hoofd op, mijn ogen houd ik gesloten al dwingt mijn wolf om ze te openen.
'Je hoeft niet bang te zijn, open je ogen' zegt hij zacht. Ik zucht diep, kruis mijn vingers en open dan mijn ogen. Meteen kijk ik recht in de mooiste groene ogen die ik ooit heb gezien, maar dan hoor ik die woorden waar ik altijd al zo bang voor ben geweest.
'Zielsverwant!' gromt hij, zijn handen willen die van mij pakken maar voor hij dat kan doen ben ik al naar achter gestapt.
'N-nee, dit kan ik niet' mompel ik bang, en als het watje dat ik ben doe ik maar één ding. Rennen!
Ik ren naar mijn plekje en weg van mijn zielsverwant.
-
Rennen, dat is het enige wat me nu gepast lijkt. Mijn wolf probeert me tegen te houden, ze wil dat ik me omdraai en in de armen van mijn zielsverwant vlieg. Maar dat kan ik niet, mijn vader zou hem vermoorden as hij erachter komt en dat wil ik niet laten gebeuren.
'Dus mijn broer is je zielsverwant?' vraagt een stem, natuurlijk herken ik die stem meteen en met een kwade blik draai ik me om. Mijn zielsverwant is achter me aangekomen, maar gelukkig weet ik genoeg plekjes in deze school dus ik zit al zeker een kwartier in een oud klaslokaal dat niet langer wordt gebruikt. Helaas heeft die Dawson me dus wel kunnen vinden.
'Wat moet je Dawson?' vraag ik bot, ik heb geen zin om direct antwoord te geven op zijn vraag.
'Je weet zijn naam zeker niet eens, net als dat je die van mij niet kent' zegt hij, zijn stem heeft iets wat me afschrikt. Hij loopt naar het bureau toe, meteen rol ik de bureaustoel waar ik op zit iets verder naar achter.
'Nee, dat klopt' geef ik eerlijk toe, mijn vader heeft de namen van de jongens wel een keer genoemd maar ik ben ze meteen weer vergeten.
'Nou Jade, mijn naam is Tayson en mijn broer heet Tate'. Hij pakt een stoel, plaatst die voor mijn voeten en gaat er rustig op zitten. Wat is deze gek van plan?
'Dat is leuk'. Vluchtig kijk ik om me heen, maar nergens is een uitweg. Hij heeft me helemaal ingesloten, een leuk idee is dat zeker niet en waarschijnlijk kan ik er ook helemaal niets tegen doen.
'Blijkbaar krijgt mijn broer alles, de alfa titel en het mooie meisje' zegt hij, zijn stem bevat veel woede en dat bevalt me niet. Plotseling pakt hij mijn zij ruw vast, ik voel dat zijn klauwen gaan uitzetten en het kost me veel moeite om niet te gaan schreeuwen. Tranen vullen mijn ogen maar ik moet sterk blijven.
'Want jij Jade, bent een erg bijzonder meisje en zeker geen type voor mijn broer' zegt hij, zijn stem is duister en bezorgt me kippenvel op een slechte manier.
'Laat haar los, Tayson!' roept een kwade stem, meteen herken ik de stem en mijn wolf juicht. Daar staat mijn zielsverwant, de meest knappe man die ik ooit heb gezien en die ogen zijn echt prachtig.
Stem? Reactie? Follow?
JE LEEST
De Dochter van de Alfa
Werewolf'Onze school is afgebrand-' begint mijn vader, maar ik kap hem af. 'Wie heeft dat gedaan?' vraag ik boos. 'Een aantal jongens van de Rode Maan roedel' antwoordt Hay rustig. 'Omdat onze jongeren toch naar school moeten hebben we met de Rode Maan roed...