Rommel rende en rende door de velden. Hij rende alsof zijn leven er van af hing. 'Het is gewoon niet eerlijk! Ik heb hem niet gedood!' Verblind door zijn tranen struikelde hij en rolde een greppel in. Daar bleef hij snikkend liggen.
'Waarom geloofde Sneeuwster me toch niet? Waarom deed Tijgerklauw dit? Waar heb ik dit aan verdiend?
De kleine kater legde zijn snuit tussen zijn poten en dacht snikkend aan wat hij nu zou moeten doen. 'Ik zal nu vast in het verboden veld zijn... waar bloeddorstige zwerfkatten en andere wilde monsters leven...' Hij keek omhoog naar de lucht, hoewel hij door zijn tranen heen niet veel er van kon zien. 'Wat moet ik nu? Ik kan hier sowieso niet blijven... Zal ik terug gaan naar mijn huismensen? Maar ik voel me nu zo vrij. Zou één van de andere clans mij willen aannemen als leerling? Waarschijnlijk niet... Ik weet nu niet eens wie ik ben! Wat is mijn naam? Vuurpoot? Rommel? Heb ik nog wel een naam?
"Vuurpoot...."
Hij keek langzaam op, en zag een gele gloed voor zich. Langzaam verscheen daar de oranje vuurkat uit zijn dromen. "D-de vuurkat?" vroeg hij met ongeloof. "Droom ik weer?" Maar de vuurkat schudde zijn kop. "Nee Vuurpoot, je droomt niet. Mijn naam is Vonk, en ik ben hier voor jou." Vonk tilde zijn poot op en raakte Vuurpoot zacht aan.
"Geef niet op omdat je valt, maar sta weer op en probeer het opnieuw."
Met hulp van de vuurkat ging Vuurpoot langzaam staan. Hij keek naar Vonk. "Waarom helpt u mij? Wat moet ik opnieuw proberen? Ik kan nu toch niet teruggaan?" Vonk waste zijn poot. "Waarom niet?"
Vuurpoot schuifelde met zijn poten. "Ze denken dat ik Goudpels heb vermoord. Sneeuwster heeft me verbannen, ze zullen me doden als ik terug ga!" Maar Vonk stapte naar Vuurpoot toe. "Vuurpoot, je moet terug. Het is je bestemming. Het lot van de clans ligt in jouw poten!"
"Hoe bedoelt u?" vroeg Vuurpoot bang. "
Tijgerstreep... Hij heeft Steenster, en vele andere Waterclan-krijgers vermoord om de clan over te kunnen nemen. Hij is hun leider geworden, en zal deze nacht nog het gevecht met Vuurclan aan gaan. En daarna zal het niet moeilijk meer zijn.." Vonk ging recht staan. "Jij moet terug naar het woud, en Tijgerster verslaan." Vuurpoot keek weg. "Maar ik kan hem niet verslaan. Ik ben niks meer dan een pasgeboren kit voor hem. Nee, ik ben een zwakke poesiepoes..."
"Je bent geen zwakke poesiepoes. Je bent misschien nog geen geweldige krijger zoals hij, maar je staat er niet alleen voor." Vonk leidde Vuurpoot naar een plasje water en liet hem er in kijken. "Vertel me, wat zie je?" vroeg hij.
Vuurpoot ging zitten en bekeek zijn weerspiegeling. "Niks bijzonders..." bromde hij. "Ik zie een vieze, zwakke banneling die nergens thuis hoort, die geen naam heeft, die bekend staat als een verrader en gemene moordenaar.."
Maar Vonk wees naar het plasje. "Kijk eens goed..." Dus Vuurpoot boog iets dichterbij. Hij zag nog steeds zichzelf, maar toen er een druppel in het water viel keek hij met grote ogen toe. Hij zag zichzelf als een grote, volwassen kater. Hij was dapper, legendarisch, hij was een krijger..."
Vuurpoot keek terug naar Vonk. "Ben ik dat echt? Maar hoe kan dat dan?" De vuurkat draaide om Vuurpoot heen en zei: "Sneeuwster loog niet toen ze zei dat je krijgersbloed in je hebt. Herinner je je iets van je ouders?" Vuurpoot dacht na. "Ja... Mijn moeder was een lichtrode poes genaamd Simba. Ik had een broertje, Dusty, en twee zusjes, Sparky en..."
"En?" vroeg Vonk.
"Ik weet het niet precies meer... Ze had wel een beetje een aparte naam, net als mijn vader volgens mij. En... ik herinner me iets van..." Toen drong het tot Vuurpoot door. "Sterrenclan! Mijn moeder vertelde dat mijn vader in een clan leefde! Was hij dan?..."
"Een krijger? Ja, dat was hij. En wat voor een... Zijn naam was Vlamvacht, een trouwe krijger van Vuurclan. Vraag Sneeuwster maar eens om wat over hem te vertellen, ze was een goede vriendin van je vader..."
Vuurpoot ging weer staan. "Ik zal teruggaan." Maar toen zakte zijn moed weer een beetje weg. "Maar ik weet nog steeds niet hoe ik hem moet verslaan."
Vonk ging voor hem staan en boog voorover. "Ik zal bij je zijn. Wij allemaal. De Sterren zullen met jou vechten, dus accepteer hierbij onze kracht...."
Toen Vonk de neus van Vuurpoot aanraakte, werdt alles wit. Toen Vuurpoot zijn ogen weer open deed, zag hij vijf katten. Allemaal waren ze een beetje doorzichtig en waren ze verlicht door de sterren in hun vacht. Alsof het toverkracht was, wist hij opeens al hun namen.
Bliksemstaart
Vuurster
Roodvacht
Fluisterzang
en Vlamvacht.
Toen was er een flits en alle katten waren ineens felle lichten die rondom Vuurpoot zweefden. Vuurpoot probeerde weg te komen, maar toen klonk er het geluid van vuur, en alle lichtstromen flitsten op Vuurpoot af.
De vlammen zullen herrijzen...
JE LEEST
Warrior Cats(hVK) - Kiezen (NL versie)
Fanfic(Dit is het eerste boek uit mijn 1e Warrior Cats fanfictie serie: het Vuur Komt) Rommel is een jonge kater die vrolijk met zijn mensen in de stad woont. Maar dan roept een vuurkat van de sterren hem op een reis naar zijn bestemming. Rommel vind een...