Hoofdstuk 4

10 1 0
                                    

Verhuizen, schreeuwde Anouck door de telefoon. Wat? Waar? Waarom? Wanneer? Riep Anouck. Ik zuchtte diep en begon met vertellen, mijn vader heeft een nieuwe baan gekregen maar die baan is helemaal aan de andere kant van het land dus dat betekent dat we moeten verhuizen naar Vierbruggerveld. Ik wachtte op een antwoord van Anouck maar het bleef stil aan de andere kant van de lijn. Na een tijdje begon ze met praten en zei met een hese stem: 'Sorry, ik moet gaan mijn ehh broertje ophalen van de peuterspeelzaal.' Anouck wacht nou ev-.' Maar voordat ik mijn zin kon afmaken had ze de telefoon al opgehangen...


Ik lig op mijn bed met mijn ogen dicht. Ik denk na over Anouck, waarom reageerde ze nou zo? Waar slaat dat op, ik ben er toch ook kapot van! Ik voel een grote woedeaanval opkomen, maar ik weet me nog net te beheersen. Maar ik begrijp het gewoon echt niet, de persoon die ik het allermeeste vertrouw doet met dit aan. Ik ga naar de badkamer en poets mijn tanden en doe mijn pyjama aan. Als ik terug kom in mijn kamer besluit ik maar wat huiswerk te maken, want ik heb morgen een grote toets. 


Als het 22.00 is stop ik met huiswerk maken en ga ik naar bed om te slapen. Na een tijdje te hebben gelegen besef ik dat ik echt niet kan slapen. Na alles wat er vandaag is gebeurd is het gewoon onmogelijk om te kunnen slapen. Maar dan kom ik op een goed idee! Vroeger als ik in de zomer niet kon slapen ging ik altijd naar een hele grote boom in het parkje dichtbij. Ik vertelde altijd mooie verhalen tegen de boom en hij luisterde altijd aandachtig terug. Het is nu nog geen zomer maar ja wat kan er nou mis gaan!


Ik pak mijn jas en trek mijn schoenen aan en doe voorzichtig het raam open. Het is donker buiten en je kan bijna niets zien, ik twijfel nog even maar ik besluit toch om naar buiten te gaan. Langzaam klim ik via de regenpijp naar beneden en ik sta al snel weer op de grond. Ik knip mijn zaklamp aan en begin met lopen, lopen op weg naar het park...


Na een tijdje te hebben gelopen kom ik aan bij het parkje. Ik ga tegen de boom aanzitten en geniet van de mooie weerspiegelingen van de maan op het water. Het is zo rustig hier en gewoon te mooi om waar te zijn! Maar dan hoor ik het krak en nog een, het lijken wel voetstappen. Nu hoor ik ook gerommel achter een bosje. Het lijkt wel of het steeds dichterbij komt, een beest een mens. Ik voel mijn hart in m'n keel kloppen de angst slaat toe, ik probeer te gillen of weg te rennen maar het lukt niet. Ik blijf als versteend staan als ik het geritsel langzaam dichterbij hoor komen...

Wordt vervolgd





Pas op! Ik hou je in de gaten...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu