31. Het is pas half acht

3.5K 158 14
                                    

We zitten met z'n achten aan de eettafel. Cameron, Cameron's ouders, Max, Max's ouders, Rachel en ik. Iedereen is druk in gesprek en ik zit een beetje awkward mijn avondeten te eten.

"Mag ik vanavond naar huis?" vraag ik opeens.

"Nee," zegt Cameron standvastig.

Ik zucht. "Heb je de hoop nog steeds niet opgegeven? Ik heb je zo vaak gekwetst en boos gemaakt," zeg ik hopeloos.

"Jij bent van mij en je blijft bij mij," gromt Cameron.

Wordt hij nou alweer boos? Het wordt elke keer makkelijker.

"Ik ben je mate niet meer, dus ik ben van niemand," zeg ik eigenwijs.

"Je bent van mij. Punt uit," beslist Cameron. Hij staat op en loopt de kamer uit.

Ik ga rustig door met eten. Alsof er zonet niks gebeurd was. Ik voel de ogen van de andere mensen die aan de tafel zitten op me branden.

Opeens hoor ik voetstappen achter mij. Mijn stoel wordt naar achteren getrokken. Ik word opgetild en over iemands schouder gegooid.

"Laat me los, Cameron," gil ik. Maar ik word vol genegeerd. Ik bonk met mijn vuisten op Cameron's rug, maar zonder effect.

Ik word ergens door Cameron heen gedragen, ik weet alleen niet waar. Het enige dat ik weet is dat we op de eerste verdieping zijn aangezien in had gezien dat hij één trap omhoog ging.

Ik hoor een deur opengaan en daarna weer dicht gaan. Dan word ik ein-de-lijk losgelaten. Ik word op mijn rug neergelegd op een zachte ondergrond. Ik ga ervan uit dat het een bed is.

Ik wil rechtop gaan zitten om te kijken waar ik ben, maar ik word tegengehouden door een arm om mijn middel. Ik val met een plof weer op mijn rug.

"Waar heb je me naartoe gebracht?" vraag ik geïrriteerd.

"Naar waar denk je?" beantwoordt hij mijn vraag met een vraag.

Ik zucht. "Als ik dat wist, had ik het niet gevraagd," zeg ik. "In tegenstelling tot jou," mompel ik erachteraan.

"Naar mijn kamer," zegt hij alsof het de normaalste zaak van de wereld is.

"Waarom?" vraag ik onbegrijpelijk.

"Zie het maar als een straf voor het weglopen van vanochtend en vanmiddag," bedenkt hij.

"Maar-" Ik word onderbroken.

"Ga slapen," mompelt Cameron.

"Het is pas half acht. Wat denk je dat ik ben? Tien?" zeg ik verontwaardigd.

"Het was een lange dag, ga slapen," mompelt hij vermoeid.

"Voor jou ja," zeg ik er zacht achterna, maar hij hoort me al niet meer. Hij is al in slaap gevallen. Een zacht schattig snurk geluidje ontsnapt uit zijn mond.

Wacht?

Schattig?!

Ik probeer ook te gaan slapen, maar het lukt niet echt. Ik sluit mijn ogen, maar de hele tijd komen er gedachtes in me op.

Zoals bijvoorbeeld wat mijn ouders op dit moment denken. Ik ben vandaag namelijk niet thuis gekomen. En het allerergste is nog wel dat ik nooit mijn schone kleding heb gekregen. Ik loop al twee dagen met dezelfde kleding aan. Dat kan echt niet!

Mijn ogen schieten open. Cameron trekt me opeens heel dicht tegen zich aan. Ik hoor hem heel zacht 'jij bent van mij' mompelen in zijn slaap.

Ik wil heel graag tegen hem in gaan en zeggen dat ik niet van hem ben, maar ik kan moeilijk de confrontatie met hem aangaan als hij aan het slapen is.

Zelf begin ik ook langzaam in slaap te vallen. Mijn oogleden worden zwaar en vallen weer dicht. Binnen de kortste keren ben ik ook in slaap gevallen.

*

Ik word wakker van iets dat ik naast me voel bewegen. "Goedemorgen, wolfje," klinkt de stem van Cameron.

Ik laat een vermoeide kreun horen en open voorzichtig mijn ogen. "Wat moet je?" Is letterlijk het aller eerste wat ik zeg als ik zijn gezicht zie.

"Rustig, ik kom je alleen wakker maken aangezien het al twaalf uur is," informeert hij mij.

"Ik moet naar huis," zeg ik vlug. Ik sta op uit bed en loop richting de deur naar de gang.

Als ik bijna bij de deur ben aangekomen, staat Cameron voor de deur. "Nee, je blijft hier," zegt hij doelbewust.

"Maar ik moet aan mijn ouders uitleggen waarom ik gisteren niet thuis was gekomen," zeg ik in paniek.

"Je ouders weten waar je bent," stelt hij mij gerust.

Ik geef hem een vragende blik. "Hoe?"

"Ik heb het ze verteld," legt hij uit. Mijn vragende uitdrukking op mijn gezicht blijft. "Als ik je hiernaartoe meeneem, kan ik opzijn minst tegen jouw ouders vertellen waar je bent. En het blijven mijn pack-leden," vult hij zichzelf aan.

"Maar ik moet ook schone kleding thuis halen," bedenk ik.

Er komt een tasje vanachter Cameron vandaan. Hij gooit het tasje naar mij toe en ik kijk wat erin zit.

Mijn kleding.

"Maar ik moet ook-" Ik word net zoals gisteravond onderbroken door Cameron.

"Wolfje, accepteer het feit dat je niet van mij afkomt," zegt Cameron met een grijns.

"Nog niet, ja," mompel ik.

Ik word opeens tegen de muur aan geduwd. "Wat zei je?" gromt Cameron.

"Niks, niks hoor," zeg ik onschuldig.

"Dat dacht ik al." Cameron zet een paar stappen achteruit en staat weer voor de deur.

"Klaar om te gaan ontbijten?" vraagt hij dan.

"Het is wat je ontbijten kan noemen als het over twaalven is," merk ik op.

"Klaar om te gaan lunchen dan?" vraagt hij opnieuw.

Ik schud hevig mijn hoofd. "Ik wil eerst douchen en schone kleding aantrekken," zeg ik.

Cameron knikt begrijpelijk. "Dat is de badkamer," zegt hij terwijl hij naar de andere deur in de kamer wijst.

"Alsof ik dat nog niet wist," zeg ik terwijl ik mijn ogen rol.

Cameron loopt van de deur vandaan en gaat op zijn bed zitten. "Euh, kan je de kamer uitgaan?" vraag ik een beetje beschaamd.

"En het risico lopen dat jij uit het raam springt? Nope," zegt hij hoofdschuddend. Waarom moest ik de vorige keer uit het raam springen?

Ik zucht en loop met het tasje met kleding naar de badkamer. Ik draai de deur achter me op slot. Daarna controleer ik een paar keer of ik de deur goed achter me op slot heb gedraaid.

Je weet maar nooit!

Al helemaal niet als je 'mate' in de kamer ernaast zit.

Mine Not Wanted Mate ✅Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu