Princess

88 1 0
                                    

Hoofdstuk 4: Princess

------------------------

Yunita: Die prachtig blauwe ogen.. Nee! Je mag niet aan Brandon denken. Je hebt net vier dagen met Josh. Over Josh gedacht (want ik zeg dit niet hardop, nee dit denk ik allemaal), ik ga vragen of ik vannacht bij hem mag slapen. Van mijn vader mag het vast wel, hij vind het fijn dat ik 'meer onder de mensen kom' zoals hij 't noemt. Na de dood van mijn moeder en broertje ben ik wat meer op mezelf geworden, maar met Jeroen ben je daar in no time weer vanaf.

"BartieSmartie?!" roep ik naar mijn vader. "Ja, YuniPuni?" Ik grinnik. "Mag ik vanavond bij Josh slapen?" Het blijft even stil. "Hmm. Áls.." stomwoordje! "Als je ook boodschappen gaat doen." Ik haal opgelucht adem. Gelukkig geen heel vader-dochter-preek/gesprek.

"Doe ik, leg je het briefje op tafel?"

Als ik Josh wil bellen krijg ik zijn voicemail en ik besluit om hem te verrassen. Vastbesloten stap ik mijn fiets op en fiets ik naar Josh.

Ik bel aan en Linda opent de deur. "Hoi Linda." roep ik vrolijk. "Is Joshua er ook?" Ze kijkt me medelevend aan. "Ja, lieverd. Hij eh.. Hij is boven." zegt ze twijfelend. Ik trek me er maar niets vanaan en ik loop naar boven.

"Cloë, princessje van me. Je weet dat ik heel veel van je hou, toch lief?" Dat is Josh' stem. Hu? Waarom noemt hij die Cloë 'princess'? Zo noemt hij mij altijd. Wie is die Cloë überhaupt? Hij zal toch niet..? Nee, dat zou Josh toch nooit doen..?

Om achter de antwoorden te komen is maar één oplossing en ik open de deur. Daar zie ik Josh en een ander meisje zoenend staan.

Brandon: Nadat ik een film met mijn zusjes heb gekeken besluit ik naar het park te gaan, om na te denken. Als ik eenmaal in het park loop kijk ik op mijn horloge en zie ik dat het al 18.46 is en ik al thuis had moeten zijn om te koken. Net als ik mijn fiets wil pakken rijd er een huilend meisje me zowat aan. Pas als ik beter kijk zie ik dat het Yun is. Waarom huilt ze?" Ik laat mijn fiets vallen en loop naar d'r toe. "He, Yun. Wat is er gebeurt?" vraag ik bezorgt en ik sla een arm om haar heen. Samen lopen we naar een bankje en begint ze alles te vertellen.

"E-en toen b-ben ik de k-kamer uitgerend. Hij v-volgde me en t-t-toen maakte ik het uit. D-dat kon hij niet hebben en h-hij werd b-boos." Ik balde mijn vuisten, hoe durfde die zak?

"I-ik zei nog-gmaals dat het o-over was en b-ben hierheen gefietst.. En t-toen reed ik je a-aan." Ze glimlacht zwakjes. Ik geef haar een knuffel, het is verschrikkelijk om haar zo te zien. "E-en n-nu kan ik nergens h-heen. Mijn vader vertrekt morgen naar het buiteland voor zaken en ik heb de sleutel niet, die b-ben ik vergeten. En mijn vriend neemt zijn mobiel niet op. Ze barst weer in tranen uit.

"Je gaat gewoon met mij mee." zeg ik. Dan pas realiseer ik wat ik echt zeg en probeer terug te krabbelen. "A-als je wilt natuurlijk. Het hoeft niet maar ik dacht.. en als je nergens anders heen kan." Er verschijnt een glimlach op haar gezicht. "Dat zou heel lief zijn, maar ik wil niet in de weglopen." zegt ze, alsof zij me in de weg kan lopen. "Nee, joh! Maar het kan een beetje druk zijn." en ik moet grijnzen bij de gedachten aan Liz, die vind haar vast geweldig.

Yunita: Zit ik dan, huielend op een bankje in het park naast de vriend van de jongen die me zojuist bedrogen heeft. Ik fiets met Brandon mee naar zijn huis, het is superlief van hem dat hij me meeneemt. We fietsen in stilte maar geen ongemakkelijke stilte.

"DIt is John, 24, Abbey, 17, Pamela, 11 en Liz, van 7." Brandon stelt me aan iedereen voor. Hij woont met zijn broer en zusjes, zijn ouders zijn overleden doordat ze werkte aan een geheim project dat iedereen wilde tijdens de oorlog. Ze overleden tijdens een aanslag. (Ik moest er natuurlijk weer "Waar zijn je ouders?" uitflappen. -_-)

"Eeh.. Vind je het erg als ze bij mij op de kamer slaapt?" vraagt Brad en hij schraapt zijn keel. "Nee, hoor. Ik ben al blij genoeg dát ik ergens kan slapen. Dat is echt heel lief van je!" Hij bloost. "Maare.. Ik slaap wel op de grond." Meteen prostesteer ik. "Echt niet. Ik wil niet dat je je bed opgeeft." zeg ik vast besloten. "Maar.. Ik.. Nou ja.. Ikvalsomsmijnbeduit." zegt hij in een ademteug en hij krijgt een nog roder hoofd.

"Nou dan slapen we samen op de grond." zeg ik nog steeds volhoudend. Hij grijnst. "Je gaat niet opgeven, hea." Ik schud mijn hoofd. "Nevah!"

Gelukkig had ik mijn slaapspullen nog bij me, van toen ik naar die zak wilde gaan. Brad ziet aan mijn gezicht dat ik er weer aan denk. "Hij is gewoon een egoïstische zak. Je verdient veel beter." ik bloos, maar gelukkig merkt hij niets.

"Daar kan je even douchen voor we gaan eten, als je wilt." Ik knik en loop naar binnen. Me even opfrissen zal vast helpen.

"Dus.. Jullie zijn samen?" vragen Pamela en Liz giegelend. Brandon en ik antwoorden tegelijkertijd (misschien iets te snel, en met een iets te rood hoofd) 'Nee.' "Nou Brad ziet je anders wel zitten geloof ik. Toch, Brad?" vraagt zijn tweelingzus Abbey poeslief. "Hou je bek, Abb!" bromt Brandon en voor ze beginnen te bekvechten vraagt John. "Iemand nog wat Lasagna?"

------------------

xtra long chappie. Laat me weten wat je ervan vind. :)

xx LittleMiss_

Ouders, Vriendjes & hun zusjes.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu