||Hoofdstuk 13||

97 14 10
                                    

People change by time.

Dag 23

Het is officieel één week geleden sinds Ben is vertrokken om zijn mate te vinden. Een week lang heeft niemand iets van hem gehad. We hebben hem allemaal een paar keer proberen te bellen, maar de telefoon bleef maar overgaan.

Mijn blik is gefocust op de tv in Lucs huis. Hij kijkt me aan vanaf de andere kant van de bank. Ik schenk hem een glimlach. 'Hoelang zijn jouw ouders al getrouwd?'

'Al sinds hun zeventiende.'

Ik grinnik. 'Dat is nog geen antwoord op mijn vraag.

'Negentien jaar.'

'Oh, wauw. Waren jouw ouders twintig toen je werd geboren?'

Luc trekt plagend zijn wenkbrauwen op. 'Alsof dat abnormaal is bij lycanthropes.'

'Mijn ouders waren 24 toen Barry werd geboren. Blijkbaar zijn mijn ouders minder-'

Luc legt zijn handen op zijn oren. 'Te veel informatie!'

Ik lach. 'Dus, gaan ze altijd weg op hun jubileum?'

'Elk jaar. Pap houdt ervan om mam te verwennen. Het is een wonder dat pap het hotel niet helemaal gereserveerd heeft. Vorig jaar had hij een heel restaurant gereserveerd alleen maar voor hun twee.'

Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht. 'Jouw vader is romantisch.'

'Doen jouw ouders nooit zulke dingen?'

Mijn glimlach word breder. 'Mijn ouders gaan elk jaar naar de plek waar ze elkaar voor het eerst hebben gezien.'

'Dat is?' vraagt Luc met opgetrokken wenkbrauwen.

'Een bonbon winkel. Geen wonder dat mijn vader elke keer uit vorm thuiskomt na hun jubileum.'

Lucs mondhoek vliegt omhoog. 'Chocolade is romantisch.'

'Nog romantischer dan het reserveren van een heel restaurant.'

'Niet te ver gaan, kleintje.'

'Wacht maar tot mijn vader hiervan hoort.'

'Wat ben ik bang.'

'Precies. Hij is de beste packbeschermer van mijn pack.'

'Oké, nu word ik inderdaad bang.'

'Je zou ook bang voor mij moeten zijn.'

'Waarom zou ik?'

'Ik ben de dochter van mijn vader en ik ben van plan om in zijn voetstappen te staan.'

Luc fronst zijn wenkbrauwen. 'Is dat wat je wilt?'

'Natuurlijk. Ik werk er al mijn hele leven aan.'

'Maar is het wat jij wilt of wat je vader wilt?'

Nu frons ik ook. 'Luc, ik wil dit. Mijn vader is mijn rolmodel. Ik zou niet weten wat ik anders zou willen.'

'Het spijt me, ik dacht alleen- laat maar.'

Ik wil mijn mond open doen om erop in te gaan, maar zijn lege, blauwe ogen zijn niet te negeren.

'Waar denk je aan?' Aan wie denk je?

Stilte. 'Ik denk dat je het antwoord al weet.'

'Ben', knik ik.

'Het is niets voor hem om zomaar te verdwijnen. Mag ik de chat tussen jullie nog eens zien, alsjeblieft?'

Het is vaker gebeurt deze week dat Luc gevraagd heeft om de chat te zien tussen Ben en mij. Ik geef hem mijn telefoon en staar naar hem als hij de chat herleest.

Verzet Van De MaanWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu