Hoofdstuk 16

17 2 0
                                    


Finn

De volgende dag is Bruneis er al vroeg. Hij schreeuwt naar boven dat hij me nodig heeft. Na een kort gevecht ben ik weer vrij, en ga ik naar beneden. Onderweg pak ik nog snel mijn wapens erbij. Bruneis lijkt droevig. 'Je hebt gisteren van me gewonnen. Nu moet ik naar je luisteren. Dat betekent ook orders opvolgen die jij geeft, en ik moet jou de kennis geven om de juiste orders te geven. Een van de dingen die je moet leren is de verschillende soorten die we hier hebben. Daar gaat vandaag over. Kom.'

Hij loopt weg. Uit nieuwsgierigheid volg ik hem. Hij loopt dieper het bos in. Ik zet een stapje erop om hem in te halen en gesp ondertussen de pijlenkoker om. Hij blijft stil. Vlak bij een open plek stopt hij, en voor ik de open plek op kan stappen houdt hij me tegen. Dan hoor ik iets. Het klinkt als een gedonder een heel stuk verderop. Het gedonder wordt steeds luider en luider. Ineens komen ze in zicht. Centauren. Een stuk of tien komen uit het bos tevoorschijn. Meer dan de helft draagt speren, de rest bogen. Het grootste deel is vrouwelijk, en ook valt me op dat de meeste een witte vacht hebben op het paard gedeelte van hun lichaam. Alleen de grootste van de groep heeft een zwarte glanzende vacht. Bruneis stapt als eerste uit de bosjes. 'Goedendag, Ronald. Hoe gaat het vandaag met je?'

De grote centaur draait naar Bruneis, zijn speer op de grond leunend. 'Ah, Bruneis. Het gaat goed vandaag. Eindelijk weer op weg naar huis. Wat doe jij hier?'

Bruneis gebaart naar mij dat ik tevoorschijn moet komen. Terwijl hij dat doet legt hij het uit. 'Gisteren was ik een beetje in een verkeerde bui, en daagde ik hem, Finn, uit. Zelfde liedje als normaal. Ik ben verslagen.'

De centaur bestudeerd me. 'Zo, dus jij hebt Bruneis verslagen, wat je ook bent.'

Ik knik. 'Ik ben Finn, een van de vier draken.'

Ronald neemt instinctief een paar stappen terug. 'Een draak? Bruneis is stom genoeg om je uit te dagen terwijl je een draak bent? Dan heb je het wel verdiend, Finn.'

Ik knik. 'Het was ook niet echt een uitdaging. Heb de grotere klauwen, de beschermende schubben, en ik kan zelfs mijn schubben extra verhitten.'

Ronald loopt naar me toe, en legt een hand op mijn schouder. 'Je bent nu een leider. Onthoud dat je nu veel levens in jouw handen hebt.'

Ik lach nerveus. 'En ik vond die drie meiden al een handvol. Ik weet dat we draken zijn, maar die drie zijn onverantwoordelijk en ook nog eens een handvol.'

Ronald lacht erom. 'Niemand zegt dat je die verantwoordelijkheid alleen moet dragen. Hulp is niet verboden. Bruneis en ik hebben beiden ervaring. Je kan altijd op ons terug vallen.'

Bruneis draait zich om. 'Kom, Finn. We hebben nog een hoop bezoeken om te plegen.'

Ronald kijkt rond. 'Of jullie komen met ons mee. We kunnen best nog wat gewicht dragen.'

Ronald pakt me en slingert me op zijn paardenrug. Een van de vrouwen doet hetzelfde met Bruneis. Allebei zitten we even te ruziën met onze staarten voor we comfortabel zitten. Ronald richt zich tot Bruneis. 'Zo, waar is je volgende bezoek gepland?'

Bruneis telt even. 'De volgende is volgens mij de alternatieve centauren.'

Ronald knikt en geeft een aantal orders die ik niet begrijp. De gehele groep draait een stuk van het kamp af en begint te galopperen. Het is geen prettige ervaring, maar we zijn er tenminste eerder dan met het lopen. De centauren zetten ons af. Vlak voordat ze vertrekken pakt Ronald iets uit de schoudertas die hij omheeft. Het is een soort armband. 'Mocht je ons nodig hebben, dan wrijf je over de paardenkop. Wij zullen het voelen en te hulp schieten.'

Dan gaan ze er snel vandoor. Ze zijn nog maar net vertrokken als het struikgewas ritselt. Uit de struiken komt een nieuw gedaante. Het lijkt erg op een centaur, op een paar dingen na. Zijn onderlichaam is niet dat van een paard, zoals bij de echte centauren. In plaats daarvan is zijn onderlichaam dat van een tijger. Het tweede punt waar hij verschilt is zijn bovenlichaam: het is bedekt met tijgervacht en in plaats van een hoofd heeft hij een tijgerkop. Zodra hij Bruneis ziet lacht hij ook hartelijk. 'Lange tijd niet gezien, oude vriend!'

i

De Vervloekte WapensWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu