1.

177 12 2
                                    

Het was niet lang geleden. Totaal niet. Mijn leven had een drastische wending ondernomen en ik wist niet goed wat dit voor mij inhield. Het waren maar acht dagen geweest, waarin zoveel gebeurd was dat ik het niet eens goed voor ogen kon houden. Wel wist ik dat ik er juist aan had gedaan. Ik had de weg kunnen volgen die voor mij was bestemd, maar ik was een simpel steegje in geslagen die mij steeds dichter naar het normale leven leidde, alsof er een paradijs voor mij klaarstond.

Een hand plaatste zich op mijn schouder. 'Wat vind je?'

Wat ik vond? Ik vond het geweldig. Ik vond het prachtig. Ik vond het verbazingwekkend en bijna triest dat hij zoiets voor míj deed. Een meisje dat hij niet eens kende. Ik keek opzij, naar de middelbare man die eindelijk uit zijn sleur klom. 'Ik vind het mooi. En jij?'

Hij wende zijn blik van mij af en bewonderde zijn nieuwe thuis. Het stelde niets voor, het was kleinschalig en er zou nog veel aan gedaan moeten worden, maar ik kon zien dat dit was wat hij had gewild. 'Ik vind het adembenemend.'

~

Die nacht zat ik op mijn nieuwe kamer. Een nieuwe kamer, in een nieuw huis, in een nieuwe stad. Hij had mij weg willen hebben van die plek en bracht me naar een grote stad waar een simpel meisje als ik niet opviel. Ik hoopte dat het werkte.

Ik keek naar mijn spiegelbeeld, naar mijn lichtbruine haren en mijn grijze ogen. Het meisje was beeldschoon, maar het was niet wie ik was. Ik voelde me thuis in het lichaam en het paste bij mijn persoonlijkheid, maar het was vreemd om naar jezelf te kijken, wetend dat je een ander uiterlijk zou moeten zien. Ik volgde met mijn vingers mijn kaaklijn en probeerde al mijn uiterlijke kenmerken in mij op te slaan, in de hoop me op den duur thuis te voelen in mijn eigen lichaam. Ik liet de kleding van mijn lichaam afglijden en volgde met mijn vingers de contouren van mijn schouders, van mijn sleutelbenen die licht uitstaken. Vrijwel elk lichaamsdeel werd benadrukt zodat ik wist wie ik voor me had. Ik probeerde me voor te stellen wat de onzekerheden van het meisje geweest zouden zijn en bijna meteen nam ik diezelfde onzekerheden over.

Ik beëindigde mijn verkenning en trok mijn pyjama aan. Ik sloot de gordijnen, deed de lamp uit en manoeuvreerde tussen de dozen door, tot ik bij mijn bed aankwam. De schaduwen in de kamer waren beangstigend, maar tegelijk geruststellend. De duisternis was ik gewend. Ik was pijn en bloed gewend. Daarin wist ik wie ik was, maar in de zonnestralen die nu op mij gericht waren wist ik niet hoe ik mij moest gedragen. Dan te bedenken dat ik morgen naar school zou moeten, dat ik een echt leven zou moeten beginnen. Ik wist niet eens hoe het eraan toeging op een school. Meneer Lewis had mij er dingen over verteld, maar het leek nog steeds onwerkelijk. Wat als het opviel? Wat als mensen zagen dat ik hier niet thuishoorde? Ze hadden vast het nieuws gevolgd. Wat als ze mij linkten aan Alex Williams, het gezochte meisje? Ik bedacht me opeens dat er niets was om te vergelijken. Alex was vermist, maar er werd niets verteld over haar verleden. Niemand zei iets over experiment 13. Natuurlijk niet. Niemand mocht het weten.

Experiment 13Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu