100.

115 7 1
                                    

Een dikke trui beschermde mij tegen de kou die zich buiten in de nacht voordeed. Tevens hulde de capuchon die eraan vast zat mijn gezicht ook in schaduwen. Schaduwen die men ervan weerhield om de ware aard van mijn ziel te zien. Niemand mocht het zien. Het zou niet alleen chaos veroorzaken, maar het zou mij ook in de val brengen.

Ik haastte mij door de straten. De beschaafde buurt waarin ik woonde had ik achter mij gelaten, het was onmogelijk om daar mijn plan uit te voeren. Het was er rustig, open en stil. Te stil. Een klein voorvalletje zou al gauw vele mensen trekken. Ik moest een plek vinden waar er genoeg afleiding was, maar waar ik wel kon doen wat ik moest doen, zonder dat iemand mij zou zien of lastigvallen. Het centrum, in één van de steegjes, leek mij de meest geschikte plek.

Het verbaasde mij hoe druk het zo laat op de avond was in de stad. Tieners, die ongetwijfeld morgen weer op school zouden moeten verschijnen, liepen rond of stonden voor een café wat lucht te scheppen. Ik kon er nog steeds niet helemaal bij hoe ze zo met hun leven om konden gaan. Hadden ze niets anders aan hun hoofd?

Met een schok bleef ik stil staan. Iemand was mij met iets te veel enthousiasme voorbij gelopen, waardoor zijn lichaam het mijne lichtjes geraakt had. Iets dat niets voorstelde — voor een normaal mens. Mijn lichaam verzette zich tegen mijn geest. Het was alsof ik vastgepind zat aan de muur en iemand mij van die muur af wilde trekken, wat voor een intense pijn zorgde. Stokstijf stond ik daar, verstard voor mij uit kijkend.

Bloed vloog door de kamer. Bloed afkomstig van een "onschuldig" mensenlichaam. Een doffe klap volgde. Sirenes begonnen te loeien. Mensen raakten in paniek. Eén grote chaos ontstond. Nog meer bloed volgde. In sierlijke buigingen bewoog het zich voort in de lucht, om uiteen te spatten op verschillende oppervlakten.

Ik beet op mijn tong, zette mijn nagels dieper in mijn handpalm en schudde bijna ongezien mijn hoofd. "Niet aan denken, Char. Zet het uit je hoofd. Ga verder met wat je moet doen," sprak ik mijzelf in gedachten toe. Ik mocht er niet aan denken, ik mocht mijzelf niet nog eens verliezen. Wie wist wat er dan zou kunnen gebeuren?

Stroef, alsof ik leed aan een ernstige hernia, liep ik verder. Ik moest me ontspannen. Ik moest doen waarvoor ik in eerste instantie naar buiten was geslopen en ik zou mijzelf in geen enkel geval mogen verliezen.

Eindelijk had ik een goede locatie gevonden. Een steegje, ietwat aan de brede kant. Het was behoorlijk afgelegen en er stonden genoeg obstakels om mezelf achter te verstoppen. Precies wat ik nodig had.

Ik verborg mijn gezicht nog iets beter onder mijn capuchon en liep het steegje in. Ergens was ik zenuwachtig. Zenuwachtig omdat het zo gemakkelijk fout kon gaan. Zenuwachtig omdat ik gevonden zou kunnen worden. Zenuwachtig omdat ik iemand van een leven kon beroven als ik mijzelf niet goed genoeg in bedwang hield...

De eerste voorbijganger kon er niet aan ontkomen. Hij was mijn slachtoffer. Ik nam bezit van hem, stuurde zijn lichaam aan en liet hem deze steeg inslaan. Het ging mij beter af dan ik in eerste instantie verwacht had. Hij liep op een bijna nonchalante manier mijn kant op, terwijl ik wist dat ik hem onder controle had, dat ik zijn loopje beïnvloedde.

Hij was nog maar een meter van mij verwijdert, misschien iets meer. Met alle concentratie die ik kon opbrengen, zorgde ik ervoor dat ik zijn hersenen ontnam van bloed. Niet te veel uiteraard, maar wel genoeg om zijn lichaam in de war te brengen en hem te laten flauwvallen. Al zijn spieren begaven het en ik zag hoe hij in elkaar stortte op de grond. Ik knielde naast hem neer en slikte moeizaam. Het was geen onaangename jongen om te zien. Ik schatte hem zo'n twintig jaar. Heel kort vroeg ik me af hoe zijn leven eruit zou zien. Welke mensen hem lief hadden en wat zijn dagelijkse bezigheid zou zijn. Wat als ik faalde? Wat als ik heel even mijn controle verloor en het daarmee compleet verpeste? Wiens hart zou ik dan wel niet allemaal breken?

Ik sloot mijn ogen en ademde diep in. 'Het spijt me voor dit,' fluisterde ik. 'Maar het komt allemaal goed, dat beloof ik je.' Hij zou mij hoogstwaarschijnlijk toch niet horen. Hij was zijn bewustzijn kwijt. Al moest ik wel opschieten.

Ik wierp een vlugge blik om mij heen. Niemand. Niemand die ook maar in de buurt kwam van dit steegje. Niemand die er ook maar bewust van leek te zijn dat dit steegje überhaupt bestond. Maar toch moest ik snel handelen, voor het geval het iemand wél zou opvallen.

Ik pakte de jongeman zijn arm en haalde uit de zak van mijn vest een klein mesje. Snel en misschien wel iets te grof, maakte ik een snee in zijn onderarm. Bloed kwam omhoog en besmeurde zijn arm. Geobsedeerd staarde ik naar de rode substantie. Langzaam bewoog het zich voort, werd het aangetrokken door de zwaartekracht. Een kreun klonk over de lippen van mijn slachtoffer, wat mij direct tot werkelijkheid bracht. Gehaast bracht ik mijn mond naar zijn arm en likte het bloed van zijn armen af. Ik verspilde geen druppel. Geen druppel kreeg de mogelijkheid om de grond te raken. Zodra ik de substantie van zijn arm had gelikt, had ik mijn lippen op de onzorgvuldige wond gelegd. Onvoorzichtiger dan ik dacht zoog ik aan de wond, om zo nog meer bloed te bemachtigen. En opnieuw liet de jongeman een kreun horen die mij terugbracht naar de realiteit. Abrupt kwam ik overeind. Zijn ogen waren tot een dunne streep geopend en ik hoopte ten zeerste dat het niet genoeg was om mij te kunnen zien.

Geconcentreerd stolde ik zijn bloed en liet ik het lange proces van genezing versnellen. Zijn wond was verdwenen en niets duidde erop dat ik hier geweest was. Geen druppelbloed, geen wond bij het slachtoffer.

Nogmaals liet hij een kreun horen, deze keer gepaard met bewegingen. Hij draaide zich op zijn zij en leek zichzelf overeind te willen duwen. Zijn eerste poging mislukte. Ik wist niet goed of ik nog iets moest zeggen of doen, of dat ik moest vluchten. Ik besloot voor beide opties te kiezen.

'Het spijt me,' zei ik zacht, waarna ik wegrende. 

Experiment 13Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu